Rechtspraak
Uitspraakdatum
20-06-2016
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2016:108
Zaaknummer
16-113/DB/LI/D
Inhoudsindicatie
Advocaat heeft niet althans niet tijdig gereageerd op verzoeken van de deken en de toezichthouder van de Unit FTA om toezending van de in het kader van het onderzoek benodigde financiële gegevens ten aanzien van zijn praktijkvoering en daardoor de deken in zijn toezichthoudende taak en in het verlengde daarvan de toezichthouder van de Unit FTA in diens onderzoek belemmerd. Advocaat is al eerder tuchtrechtelijk veroordeeld voor vergelijkbaar handelen.
Inhoudsindicatie
Bezwaar gegrond, voorwaardelijke schorsing 2 weken, prft 2 jaar.
Inhoudsindicatie
Verkorting termijn ex artikel 8a lid 3 Advocatenwet tot 2 jaar.
Inhoudsindicatie
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch
van 20 juni 2016
in de zaak 16-113/DB/LI/D
naar aanleiding van het bezwaar van:
deken
tegen:
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 4 februari 2016 heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg bij de raad van discipline een bezwaar ingediend tegen verweerder.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 9 mei 2016 in aanwezigheid van de deken en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- de brief van de deken dd. 4 februari 2016, met bijlagen.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan.
2.1 De deken heeft op 23 februari 2015 de Unit FTA verzocht een onderzoek uit te voeren bij het kantoor van verweerder. Op 29 april 2015 heeft een kantoorbezoek plaatsgevonden. Op 12 augustus 2015 heeft een tweede kantoorbezoek in aanwezigheid van de toezichthouder Unit FTA, verder te noemen mr. X, plaatsgevonden. Mr. X heeft per e-mail dd. 13 augustus 2015 aan verweerder geschreven dat tijdens het kantoorbezoek niet alle afgesproken documentatie beschikbaar was en de daarover op 12 augustus 2015 gemaakte afspraken bevestigd. Mr. X heeft per email aan verweerder verzocht de afgesproken documentatie per omgaande toe te zenden.
2.2 De deken heeft verweerder bij brief dd. 12 oktober 2015 geschreven een dekenbezwaar tegen hem te zullen indienen wanneer hij niet uiterlijk 16 oktober 2015 in het bezit was gesteld van de gevraagde financiële stukken, onder verwijzing naar de e-mail van mr. X van 23 juni 2015. Verweerder verzocht bij brief dd. 19 oktober 2015 om een uitstel van twee weken voor het aanleveren van de gevraagde stukken. Verweerder heeft op 26 november 2015 de voorlopige jaarcijfers 2012, 2013 en 2014 aan de deken toegezonden. Mr. X heeft op 22 december 2015 verslag gedaan van zijn bevindingen.
2.3 De deken heeft verweerder bij brief dd. 4 januari 2016 opgedragen hem binnen twee weken de eerder opgevraagde voorlopige cijfers over de eerste 6 maanden van 2015, aangevuld met de cijfers over het derde kwartaal 2015 te doen toekomen. De deken heeft bij brief dd. 21 januari 2016 gerappelleerd en verweerder een dekenbezwaar in het vooruitzicht gesteld indien hij in gebreke zou blijven. Verweerder heeft niet gereageerd op de brieven van de deken.
3 bezwaar
3.1 Het bezwaar houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
verweerder stelselmatig afspraken in het kader van kantoorbezoek niet of te laat is nagekomen en niet heeft voldaan aan verzoeken en rappels van de deken tot het verstrekken van actuele financiële cijfers, met als gevolg dat de deken is belemmerd in zijn toezichthoudende taak.
3.2 De deken heeft het volgende ter toelichting op zijn bezwaar naar voren gebracht:
Actueel inzicht in de cijfers is onontbeerlijk aangezien het onderzoek heeft geleid tot de conclusie dat de financiële positie van het kantoor van verweerder ultimo 2014 reden geeft tot zorg en dat verbetering van de financiële positie van het kantoor hoge prioriteit dient te krijgen.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft problemen ondervonden in de samenwerking met zijn accountant. Daarom heeft hij zich in januari 2016 tot een andere accountant gewend. De jaarcijfers over 2012-2014 liggen inmiddels bij mr. X. De nieuwe accountant van verweerder is bezig met de jaarcijfers over 2015. Alles wat verweerder heeft bevindt zich bij mr. X. Naar verwachting zijn alle cijfers over 2015 eind mei 2016 gereed.
4.2 Verweerder heeft niet gereageerd op de brief van de deken van 4 januari 2016. Hij communiceerde vooral met mr. X. De brief van 21 januari 2016 heeft hij door een onjuiste bezorging pas op 3 februari 2016 ontvangen. Verweerder was toen druk doende met het verkrijgen van de voorlopige cijfers over 2015. Het was beter geweest indien hij de deken had geïnformeerd over de stand van zaken.
