Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

14-03-2016

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2016:48

Zaaknummer

7577

Inhoudsindicatie

Beklag artikel 13 lid 1 Advocatenwet ongegrond. Klager heeft geen toelichting willen geven op zijn verzoek om aanwijzing van een advocaat. Uit de stukken kan het hof ook niet afleiden dat sprake is van een procedure die klager zou willen voeren en waarvoor bijstand van een advocaat is voorgeschreven. Het wrakingsverzoek wordt buiten behandeling gesteld op grond van een eerdere uitspraak van het hof.

Uitspraak

Beslissing

                           

van 14 maart 2016

in de zaak 7577

naar aanleiding van het beklag van:

klager

tegen:

de Deken van de Orde van Advocaten

in het arrondissement […]

de deken

1    HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET

Klager heeft op 5 maart 2015 bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement […], verder te noemen ‘de deken’, een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Bij brief van 12 juni 2015 heeft de deken dit verzoek afgewezen. In een klaagschrift gedateerd 22 juni 2015 heeft klager zich beklaagd over het feit dat de deken zijn verzoek heeft afgewezen.

2    HET GEDING BIJ HET HOF

2.1    Het klaagschrift is op 23 juni 2015 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de brief van de deken aan het hof van 9 juli 2015;

-    de brief van de deken aan het hof van 11 september 2015;

-    de zittingsnotitie van klager van 16 september 2015;

-    de zittingsnotitie van klager van 18 januari 2016. 

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 21 september 2015, waar klager is verschenen. Ter zitting heeft klager mrs. P.M.A. de Groot-van Dijken, G.J. Visser, J.S.W. Holtrop, N.H. van Everdingen en I.P.A. van Heijst, alsmede het gehele hof, gewraakt. Het wrakingsverzoek is op 9 oktober 2015 door de wrakingskamer behandeld. Ter zitting heeft klager de wrakingskamer van het hof gewraakt. Bij beslissing van 16 november 2015 heeft het hof het wrakingsverzoek van 9 oktober 2015 buiten behandeling gesteld, het wrakingsverzoek van 21 september 2015 afgewezen en bepaald dat een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling zal worden genomen.

2.4    Het hof heeft het beklag opnieuw mondeling behandeld ter openbare zitting van 18 januari 2016, waar klager is verschenen. De deken was met kennisgeving afwezig. Klager heeft opnieuw een wrakingsverzoek gedaan en heeft daarna de zitting verlaten.

3    FEITEN

Het volgende is komen vast te staan:

3.1    Bij brief van 5 maart 2015 heeft klager de deken gevraagd hem een advocaat aan te wijzen ex artikel 13 Advocatenwet. De deken heeft bij brief van 13 maart 2015 om uitleg van en toelichting op het verzoek aan klager gevraagd. De deken heeft dit verzoek nadien in meerdere brieven herhaald. Klager heeft in reactie hierop meerdere brieven gestuurd naar de deken.

3.2    De deken heeft het verzoek bij brief van 12 juni 2015 afgewezen op de grond dat de antwoorden van klager in zijn brieven niet de gewenste duidelijkheid gaven en hij daarom het verzoek niet kon beoordelen.

4    BEOORDELING

4.1    In zijn zittingsnotitie van 18 januari 2016 en ter zitting op 18 januari 2016 heeft klager verzocht om wraking van het zittingscollege. Op grond van de onder 2.3 genoemde uitspraak van het hof heeft het hof dit verzoek niet in behandeling genomen. Het hof is daarom toegekomen aan een inhoudelijke behandeling.

4.2    Klager heeft, ondanks uitdrukkelijk verzoek daartoe van het hof, op de zitting van 21 september 2015 en 18 januari 2016 geen nadere toelichting op zijn verzoek om toewijzing van een advocaat willen geven. Uit de door klager aan het hof overgelegde stukken kan het hof ook niet afleiden dat sprake is van een procedure die klager zou willen voeren en waarvoor bijstand van een advocaat is voorgeschreven. Reeds om die reden is het beklag van klager tegen de beslissing van de deken ongegrond.

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

-    stelt het wrakingsverzoek van klager van 18 januari 2016 tegen mrs. De Groot-van Dijken, Weerkamp, Van Emden-Geenen, Van Everdingen en Van Heijst buiten behandeling;

-    verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement […] van 12 juni 2015 ongegrond.

   

Aldus gewezen door mr. P.M.A. de Groot-van Dijken, voorzitter, mrs. M.L. Weerkamp, M.L.J.C. van Emden-Geenen, N.H. van Everdingen en I.P.A. van Heijst, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Kikkert, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2016.

   

griffier    voorzitter                          

De beslissing is verzonden op 14 maart 2016.