Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-12-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2015:236

Zaaknummer

15-13

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond. Geen nieuwe gezichtspunten.

Uitspraak

Beslissing van 21 december 2015

in de zaak 15-13

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 2 maart 2015 op de klacht van:

klager

tegen:

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 21 november 2014 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.

1.2    Bij brief aan de raad van 2 februari 2015 met kenmerk [K], door de raad ontvangen op 3 februari 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement [X] de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3    Bij beslissing van 2 maart 2015 heeft de voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen, welke beslissing op 2 maart 2015 is verzonden aan klager.

1.4    Bij brief van 12 maart 2015, door de raad ontvangen op 13 maart 2015, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 9 november 2015 in aanwezigheid van alleen verweerder. Klager is om gezondheidsredenen niet verschenen.

1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 12 maart 2015.

2    FEITEN EN KLACHT

Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Klager is het met die omschrijving van de klacht niet eens. In het verzetschrift heeft klager echter verzuimd aan te geven wat dan wel zijn klacht is.

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2    Klager heeft in zijn verzetschrift uiteengezet hoe zijns inziens een boedelverdeling behoort plaats te vinden. Hij meent dat verweerder zijn cliënte heeft geadviseerd om in strijd met die verdelingsregels te handelen. Volgens klager heeft de voorzitter dat niet gezien.

3.3    De voorzitter heeft volgens klager evenmin gezien dat verweerder zijn cliënte niet corrigeert wanneer zij hun zoon misbruik laat maken van de echtscheiding waarin zij zich bevinden.

4    BEOORDELING

4.1    De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

4.2    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op de relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden van het verzet niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.3    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. R.A. Steenbergen, voorzitter, mrs. F.L.M. Broeders, R.J.A. Dil, H. Dulack en A.M.T. Weersink, leden, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 21 december 2015.

griffier    voorzitter