Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

30-05-2016

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2016:91

Zaaknummer

15-681/DB/LI

Inhoudsindicatie

Verzet niet-tijdig door de raad ontvangen en niet van een verschoonbare reden gebleken.

Inhoudsindicatie

Verzet niet-ontvankelijk.

Uitspraak

 

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch van 30 mei 2016

in de zaak 15-681/DB/LI

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline van 7 januari 2016 op de klacht van:

 

klager

 

 

tegen:

 

verweerder

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief van 5 juni 2015 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.

1.2      Bij brief aan de raad van 18 december 2015 met kenmerk K15-055, door de raad ontvangen op 21 december 2015, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3      Bij beslissing van 7 januari 2016 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter beslist dat de klacht niet-ontvankelijk is ingevolge artikel 46g lid 1, aanhef en sub a Advocatenwet, welke beslissing op 18 januari 2016   is verzonden aan klager.

1.4      Bij brief van 18 februari 2016 , door de raad ontvangen op 19 februari 2016, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5      Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 4 april 2016 in aanwezigheid van klager en de gemachtigde van klager. Verweerder heeft de raad bij brief dd. 1 april 2016 bericht niet ter zitting te zullen verschijnen.

1.6      De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 18 februari 2016 en de brief van de gemachtigde van klager van 21 maart 2016, met bijlage.

 

2          FEITEN en KLACHT

2.1      Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

 

 

3          VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

3.1     Verweerder heeft in strijd gehandeld met hetgeen van een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat mag worden verwacht doordat hij de overeenkomst van opdracht niet volledig heeft uitgevoerd. Klager is er pas vrij recent achter gekomen dat in 2006 een bedrag van              € 30.350,00 is gevorderd. Hij is onvoldoende voorgelicht door verweerder. Klager is er al die tijd in gerechtvaardigd vertrouwen van uit gegaan dat verweerder ook op enigerlei wijze zorg zou dragen of zich moeite zou getroosten voor inning van de restantschade via de civielrechtelijke weg.

 

4.      BEOORDELING

4.1     Ingevolge artikel 46h lid 1 Advocatenwet kon klager binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van de beslissing van de voorzitter van 7 januari 2016, verzonden op 18 januari 2016, schriftelijk verzet doen tegen deze beslissing bij de Raad van Discipline. De termijn van dertig dagen ging in op de dag volgend op die van verzending van de beslissing, derhalve op 19 januari 2016. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn, derhalve uiterlijk op 17 februari 2016, diende het verzetschrift ontvangen te zijn op de griffie van de raad van discipline.

4.2     Het verzetschrift is op 18 februari 2016 per e-mail en per post verzonden en door de raad per e-mail op 18 februari 2016 en op 19 februari 2016 per post ontvangen. Nu het verzet niet tijdig door de raad is ontvangen en de raad niet van een verschoonbare reden voor de termijnoverschrijding is gebleken, zal de raad het verzet niet-ontvankelijk verklaren.

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

 

Aldus beslist door mr. P. H. Brandts, voorzitter, mrs. J.D.E. van den Heuvel, S.A.R. Lely, A.J.F. van Dok en A.L.W.G. Houtakkers , leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 30 mei 2016.

 

 

Griffier                                                                                            Voorzitter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

mededelingen van de griffier ter informatie:

 

Deze beslissing is in afschrift op 30 mei 2016

 

verzonden aan:

-           klager

-           verweerder

-           de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.

 

 

 

Op grond van artikel 46h lid 7 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.