Rechtspraak
Uitspraakdatum
21-12-2015
ECLI
ECLI:NL:TADRARL:2015:288
Zaaknummer
15-221
Inhoudsindicatie
Verzet ongegrond. Geen nieuwe gezichtspunten.
Uitspraak
Beslissing van 21 december 2015
in de zaak 15-221
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 11 augustus 2015 op de klacht van:
klaagster
tegen:
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief van 18 november 2014 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.
1.2 Bij brief aan de raad van 22 juli 2015 met kenmerk [y], door de raad ontvangen op 23 juli 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement [X] de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.3 Bij beslissing van 11 augustus 2015 heeft de voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 13 augustus 2015 is verzonden aan klager.
1.4 Bij brief van 24 augustus 2015, door de raad ontvangen op 28 augustus 2015, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 9 november 2015 in aanwezigheid van de heren [L] en [O], die door klaagster zijn gemachtigd om haar zaak te behartigen, alsmede verweerder en mevrouw [H], medewerkster op verweerders kantoor.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 24 augustus 2015.
2 ONTVANKELIJKHEID
2.1 De verzettermijn eindigde op 27 augustus 2015. Het verzetschrift is echter één dag later, op 28 augustus 2015, door de raad ontvangen.
2.2 Uit onderzoek ter zitting is de raad gebleken dat het verzetschrift op 26 augustus 2015 per aangetekende post is verzonden naar Postbus 30214 te Arnhem. Dat is de postbus van de rechtbank en niet die van de raad. Dat postbusnummer stond per abuis als verzendadres voor het verzetschrift vermeld in de begeleidende brief bij de voorzittersbeslissing. Daar is blijkens de trackandtracecode het verzetschrift op 27 augustus 2015, dus tijdig binnen de verzettermijn, ontvangen. Kennelijk heeft de postkamer van de rechtbank ervoor zorg gedragen dat het verzetschrift een dag later op 28 augustus bij de raad werd bezorgd.
2.3 Nu de fout in de adressering het gevolg is geweest van een onjuistheid in de verzendbrief bij de voorzittersbeslissing, is de overschrijding van de verzettermijn die daar het gevolg van was verschoonbaar, zodat klager in zijn verzet ontvankelijk is.
3. FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.
4 VERZET
4.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.
4.2 De voorzitter is volledig voorbij gegaan aan het feit dat verweerder geen enkele moeite heeft gedaan het dossier bij de vorige advocaat op te vragen.
4.3 Overweging 4.3 is in tegenspraak met overweging 4.2 waar wordt gesteld dat verweerder het dossier niet ter beschikking had. Hoe kon verweerder zich dan voldoende in het dossier hebben ingewerkt, zo vraagt klaagster zich af.
4.4 Verweerder wist wel degelijk af van de dwangsommen. Klaagster verwijst daartoe naar enkele bijlagen waaronder een overzicht van [een inaccopbureau] uit 2007 dat klaagster in mei 2008 aan [A] Advocaten had gemaild.
4.5 In overweging 4.5 heeft de voorzitter ten onrechte vermeld dat het verweerder vrij stond in de kwestie van de begrotingsprocedure geen werkzaamheden te verrichten.
4.6 De voorzitter heeft ten onrechte overwogen dat verweerder gemotiveerd heeft aangevoerd dat hij onvoldoende informatie had.
5 BEOORDELING
5.1 De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.
5.2 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
5.3 Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. R.A. Steenbergen, voorzitter, mrs. F.L.M. Broeders, R.J.A. Dil, H. Dulack en A.M.T. Weersink, leden, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 21 december 2015.
griffier voorzitter