Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

01-02-2016

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2016:21

Zaaknummer

15-417/DB/ZWB

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Het valt een advocaat niet te verwijten dat hij in geval van een medische noodsituatie de belangen van zijn  cliënt niet zelf kan behartigen. Wel mag van een advocaat die de praktijk in een eenmanspraktijk uitoefent worden verwacht dat hij met een andere advocaat een bindende afspraak maakt dat die advocaat hem zal vervangen bij (ongeplande) afwezigheid en dat het dossier aan die andere advocaat wordt overgedragen.

Inhoudsindicatie

Klacht (ged) gegrond; enkele waarschuwing

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

 

Beslissing van 1 februari 2016

in de zaak 15-417/DB/ZWB

 

 

 

naar aanleiding van de klacht van:

                    

                    

 

klager

 

      

 

 

                      tegen:

 

 

            

                      verweerder

 

 

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 24 september 2015 met kenmerk K14-126 , door de raad ontvangen op 25 september 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 7 december 2015 in aanwezigheid van klager, de gemachtigde van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-     de brief van de deken dd. 24 september 2015, met bijlagen.

 

 

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Verweerder heeft klager bijgestaan in een civielrechtelijke procedure tegen X (kort geding, bodemprocedure in eerste aanleg en in hoger beroep). Verweerder heeft op 17 maart 2014 namens klager hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank dd. 18 december 2013.

2.2      Verweerder is op 21 april 2014 in kritieke toestand opgenomen in het ziekenhuis. De echtgenote van verweerder heeft het dossier op 29 april 2014 overgedragen aan klager en hem naar mr. X verwezen. Mr. X heeft de behandeling van de zaak niet overgenomen. Klager heeft geen andere advocaat gevonden die de zaak wilde overnemen.

2.3      Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft een termijn verleend voor het nemen van een memorie van grieven tot 13 mei 2014 en vervolgens een uitstel verleend tot 10 juni 2014. Ter rolle dd. 10 juni 2014 is geen memorie van grieven genomen.

2.4      Het gerechtshof heeft klager bij arrest dd. 8 juli 2014 niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep aangezien klager tegen het vonnis waarvan beroep geen grieven had aangevoerd.

 

3          klacht

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij:

 

1.            niet tijdig een memorie van grieven bij het hof ’s-Hertogenbosch heeft ingediend, waardoor klager niet-ontvankelijk is verklaard in het hoger beroep en is veroordeeld in de proceskosten,

2.            niet dan wel slecht bereikbaar was,

3.            ook in eerste aanleg steken heeft laten vallen, aangezien hij verzuimd heeft relevante bewijsstukken in te brengen,

4.            niet heeft zorggedragen voor een zorgvuldige overdracht van het dossier waarbij de belangen van klager hoe dan ook voorop stonden en gegarandeerd werden gewaarborgd.

 

4          VERWEER

4.1      Verweerder is op 21 april 2014 in kritieke toestand opgenomen op de afdeling Intensive Care van een ziekenhuis te G. Het betrof een levensbedreigende situatie, waardoor verweerder gedurende lange tijd niet aanspreekbaar was en geen overleg met hem mogelijk was. De revalidatie heeft tot eind 2014 geduurd.

4.2      Verweerder heeft een eenmanskantoor waardoor overname van de zaak door een kantoorgenoot niet mogelijk was. De echtgenote van verweerder heeft, aangezien klager niet bereikbaar was, de ouders van klager gebeld. Klager heeft vervolgens het dossier op 29 april 2014 opgehaald. De echtgenote van verweerder heeft klager toen medegedeeld dat verweerder lange tijd uit de roulatie zou zijn en hem geadviseerd zo snel mogelijk contact op te nemen met mr. X.

4.3      Klager heeft het dossier afgegeven aan mr. X. Mr. X heeft vervolgens aangegeven om hem moverende redenen niet voor klager te willen optreden. Klager beschikte vanaf 29 april 2014 over het dossier en het gerechtshof heeft klager tot 10 juni 2014 in de gelegenheid gesteld een memorie van grieven te nemen. Klager had derhalve voldoende tijd zich hiervoor tot een andere advocaat te wenden.

