Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

23-05-2016

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2016:83

Zaaknummer

15-646/DB/ZWB

Inhoudsindicatie

Klager heeft verzet aangetekend tegen de uitspraak van de voorzitter, maar heeft daarbij de termijn voor indiening van dat verzet overschreden. Termijnoverschrijding niet verschoonbaar.

Inhoudsindicatie

Verzet niet ontvankelijk.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch

van 23 mei 2016

in de zaak 15-646/DB/ZWB

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

klager

 

tegen:

 

 

verweerder

 

1          Verloop van de procedure

1.1       Bij brief van 21 mei 2015 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2       Bij brief aan de raad van 7 december 2015 met kenmerk K15-066, door de raad ontvangen op 8 december 2015, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3       Bij beslissing van 29 december 2015 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 29 december 2015 is verzonden aan klager.

1.4       Bij brief van 29 januari 2016 door de raad ontvangen op 29 januari 2016, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5       Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 21 maart 2016 in aanwezigheid van klager. Verweerder is zonder bericht van verhindering niet verschenen.

1.6       De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 29 januari 2016, met bijlagen.

 

2          FEITEN EN KLACHT

2.1      Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

 

3          verzet

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

3.1      Klager beschuldigt verweerder ervan dat hij nalatig is geweest in de behandeling van zijn klacht tegen zijn belagers en afpersers. De voorzitter heeft miskend dat verweerder niets voor klager heeft gedaan. Verweerder heeft daarnaast correspondentie over de klacht van klager tegen de belagers van klager behandeld en privégegevens van klager aan de deurwaarder doorgegeven.

 

4          BEOORDELING

4.1      De beslissing van de voorzitter dateert van 29 december 2015. De beslissing is op diezelfde dag aan klager verzonden. De verzettermijn bedraagt 30 dagen.

4.2      Het verzet van klager is ontvangen op 29 januari 2016. De verzettermijn verliep op 28 januari 2016. Het verzet is derhalve ontvangen nadat de verzettermijn van 30 dagen was verstreken. Klager heeft desgevraagd aangegeven dat hij zich niet heeft gerealiseerd dat de verzettermijn 30 dagen was en niet een maand. De raad is van oordeel dat de overschrijding van de termijn van 30 dagen niet verschoonbaar is. Het verzet is daarom niet-ontvankelijk.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet niet-ontvankelijk

 

Aldus beslist door mr. M.M.T. Coengracht , voorzitter, mrs. L.W.M. Caudri, LR.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. C.M. van den Reek als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 23 mei 2016.

 

Griffier                                              Voorzitter

 

 

 

 

 

mededelingen van de griffier ter informatie:

 

Deze beslissing is in afschrift op 23 mei 2016

verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant.

 

Op grond van artikel 46h lid 7 Advocatenwet staat tegen deze beslissing, voor zover het verzet on gegrond is verklaard, geen rechtsmiddel open.