Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

24-02-2016

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2016:60

Zaaknummer

16-096/DB/ZWB

Inhoudsindicatie

 Advocaat mag afgaan op  feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft. Sommatie is bedoeld om de wederpartij tot betaloing te bewegen. Niet nodeloos grievend. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

 

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van 24 februari 2016

in de zaak 16-096/DB/ZWB

naar aanleiding van de klacht van:

 

klaagster

tegen:

 

   

verweerder

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant (hierna: de deken) van 1 februari 2016 met kenmerk K15-093, door de raad ontvangen op 2 februari 2016, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1             FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.

1.1      Klaagster is op 8 februari 2011 gescheiden van haar toenmalige echtgenoot. De gevolgen van de echtscheiding zijn vastgelegd in een echtscheidingsconvenant, welk convenant op 28 juli 2012 is ondertekend. Verweerster is de advocaat van de voormalig echtgenoot van klaagster.

1.2      Bij brief d.d. 26 juni 2015 heeft verweerster klaagster gesommeerd tot betaling van een bedrag van (omstreeks) € 190.000,--. In deze brief heeft verweerster aan klaagster medegedeeld dat is geconstateerd dat klaagster gelden buiten de verdeling heeft gehouden omdat een bankrekening bij de ING-bank niet in de verdeling was betrokken, welke gelden alsnog met haar voormalig echtgenoot moesten worden afgerekend. Bij e-mailbericht d.d. 2 juli 2015 heeft de gemachtigde van klaagster verweerster bericht dat klaagster zich zeer gegriefd voelde over de inhoud van verweersters brief en dat van verzwijging van vermogensbestanddelen zijdens klaagster geen sprake was. Bij e-mailbericht d.d. 3 juli 2015 heeft verweerster op het e-mailbericht van de gemachtigde van klaagster gereageerd met de mededeling dat het haar in haar hoedanigheid van advocaat van de wederpartij vrijstond om namens haar cliënt een sommatiebrief te sturen en dat zij zich daarbij mocht baseren op de door haar cliënt aan haar verstrekte gegevens.

1.3      Op 7 juli 2015 heeft een bespreking plaatsgevonden ten kantore van verweerster. Klaagster en klaagsters gemachtigde zijn te woord gestaan door verweerster en een kantoorgenote van verweerster. Tijdens deze bespreking heeft (de gemachtigde van) klaagster stukken overhandigd aan verweerster. Met deze stukken beoogde klaagster aan te tonen dat de vordering van verweersters cliënt onjuist was. Op 14 augustus 2015 heeft de gemachtigde van klaagster een e-mailbericht gestuurd aan verweerster waarin hij zijn ongenoegen uit over de aanpak van de zaak door verweerster en waarin hij verweerster mededeelt dat verweerster en haar kantoorgenote klaagster op 7 juli 2015 hebben verzekerd dat verweerster de zaak zou sluiten, ook als verweersters cliënt zou persisteren bij zijn vordering.

1.4      Bij brief van 14 september 2015 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerster.

 

2             KLACHT

2.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij:

1.    geen onderzoek heeft gedaan naar de juistheid van de vordering van haar cliënt;

2.    direct een sommatiebrief heeft gestuurd, in plaats van eerst om informatie te verzoeken;

3.    haar toezegging, om de zaak te sluiten als zij geen heil zag in de vordering van haar cliënt, niet is nagekomen.

 

 

 

3             VERWEER

3.1      Klachtonderdelen 1 en 2

Verweerster heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Verweerster is afgegaan op het echtscheidingsconvenant, de gegevens van de ING-rekening en op hetgeen haar cliënt haar heeft medegedeeld. Verweersters cliënt stelde zich op het standpunt dat er sprake was van een vergeten vermogensbestanddeel dat niet was meegenomen bij de boedelverdeling. Verweerster mocht uitgaan van de juistheid van de informatie die zij van haar cliënt had verkregen en daarom heeft zij ervoor gekozen om een sommatiebrief te sturen. Op die manier zou namelijk ook de verjaring worden gestuit.

3.2      Klachtonderdeel 3

Verweerster heeft gezegd dat zij geen procedure zou aanspannen indien zij wist dat bepaalde stellingen onjuist waren. Verweerster heeft echter geenszins met klaagster afgesproken dat het dossier zonder toestemming van de cliënt zou worden gesloten. Verweerster kan niet alleen afgaan op klaagsters mededelingen. Verweerster zal eerst haar cliënt met het verweer van klaagster moeten confronteren. Vervolgens heeft verweersters cliënt nadere gegevens beschikbaar gesteld en heeft verweerster hem geadviseerd. Verweerster heeft (de gemachtigde van) klaagster bericht dat (de gemachtigde van) klaagster nader zou worden geïnformeerd zodra dat mogelijk was. De bestudering van de zaak vergde tijd, er was sprake van nieuwe stukken die met de cliënt moesten worden besproken en het was vakantieperiode. Verweerster heeft zorgvuldig gehandeld.

