Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

12-09-2016

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2016:143

Zaaknummer

16-693/DB/ZWB

Inhoudsindicatie

De voorzitter heeft de klacht op juiste gronden ongegrond/niet-ontvankelijk bevonden.

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ‘s-Hertogenbosch

van 12 september 2016

in de zaak 16-693/DB/ZWB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline van 11 maart 2016 op de klacht van:

 

 

klagers

 

 

tegen:

 

 

verweerder

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief van 20 augustus 2015 hebben klagers bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant een klacht ingediend over verweerder.

1.2      Bij brief aan de raad van 31 december 2015 met kenmerk K 15-086 , door de raad ontvangen op 31 december 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3      Bij beslissing van 11 maart 2016 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) beslist dat de klacht gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond is, welke beslissing op 15 maart 2016   is verzonden aan klager en verweerder.

1.4      Bij brief van 13 april 2016 , door de raad ontvangen op 14 april 2016, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5      Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 4 juli 2016 in aanwezigheid van klagers sub 1 en 2, mede namens klaagster sub 3 en verweerder.

1.6      De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klagers van 13 april 2016.

 

2          FEITEN en KLACHT

Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komen klagers in verzet niet op.

 

3          VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

Klagers kunnen zich niet verenigen met de beslissing van de voorzitter en de gronden waarop deze berust. Klagers handhaven hun standpunt zoals in de klacht geformuleerd.

 

4          BEOORDELING

4.1      De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klagers aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter terecht en op juiste gronden beslist dat de klacht gedeeltelijk kennelijk ongegrond en kennelijk niet-ontvankelijk is.

 

4.2      Nu het verzet van klagers tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

 

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus beslist door mr. M.M.T. Coenegracht, voorzitter, mrs. L.W.M. Caudri en L.R.G.M. Spronken, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van

12 september 2016.

 

Griffier                                                                     Voorzitter

 

 

 

mededelingen van de griffier ter informatie:

 

Deze beslissing is in afschrift op 12 september 2016

 

verzonden aan:

-           klagers

-           verweerder

-           de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant.

 

 

 

Op grond van artikel 46h lid 7 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.