Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

17-08-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2015:197

Zaaknummer

15-33

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond. Klager werd bijgestaan door gemachtigde-niet-advocaat. De brief die verweerder rechtstreeks aan klager heeft gestuurd behelsde een aanzegging met rechtsgevolg. Zo’n brief mag rechtstreeks aan de wederpartij verstuurd worden. In het geval de wederpartij door een advocaat wordt bijgestaan, dient deze daarvan een afschrift te ontvangen, maar daarvan was hier geen sprake. Het had verweerder desondanks gesierd wanneer hij een afschrift van zijn brief aan klagers gemachtigde had gestuurd. Hij was dat ook van plan maar heeft dat per abuis niet gedaan. Niet zodanig ernstig dat verweerder ter zake een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

Uitspraak

Beslissing van 17 augustus 2015

in de zaak 15-33

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 1 april 2015 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 29 juni 2014 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

1.2    Bij brief aan de raad van 3 maart 2015 met kenmerk RvT 14-0222, door de raad ontvangen op 4 maart 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement [X] de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3    Bij beslissing van 1 april 2015 heeft de voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op  2 april 2015 is verzonden aan klager.

1.4    Bij brief van 7 april 2015, door de raad ontvangen op 10 april 2015, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 29 juni 2015 in aanwezigheid van zowel klager, bijgestaan door de heer [J], als verweerder.

1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 7 april 2015.

2    FEITEN EN KLACHT

Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2    Klager is niet geïnformeerd dat zijn zaak op 1 april 2015 behandeld zou worden.

3.3    Indien verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet, dan is zijn gedrag in ieder geval wel in strijd met de normen en waarden van fatsoen in de omgang met klager en zijn gemachtigde.

3.4    Wanneer de raad van discipline hierin geen bevoegdheid heeft, dan zal klager zijn heil elders (moeten) zoeken.

4    BEOORDELING

4.1    De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

4.2    Dat klager niet tevoren is geïnformeerd dat de voorzitter op 1 april 2015 op zijn klacht zou beslissen, is in overeenstemming met het stelsel van de Advocatenwet die in artikel 46g oud de mogelijkheid biedt dat een klacht binnen 30 dagen nadat hij ter kennis van de raad is gebracht, door de voorzitter als kennelijk ongegrond of kennelijk niet-ontvankelijk wordt afgewezen.

4.3    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden van verzet niet slagen. De voorzitter heeft de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. 

4.4    De brief die verweerder rechtstreeks aan klager heeft gestuurd behelsde een aanzegging met rechtsgevolg. Een zodanige brief mag rechtstreeks aan de wederpartij verstuurd worden. In het geval de wederpartij door een advocaat wordt bijgestaan, dient deze daarvan een afschrift te ontvangen, maar daarvan is hier geen sprake. Het had verweerder desondanks gesierd wanneer hij een afschrift van zijn brief aan klagers gemachtigde had gestuurd. Hij was dat ook van plan te doen en had dat ook zo aan klager geschreven. Dat hij dit voornemen per abuis niet ten uitvoer heeft gebracht is niet een zodanig ernstig nalaten dat verweerder ter zake een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

4.5    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. R.A. Steenbergen, voorzitter, mrs. F.L.M. Broeders, W.H. Kesler, C.W.J. Okkerse en P.P. Verdoorn, leden, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van

17 augustus 2015.

griffier    voorzitter