 

4             BEOORDELING

4.1       De klacht heeft betrekking op het optreden van verweerster in haar hoedanigheid van advocaat van de wederpartij. De voorzitter overweegt dat de advocaat van de wederpartij een ruime mate van vrijheid geniet om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met zijn cliënt goeddunkt. Deze vrijheid is niet absoluut, maar kan onder meer beperkt worden doordat (a) de advocaat zich niet onnodig grievend mag uitlaten over de wederpartij, (b) de advocaat geen feiten mag poneren waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen, (c) de advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij niet onnodig of onevenredig mag schaden zonder redelijk doel. Daarbij geldt voorts dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft, en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid daarvan en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. De advocaat behoeft in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat hij voor zijn cliënt wil bereiken met de middelen waarvan hij zich bedient, opweegt tegen het nadeel dat hij daarmee aan de wederpartij toebrengt. Wel moet de advocaat zich onthouden van middelen die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die, zonder dat zij tot enig noemenswaardig voordeel van zijn cliënt strekken, onevenredig nadeel aan de wederpartij toebrengen. De voorzitter zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.  

4.2       Klachtonderdeel 1

            Uit de aan de raad overgelegde stukken blijkt dat verweerster klaagster een sommatiebrief heeft gestuurd waarin is vermeld dat door klaagster bij de afwikkeling van de echtscheiding gelden buiten de verdeling zijn gehouden. Zoals overwogen onder 4.1 mag de advocaat in beginsel afgaan op het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft. Als niet dan wel onvoldoende weersproken staat vast dat verweerster, op het moment dat zij de sommatiebrief verzond, beschikte over het echtscheidingsconvenant en de gegevens van de bankrekening bij de ING-bank. Kennelijk was dit voor verweerster voldoende om aan de volledigheid van het convenant te twijfelen. De voorzitter is niet gebleken van feiten of omstandigheden op basis waarvan verweerster aan de juistheid van het door haar cliënt aan haar verstrekte feitenmateriaal moest twijfelen. Het eerste onderdeel van de klacht is derhalve kennelijk ongegrond.

4.3       Klachtonderdeel 2

De voorzitter overweegt dat voorstelbaar is dat de inhoud en toonzetting van verweersters brief d.d. 26 juni 2015 voor klaagster niet aangenaam waren, maar dit betekent niet dat verweerster de grenzen van de aan haar in haar hoedanigheid van advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid heeft overschreden. Het doel van verweersters cliënt was klaagster tot betaling te bewegen. In dat kader stond het verweerster vrij om ervoor te kiezen een sommatiebrief aan klaagster te sturen. Naar het oordeel van de voorzitter is de inhoud van verweersters brief niet onnodig grievend. De brief is opgesteld in zakelijke bewoordingen en de inhoud van de brief is functioneel. De voorzitter is dan ook van oordeel dat ook het tweede onderdeel van de klacht kennelijk ongegrond is.

4.4       Klachtonderdeel 3

            Klaagster heeft gesteld dat verweerster heeft toegezegd dat zij het dossier zonder overleg met haar cliënt zou sluiten indien zij geen heil zag in de vordering van haar cliënt. Verweerster heeft deze stelling uitdrukkelijk en gemotiveerd weersproken. Klaagster heeft haar stelling onderbouwd met een verwijzing naar het e-mailbericht van haar gemachtigde d.d. 14 augustus 2015, maar een verklaring van klaagsters gemachtigde kan niet dienen tot bewijs van klaagsters stellingen.

 

4.5       In dergelijke gevallen, waarin de lezingen van partijen omtrent de inhoud van de klacht uiteen lopen en niet goed kan worden vastgesteld welke van beide lezingen het meest aannemelijk is, kan die klacht c.q. dat klachtonderdeel in beginsel niet gegrond worden verklaard. Dit berust niet hierop dat het woord van klaagster minder geloof verdient dan het woord van verweerster maar op de omstandigheid dat voor het oordeel dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld eerst voldoende aannemelijk moet zijn dat het verweten handelen feitelijk heeft plaatsgevonden. Dat nu is voor wat betreft dit onderdeel van de klacht niet het geval. De voorzitter is van oordeel dat klachtonderdeel 3 eveneens kennelijk ongegrond is.

 

4.6       Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht met toepassing van artikel 46j Advocatenwet in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaren.

 

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, in alle onderdelen kennelijk ongegrond

 

Aldus beslist door mr. M.M.T. Coenegracht, voorzitter, met bijstand van mr. T.H.G. van de Langenberg als griffier op 24 februari 2016  

 

 

Griffier                                            Voorzitter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

mededelingen van de griffier ter informatie:

 

Deze beslissing is in afschrift op 1 maart 2016

                                                                         

verzonden aan:

-     klager/klaagster

-     verweerder/verweerster

-     de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant

 

 

Ingevolge artikelen 46j en 46h van de Advocatenwet kunnen klager/klaagster, verweerder/verweerster en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch.

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven.

De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.

 

                     Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

                     a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

 

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw, Sluissingel 20, Breda

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is

088-2053737

 

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.

 

 

Informatie ook op raadvandiscipline.nl