Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

22-04-2016

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2016:79

Zaaknummer

15-457/A/NH

Inhoudsindicatie

Verzetbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 22 maart 2016

in de zaak 15-457/A/NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 3 november 2015 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 12 december 2014, aangevuld bij brief van 16 februari 2015, heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerster.

1.2 Bij brief aan de raad van 12 oktober 2015, met kenmerk td/md/14-433, door de raad ontvangen op 13 oktober 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 3 november 2015 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op  3 november 2015 is verzonden aan klager.

1.4 Bij brief van 17 november 2015 door de raad ontvangen op 17 november 2015, aangevuld bij brief van 8 januari 2016 door de raad ontvangen op 8 januari 2016, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 2 februari 2016 in aanwezigheid van klager en verweerster.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 17 november 2015 zoals aangevuld bij brief van 8 januari 2016.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet strekken ertoe de klacht in volle omvang opnieuw te doen beoordelen.

4 BEOORDELING

4.1 De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

4.2 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.3 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

 verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. A.P Schoonbrood-Wessels, voorzitter, mrs.  J.J. Trap, M. Ynzonides, E.C. Gelok, N.M.N. Klazinga, leden, bijgestaan door mr. J.H. Bennaars als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 22 maart 2016.

Griffier Voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 22 maart 2016 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

en per gewone post aan:

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland.     

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Op grond van artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.