5 BEOORDELING
5.1 In de advocatenwet is aan aan de deken onder meer opgedragen toe te zien op de naleving van de plichten van de advocaat die hem bij de Verordening op de Advocatuur zijn opgelegd. Het was in dat kader dat de deken de Unit FTA heeft verzocht een onderzoek uit te voeren bij het kantoor van verweerder en dat op 29 april en 12 augustus 2015 bij het kantoor van verweerder kantoorbezoeken hebben plaatsgevonden. Omdat niet alle benodigde jaarcijfers beschikbaar waren, zijn met verweerder afspraken gemaakt over de aanlevering van de jaarcijfers over de jaren 2012-2014 en de kwartaalcijfers over 2015, welke afspraken door mr. X op 13 augustus 2015 zijn bevestigd. Verweerder heeft pas na diverse aanmaningen op 26 november 2015 de jaarcijfers over de jaren 2012-2014 aan mr. X toegezonden.
5.2 Vast staat dat verweerder niet heeft gereageerd op de brief van de deken van 4 januari 2016 waarbij hij verweerder verzocht om toezending van de ontbrekende voorlopige cijfers over de eerste drie kwartalen van 2015, noch op het rappel van de deken van 21 januari 2016. Verweerder stelt deze laatste brief door een onjuiste bezorging pas op 3 februari 2016 te hebben ontvangen. Wat hiervan ook moge zijn, vast staat dat verweerder, nadat hij al enkele maanden diverse malen was gerappeleerd om de eerder gemaakte afspraken na te komen en de benodgde jaarcijfers aan te leveren, niet heeft gereageerd op de door hem ontvangen brief van de deken van 4 januari 2016. Voor zover verweerder ten gevolge van de wisseling van zijn accountant niet in staat was de jaarcijfers tijdig aan te leveren had het in ieder geval op de weg van verweerder gelegen de deken hierover te informeren. Door niet te reageren heeft verweerder de deken in zijn toezichthoudende taak belemmerd en aldus niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt zodat het bezwaar gegrond is.
6 MAATREGEL
6.1 Door niet althans niet tijdig te reageren op verzoeken van de deken en de toezichthouder van de Unit FTA om toezending van de in het kader van het onderzoek benodigde financiële gegevens ten aanzien van zijn praktijkvoering heeft verweerder de deken in zijn toezichthoudende taak en in het verlengde daarvan de toezichthouder van de Unit FTA in diens onderzoek belemmerd. Het belemmeren van de deken in zijn toezichthoudende taakuitoefening rechtvaardigt op zich al een zware tuchtrechtelijke maatregel.
6.2 De onderhavige klachtzaak staat echter niet op zichzelf. Aan verweerder is bij onherroepelijke beslissingen van de raad van 27 mei 2013 en 25 november 2013 tweemaal een berisping opgelegd voor vergelijkbaar tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.
6.3 De ernst van de aan verweerder te maken tuchtrechtelijke verwijten en het tuchtrechtelijk verleden van verweerder in aanmerking genomen, is de raad van oordeel dat thans niet kan worden volstaan met een lichtere dan de hierna op te leggen maatregel.
7 KOSTENVEROORDELING
7.1 De raad ziet aanleiding om verweerder overeenkomstig artikel 48, zesde lid, Advocatenwet te veroordelen in de kosten die ten laste komen van de Nederlandse Orde van Advocaten in verband met de behandeling van de zaak. Deze kosten worden vastgesteld op EUR 1.000 en moeten binnen vier weken na het onherroepelijk worden van deze beslissing aan de Nederlandse Orde van Advocaten worden betaald. Dit bedrag kan worden betaald op rekeningnummer IBAN:NL85 INGB 0000 079000, BIC:INGBNL2A, t.n.v. Nederlandse Orde van Advocaten, Den Haag, onder vermelding van “kostenveroordeling” en het zaaknummer.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het bezwaar gegrond;
- legt aan verweerder op de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van twee weken, met bepaling dat deze maatregel niet zal worden ten uitvoer gelegd tenzij de raad later anders mocht bepalen op grond dat verweerder zich voor het einde van de proeftijd, welke de raad stelt op 2 jaar aan een in artikel 46 van de advocatenwet bedoelde gedraging heeft schuldig gemaakt.
- bepaalt dat de in artikel 8a, derde lid, van de Advocatenwet bedoelde termijn wordt verkort tot 2 jaar,
- veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten van EUR 1.000 aan de Nederlandse Orde van Advocaten;
Aldus beslist door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. L.J.G. de Haas en R. van den Dungen, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 20 juni 2016.
Griffier Voorzitter
mededelingen van de griffier ter informatie:
Deze beslissing is in afschrift op 20 juni 2016
verzonden aan:
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
- de secretaris van de Nederlandse Orde van Advocaten
- het College van Toezicht van de Nederlandse Orde van Advocaten
Van deze beslissing staat hoger beroep bij het Hof van Discipline open voor:
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:
Postbus 85452, 2508 CD Den Haag
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres:
Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag
Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.
Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is 088-2053777
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701
Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.
Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof:
Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl