Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

17-05-2016

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2016:114

Zaaknummer

15-647/A/A

Inhoudsindicatie

Verzetzaak. Heroverweging van de voorzittersbeslissing. Voorzitter heeft juiste maatstaf aangelegd. Geen nieuwe inzichten. Ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam

van 17 mei 2016

in de zaak 15-647/A/A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 7 januari 2016 op de klacht van:

klaagster

tegen:

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 7 februari 2015 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Bij brief aan de raad van 10 december 2015 met kenmerk 4015-0094, door de raad ontvangen op 11 december 2015, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 7 januari 2016 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 7 januari 2016 is verzonden aan klaagster.

1.4 Bij brief van (kennelijk abusievelijk gedateerd) 16 januari 2015, door de raad ontvangen op 15 januari 2016, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 22 maart 2016 in aanwezigheid van partijen.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klaagster zoals ontvangen op 15 januari 2016. De raad heeft eveneens kennisgenomen van de brief van 30 januari 2016 (ontvangen op 2 februari 2016) en het gedeelte van een vervolgbeslissing van de Klachtencommissie GGZ inGeest, Arkin, AMC Psychiatrie, Sinai Centrum d.d. 5 november 2012 van een anonieme afzender door de raad ontvangen op 19 februari 2016.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klaagster in verzet niet op.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet strekken ertoe de klacht in volle omvang opnieuw te doen beoordelen.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. C.L.J.M. de Waal, voorzitter, mrs. J.J. Trap, M. Ynzonides, leden, bijgestaan door mr. J.H. Bennaars als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 17 mei 2016.

 

Griffier Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 17 mei 2016

verzonden aan:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam.

Op grond van artikel 46h lid 7 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.