Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

25-01-2016

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2016:10

Zaaknummer

R. 4819/15.129

Inhoudsindicatie

Klacht over niet tijdig bezwaar maken tegen een terugvorderingsbesluit van het UWV, althans het niet tijdig aanvullen van de gronden. Als gevolg van deze door verweerder erkende beroepsfout is het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard en moet klager ruim € 36.000,- aan het UWV terugbetalen. Dat verweerder zich vervolgens aan gedragsregel 11 heeft gehouden doet aan het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen niets af, maar dit acht de raad wel van belang bij het bepalen van de op te leggen maatregel. Klacht gegrond zonder oplegging van maatregel.

Uitspraak

Beslissing van 25 januari 2016

in de zaak R. 4819/15.129

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 1 juli 2015 met kenmerk K035 2015 bm/ab, door de raad ontvangen op 2 juli 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 23 november 2015 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van de stukken die op grond van artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2    Verweerder heeft klager in 2014 bijgestaan in een bezwaarprocedure tegen het UWV. Verweerder heeft in die procedure verzuimd om tijdig de gronden van bezwaar aan te geven. Na het ontdekken van de voormelde beroepsfout, heeft verweerder klager hiervan in kennis gesteld. Hij heeft aansprakelijkheid erkend, aan klager de aansprakelijkstellingsprocedure uitgelegd, en hem terzake geadviseerd hoe verder te handelen. Tevens heeft verweerder zijn verzekeringsmaatschappij ingelicht.

2.3    Bij brief van 28 januari 2015 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij heeft verzuimd tijdig bezwaar te maken tegen een terugvorderingsbesluit van het UWV althans heeft verzuimd tijdig de gronden daarvoor aan te vullen. Als gevolg hiervan is het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard en moet klager ruim EURO 36.000,- aan UWV terugbetalen.

4    VERWEER

4.1    Verweerder heeft de gemaakte beroepsfout (termijnoverschrijding) erkend maar stelt zich op het standpunt dat hij vervolgens al het nodige heeft gedaan zodat geen sprake is van klachtwaardig handelen.

5    BEOORDELING

5.1    De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

5.2    De klacht betreft het optreden van verweerder als eigen advocaat.

5.3    De raad stelt vast dat niet in geschil is dat verweerder een beroepsfout heeft gemaakt. De raad is van oordeel dat deze handelwijze in strijd is met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht.

5.4    De raad overweegt dat gedragsregel 11 voorschrijft dat de advocaat die bemerkt dat hij tekort is geschoten in de behartiging van de belangen van zijn cliënt, zijn cliënt op de hoogte moet stellen en hem, zo nodig, moet adviseren onafhankelijk advies te vragen. Verweerder heeft aan deze vereisten voldaan. Dat doet aan het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerder als zodanig niets af, en de klacht is dus ook gegrond, maar de raad acht dit wel wel van belang voor de op te leggen maatregel.

6    MAATREGEL

6.1    Alles overziend acht de raad termen aanwezig af te zien van het opleggen van een maatregel.

BESLISSING

De Raad van Discipline:

-    verklaart de klacht gegrond;

-    ziet af van het opleggen van een maatregel.

Aldus gewezen door mr. M.P.J.G. Gőbbels, voorzitter, mrs. M.G. van den Boogerd, P.S. Kamminga, P.J.E.M. Nuiten en P.C.M. van Schijndel, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 25 januari 2016.

Griffier    Voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 26 januari 2016 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    verweerder

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053707. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

088-2053777 of griffie@hofvandiscipline.nl.

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl