Rechtspraak
Uitspraakdatum
14-11-2016
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2016:172
Zaaknummer
16-691/DB/ZWB
Inhoudsindicatie
Het staat de deken vrij te bepalen dat grote hoeveelheden ongesorteerde documenten, waaruit de deken zelf het bewijs zou dienen te destilleren, niet aan het dossier worden toegevoegd. Hetzelfde geldt voor de door klager vlak voor de zitting aan de raad toegezonden grote hoeveelheid ongesorteerde en ongeordende informatie, welke door de raad evenmin aan het dossier is toegevoegd
Inhoudsindicatie
Verzet ongegrond
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch
van 14 november 2016
in de zaak 16-691/DB/ZWB
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline van 22 januari 2016 op de klacht van:
klager
tegen:
verweerder
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 17 september 2015 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Bij brief aan de raad van 28 december 2015 met kenmerk K15-096, door de raad ontvangen op 29 december 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.3 Bij beslissing van 22 januari 2016 heeft de [plaatsvervangend] voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht gedeeltelijk (kennelijk) niet ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 28 januari 2016 is verzonden aan klager.
1.4 Bij brief van 26 februari 2016 , door de raad ontvangen op 26 februari 2016 per fax en op 29 februari 2016 per aangetekende post, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 3 oktober 2016 in aanwezigheid van klager en verweerder.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klager van 26 februari 2016. De raad heeft voorts kennis genomen van de navolgende stukken:
- faxbericht van klager van 13 mei 2016, met bijlagen
- e-mails van klager van 5 juli, 6, 9 en 28 september 2016.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.
3 VERZET
De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
1. De beslissing van de voorzitter berust op onjuiste feitelijke gegevens. Er is geen rekening gehouden met bewijsstukken die klager in zijn bezit heeft. Deze zijn ten onrechte ook niet in het dekenonderzoek betrokken;
2. De voorzitter heeft een onjuiste juridische maatstaf gehanteerd bij de beoordeling van het handelen van verweerder daar waar het diens handelen als advocaat jegens hem als wederpartij betreft.
4 BEOORDELING
4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. De raad volgt klager niet in zijn stelling dat ten onrechte geen rekening is gehouden met bewijsstukken die klager in zijn bezit heeft en door de deken ten onrechte niet in haar onderzoek zijn betrokken. Het staat de deken vrij te bepalen dat grote hoeveelheden ongesorteerde documenten, waaruit zij zelf het bewijs zou dienen te destilleren, niet aan het dossier worden toegevoegd. Hetzelfde geldt voor de door klager vlak voor de zitting aan de raad toegezonden grote hoeveelheid ongesorteerde en ongeordende informatie, welke door de raad evenmin aan het dossier is toegevoegd. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden gedeeltelijk (kennelijk) niet ontvankelijk en gedeeltelijk kennelijk ongegrond bevonden.
4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. M.M.T. Coenegracht, voorzitter, mrs. L.W.M. Caudri en L.R.G.M. Spronken, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 november 2016.
Griffier Voorzitter
mededelingen van de griffier ter informatie:
Deze beslissing is in afschrift op 14 november 2016
verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant
Op grond van artikel 46h lid 7 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.