4.4      Het is verweerder niet bekend dat klager een afspraak wilde maken om de klacht met hem te bespreken.

 

5          BEOORDELING

5.1      Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de Advocatenwet zoals deze tot 1 januari 2015 gold bedoeld.

5.2      Vast staat dat verweerder geen memorie van grieven heeft ingediend. Gelet op de medische situatie van verweerder in de periode van april – juli 2014 valt verweerder niet te verwijten dat hij zelf de memorie van grieven niet heeft ingediend, aangezien hij daartoe niet in staat was. Het eerste onderdeel van de klacht is ongegrond.

5.3      Evenmin valt verweerder, gelet op zijn medische situatie, te verwijten dat hij voor klager niet bereikbaar was. Verweerder stelt dat de telefoon op zijn kantoor tijdens zijn afwezigheid werd bemand door zijn echtgenote en zijn dochter. Klager stelt daar tegenover dat het kantoor van verweerder onbereikbaar was. Ter zake staan de standpunten van klager en verweerder tegenover elkaar. Nu niet is komen vast te staan dat klager het kantoor van verweerder tevergeefs telefonisch heeft benaderd, kan ook het tweede klachtonderdeel niet tot gegrondheid leiden.

5.4      Het derde onderdeel van de klacht, dat verweerder in de procedure in eerste aanleg heeft nagelaten relevante stukken in te brengen, is door klager niet onderbouwd. Nu klager niet heeft onderbouwd welke stukken overgelegd hadden moeten worden, is niet komen vast te staan dat het verweten handelen heeft plaatsgevonden. Het derde onderdeel van de klacht is eveneens ongegrond. 

5.5      Het vierde onderdeel van de klacht heeft betrekking op de onzorgvuldige overdracht van het dossier. Van een behoorlijk handelend advocaat mag worden verwacht dat hij voor adequate vervanging zorgt bij – plotseling opkomende – afwezigheid. Dit geldt des te meer indien een advocaat alleen kantoor houdt en zijn zaken derhalve niet door een kantoorgenoot kunnen worden waargenomen. Een advocaat dient zorg te dragen voor schriftelijke vastlegging van de wijze waarop de advocaat bij zijn afwezigheid zorg draagt voor een goede vervanging of voor overdracht van het dossier. Van een advocaat die de praktijk in een eenmanspraktijk uitoefent mag worden verwacht dat hij met een andere advocaat een bindende afspraak maakt dat die advocaat hem zal vervangen bij (ongeplande) afwezigheid en dat het dossier aan die andere advocaat wordt overgedragen. Een verwijzing naar een andere advocaat, waarmee klaarblijkelijk vrijblijvende afspraken waren gemaakt, nu deze zich vrij voelde de zaak te weigeren, volstaat niet. Het valt verweerder tuchtrechtelijk aan te rekenen dat hij niet had voorzien in adequate vervanging of overdracht van het dossier bij zijn (plotseling opkomende) afwezigheid.

 

6          MAATREGEL

6.1      De raad acht gelet op het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, zoals omschreven onder  5.5 , de maatregel enkele waarschuwing passend en geboden.

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

verklaart de onderdelen 1, 2 en 3 van de klacht ongegrond;

verklaart onderdeel 4 van de klacht gegrond en legt ter zake aan verweerder de maatregel van enkele waarschuwing op.

 

Aldus gegeven door mr. P.H. Brandts, voorzitter, mrs. S.A.R. Lely, A.L.W.G. Houtakkers, A.J.F. van Dok en J.D.E. van den Heuvel, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 1 februari 2016.

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                  

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 1 februari 2016

 

verzonden aan:

-        klager

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-        verweerder

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

en voor zover deze ongegrond is verklaard tevens door

-       klager

-        de deken van de orde van advocaten te Zeeland-West-Brabant

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag

 

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres:

Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag

 

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is 088-2053777

 

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

 

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof:

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl