Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

09-11-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2015:220

Zaaknummer

15-72

Inhoudsindicatie

Klacht tegen eigen advocaat in arbeidszaak bij voorzittersbeslissing kennelijk ongegrond verklaard. Ook het verzet is ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 9 november 2015

in de zaak 15-72

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 1 juni 2015 op de klacht van:

de heer [naam]

[adres]

klager

tegen:

1. mr. [naam]

verweerder sub 1

2. mr. [naam]

verweerster sub 2

beiden advocaat te [plaats]

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 12 mei 2015 met kenmerk RvT 14-0322, door de raad ontvangen op 13 mei 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het  arrondissement Midden-Nederland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 1 juni 2015 heeft de voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond respectievelijk kennelijk niet ontvankelijk afgewezen, welke beslissing op 1 juni 2015 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 5 juni 2015 door de raad ontvangen op 8 juni 2015, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 31 augustus 2015 in aanwezigheid van klager en verweerders. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 5 juni 2015.

2  FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

3  VERZET

3.1  De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in. Klager herhaalt in zijn verzetschrift hetgeen hij ook in de klachtbrief heeft geschreven, dat hij niet tevreden is over de uitkomst van de procedure. Doordat de voorzitter zijn klacht heeft afgewezen voelt het voor hem alsof hij schuldig is aan zijn eigen ontslag.

4  BEOORDELING

4.1  De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

4.2  De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond dan wel kennelijk niet ontvankelijk bevonden.

4.3  Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door: mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter, mrs. H. Dulack, K.F. Leenhouts, R.P.F. van der Mark en A.S. Zweerman – Oude Breuil, leden, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van  9 november 2015.

griffier voorzitter