Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

14-03-2016

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2016:122

Zaaknummer

15-385

Inhoudsindicatie

Verzet tegen voorzittersbeslissing. Ongegrond. Voorzitter heeft juiste maatstaf toegepast.

Uitspraak

Beslissing van 14 maart 2016

in de zaak 15-385

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 13 oktober 2015 op de klacht van:

 

klager

tegen

verweerster

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 22 april 2015 heeft klager zich bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement  Noord-Nederland beklaagd over verweerster.

1.2    Bij brief aan de raad van 24 september 2015 met kenmerk 2015 KNN063, door de raad ontvangen op 25 september 2015, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3    Bij beslissing van 13 oktober 2015 heeft de  plaatsvervangend voorzitter van de raad  (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 26 oktober 2015 is verzonden aan klager.

1.4    Bij brief van 27 oktober 2015, door de raad ontvangen op 30 oktober 2015, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 8 januari 2016 in aanwezigheid van klager en verweerster.

De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 27 oktober 2015.

 

2    FEITEN EN KLACHT

Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

 

3    VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

3.1    de plaatsvervangend voorzitter heeft in haar beslissing onvoldoende rekening gehouden met de langdurige geluidsoverlast die klager ondervindt en waartegen verweerster niets heeft gedaan. Bovendien had de geluidsoverlast op meer percelen betrekking: naast [adres 1] betrof het tevens [adres 2]. Het had op de weg van verweerster gelegen om na de ‘weigering’ van klager om de brief van de verhuurder te bespreken, nieuwe stappen te zetten.

 

4    BEOORDELING

4.1    De raad is van oordeel dat de plaatsvervangend voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de plaatsvervangend voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2    Ten aanzien van het verwijt dat de plaatsvervangend voorzitter onvoldoende acht  heeft geslagen op de ernst van de problemen van klager en de onvoldoende inzet van verweerster om klager te helpen, volgt de raad klager niet. Verweerster heeft gedaan wat van haar als advocaat mocht worden verwacht, te weten de verhuurder aangeschreven en onderzoek geëist.  Toen klager vervolgens niet bereid bleek de reactie van de verhuurder op de brief van verweerster met laatstgenoemde te bespreken stond het verweerster vrij om geen verdere stappen te ondernemen. Terecht wilde verweerster eerst de reactie van klager vernemen. Het oordeel van de plaatsvervangend voorzitter kan dan ook in stand blijven.

4.3    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. A.E. Zweers, voorzitter, mrs. P.L.G. Buisman, G.E.J. Kornet, M.A. Pasma, M.J.J.M. van Roosmalen, leden, bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink  als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 maart 2016.

 

Griffier                                                               Voorzitter