Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-02-2016

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2016:38

Zaaknummer

15-209A

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond.

Uitspraak

 Beslissing van 2 februari 2016

in de zaak 15-209A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 29 september 2015 op de klacht van:

klagers

tegen:

  

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 19 december 2014 hebben klagers zich bij de deken beklaagd over verweerder.

1.2 Bij brief aan de raad van 27 augustus 2015 met kenmerk 4014-0972, door de raad ontvangen op 31 augustus 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 29 september 2015 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 1 oktober 2015 is verzonden aan klagers.

1.4 Bij brief van 13 oktober 2015, door de raad ontvangen op 14 oktober 2015, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 14 december 2015 in aanwezigheid van klager sub 1 en verweerder. Ter zitting is meegedeeld dat uitspraak zal worden gedaan op 8 februari 2016. Partijen zijn er nadien van in kennis gesteld dat uitspraak zal worden gedaan op 2 februari 2016.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift met bijlagen van klagers van 13 oktober 2015.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet komen neer op een herhaling van de klacht met een verzoek om herbeoordeling.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klagers aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klagers tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. D.H. Steenmetser-Bakker, voorzitter, mrs. G. Kaaij, B. Roodveldt, S. Wieberdink en C. Wiggers, leden, bijgestaan door mr. S. van Excel als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 2 februari 2016.

Griffier Voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 2 februari 2016 per aangetekende brief verzonden aan:

- klagers

- verweerder

en per gewone post aan:

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam.     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.