Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-03-2016

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2016:49

Zaaknummer

15-610/DB/LI

Inhoudsindicatie

Verweerder heeft, terwijl de zaak al voor vonnis stond, de rechtbank benaderd zonder vooraf toestemming van klager te vragen.

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond; enkele waarschuwing.

Uitspraak

 

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch

van 21 maart 2016

in de zaak 15-610/DB/LI

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

 

 

klager

 

 

tegen:

 

 

 

 

verweerder

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief van 17 oktober 2015 heeft klager zich bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg beklaagd over verweerder. Bij brief aan de raad van 2 december 2015 met kenmerk K15-132, door de raad ontvangen op 3 december 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 18 januari 2016 in aanwezigheid van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van de hiervoor genoemde brief van de deken met de daarbij behorende bijlagen.

 

 

2          FEITEN

2.1     Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.2     Klager en verweerder staan de wederzijdse partijen in een procedure bij. Klager heeft op 30 september 2015 een conclusie van dupliek in reconventie genomen, waarna de zaak voor vonnis is komen te staan. Op 14 oktober 2015 heeft verweerder een brief aan de rechtbank Limburg gezonden waarin hij bezwaar maakt tegen de door klager ingediende conclusie van dupliek in reconventie. Deze brief is gezonden aan de rechtbank zonder voorafgaande toestemming van klager.

 

3          klacht

3.1     De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder zich zonder toestemming van klager tot de rechter heeft gewend terwijl de zaak al voor vonnis stond.

 

4          VERWEER

4.1     Verweerder erkent dat hij op 14 oktober 2015 een brief aan de rechtbank Limburg heeft gezonden zonder dat hij daarvoor voorafgaande toestemming van klager had verkregen. Nadat verweerder zich aanvankelijk nog op het standpunt stelde dat door hem niet tuchtrechtelijk verwijtbaar werd gehandeld omdat hij enkel het  belang van zijn cliënt diende, heeft verweerder ter zitting aangegeven dat hij zich nu gerealiseerd heeft dat hij gedragsregel 15 lid 2 heeft geschonden. Verweerder erkent derhalve de aan hem verweten gedraging. Ter zitting heeft verweerder aangegeven in het vervolg anders met dit soort zaken om te zullen gaan en voortaan wel toestemming te zullen vragen.

 

5          BEOORDELING

5.1      De Advocatenwet is met ingang van 1 januari 2015 gewijzigd. Op klachten die tegen advocaten zijn ingediend vóór 1 januari 2015 blijven echter ingevolge artikel IVA van de Wet positie en toezicht advocatuur de paragrafen 4, 4a en 4b van de oude Advocatenwet, zoals deze luidden tot 1 januari 2015, van toepassing. De onderhavige klacht is bij de deken ingediend na 1 januari 2015 en wordt daarom door de raad behandeld en beoordeeld op grond van het nieuwe recht. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de nieuwe Advocatenwet bedoeld.

5.2      Zoals hiervoor bij het bespreken van het verweer al is aangegeven, heeft verweerder ter zitting erkend dat hij in strijd met de gedragsregels heeft gehandeld. Verweerder heeft nadrukkelijk aangegeven dat hij in de toekomst anders met dit soort kwesties om zal gaan. Dat neemt echter niet weg dat de overtreding van de gedragsregels zonder meer is komen vast te staan. De klacht van klager is derhalve gegrond.

 

6.      MAATREGEL, GRIFFIERECHT EN KOSTENVEROORDELING

6.1  De raad acht een waarschuwing op zijn plaats.

6.2  Aangezien de klacht gegrond is verklaard, moet verweerder het door klager  betaalde griffierecht aan hem vergoeden. De raad ziet, met name gelet op de houding van verweerder ter zitting, echter in dit specifieke geval geen reden voor het uitspreken van een kostenveroordeling of vergoeding van reiskosten.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt aan verweerder de maatregel van waarschuwing op;

-        veroordeelt verweerder tot betaling van het griffierecht van EUR 50 aan    klager.

 

Aldus gewezen door m r. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. L.J.G. de Haas, E.J.P.J.M. Kneepkens, leden, bijgestaan door mr. C.M. van den Reek als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 21 maart 2016.

 

Griffier                                                                                 Voorzitter

 

 

 

mededelingen van de griffier ter informatie:

 

verzending

 

Deze beslissing is in afschrift op 21 maart 2016

verzonden aan:

-  klager

-  verweerder

-  de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

-  de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

-  het College van Toezicht van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

 

rechtsmiddel

Van deze beslissing staat hoger beroep bij het Hof van Discipline open voor:

-  verweerder

-  de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg      

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.               Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag

 

b.               Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres:

Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag

 

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof via telefoonnummer 088-2053777.

c.            Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post, voorzien van een originele handtekening, te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

d.         Per e-mail

 

Het e-mailadres van het Hof van Discipline is: griffie@hofvandiscipline.nl .

 

Tegelijkertijd  met de indiening per e-mail dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post, voorzien van een originele handtekening, te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

 

Informatie ook op www.hofvandiscipline.nl