Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

01-06-2016

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2016:98

Zaaknummer

16-495/DB?LI

Inhoudsindicatie

De raad is niet bevoegd om kennis te nemen van klachten die betrekking hebben op periode nadat advocaat zich van het tableau heeft doen schrappen.Klachten over periode voor 6 oktober 2008 niet-ontvankelijk ex art. 49 g lid 1 sub a. Klacht niet-ontvankelijk/raad niet bevoegd.

Uitspraak

 

Beslissing van 1 juni 2016

in de zaak 16-495/DB/LI

 

naar aanleiding van de klacht van:

                                                         

           

klager

 

 

tegen:

 

                                                                     

 

verweerder

 

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de (waarnemend) deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg van 25 mei 2016 met kenmerk K15-008 , door de raad ontvangen op 26 mei 2016, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1             Verweerder heeft klager vanaf juli 2007 in diverse geschillen en procedures bijgestaan, aanvankelijk in zijn hoedanigheid van advocaat, later als juridisch adviseur. Verweerder heeft zich op 6 oktober 2008 als advocaat  laten schrappen van het tableau van de Nederlandse orde van advocaten.

1.2             Klager heeft bij brief van 2 februari 2015 bij de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Limburg een klacht over verweerder ingediend.

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 van de  Advocatenwet doordat:

 

verweerder de belangen van klager in diverse procedures in de periode 2007 – 2015 niet naar behoren heeft behartigd.

 

 

4.           BEOORDELING

4.1         Het advocatentuchtrecht is enkel van toepassing op advocaten die zijn ingeschreven op het tableau van de Nederlands orde van advocaten. Aangezien verweerder met ingang van 6 oktober 2008 niet meer staat ingeschreven is het advocatentuchtrecht enkel van toepassing op gedragingen van verweerder tot 6 oktober 2008. De raad is derhalve niet bevoegd de klacht van klager te beoordelen, voor zover deze betrekking heeft op gedragingen van verweerder in de periode na 6 oktober 2008.

4.2         Ingevolge het bepaalde in artikel 46 g lid 1 sub a wordt een klacht door de voorzitter niet-ontvankelijk verklaard indien de klacht wordt ingediend na verloop van drie jaren na de dag waarop klager heeft kennisgenomen of redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het handelen of nalaten van de advocaat waarop de klacht betrekking heeft. Klager heeft zich in februari 2015 met een klacht tot de deken gewend zodat voor zover de klacht betrekking heeft op het handelen of nalaten van verweerder in de periode van juli 2007 tot 6 oktober 2008 meer dan zeven jaar is verstreken.

4.3         Op grond van het voorgaande zal de voorzitter met toepassing van artikel 46 g lid 1 sub a van de Advocatenwet de klacht niet-ontvankelijk verklaren voor zover deze betrekking heeft op het handelen of nalaten van verweerder in de periode van juli 2007 tot 6 oktober 2008 en voor zover de klacht betrekking heeft op gedragingen van verweerder in de periode  6 oktober 2008 tot 2 februari 2015 met toepassing van artikel 46 j lid 1 sub a Advocatenwet beslissen dat de raad kennelijk onbevoegd is om van de klacht kennis te nemen.

 

 

 

 

BESLISSING

                                 

De voorzitter

 

verklaart de klacht voor zover deze betrekking heeft op gedragingen van verweerder in de periode van juni 2007 tot 6 oktober 2008 niet ontvankelijk;

beslist dat de raad voor zover de klacht betrekking heeft op gedragingen van verweerder in de periode van 6 oktober 2008 tot 2 februari 2015 kennelijk onbevoegd is om van de klacht kennis te nemen.

 

Aldus beslist door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal ,  als griffier op 1 juni 2016.

 

 

Griffier                                              Voorzitter

 

 

 

mededelingen van de griffier ter informatie:

 

Deze beslissing is in afschrift op 6 juni 2016

                                                                         

verzonden aan:

- klager

-  verweerder

-  de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg.

 

 

Ingevolge artikelen 46j en 46h van de Advocatenwet kunnen klager en, verweerder en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch,

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven.

De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.

 

                     Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

                     a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

 

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw, Sluissingel 20, Breda

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is

088-2053737

 

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.

 

 

Informatie ook op raadvandiscipline.nl