Rechtspraak
Uitspraakdatum
11-11-2016
ECLI
ECLI:NL:TADRARL:2016:196
Zaaknummer
15-655
Inhoudsindicatie
Beslissing na verzet: eigen advocaat heeft klaagster voldoende te woord gestaan of had een plausibele reden om dat niet te doen. Verzet wordt ongegrond geoordeeld.
Uitspraak
Beslissing van de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden
van 11 november 2016
in de zaak 15-655
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 14 januari 2016 op de klacht van:
klaagster
tegen:
verweerster
1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief van 13 juni 2015 met bijlagen heeft klaagster zich bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland beklaagd over verweerster.
1.2 Bij brief aan de raad van 10 december 2015 met kenmerk 2015 KNN111, door de raad ontvangen op 14 december 2015, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.3 Bij beslissing van 14 januari 2016 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 26 januari 2016 is verzonden aan klaagster.
1.4 Bij brief van 23 februari 2016, door de raad ontvangen op 29 februari 2016, heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 2 september 2016 in aanwezigheid van klaagster, haar echtgenoot en mevrouw H. Verweerster heeft zichzelf bij fax van 29 augustus 2016 aan de raad afgemeld en aangekondigd dat een kantoorgenote namens haar zou komen. Deze gemachtigde heeft zich op de zittingsdag afgemeld wegens persoonlijke omstandigheden.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klaagster van 24 februari 2016. Daarnaast heeft de raad kennis genomen van de fax van verweerster van 29 augustus 2016 waarin zij haar verhindering voor de zitting heeft aangekondigd, haar vervanging, en haar verweer heeft gehandhaafd.
2. FEITEN EN KLACHT
Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klaagster in verzet niet op.
3. VERZET
De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
verweerster heeft klaagster of mevrouw H. namens klaagster nimmer fatsoenlijk te woord gestaan door terug te bellen na verschillende verzoeken daartoe van klaagster en van mevrouw H. Verweerster is met haar nalatige handelwijze ernstig tekortgeschoten in haar zorgplicht jegens klaagster.
4. BEOORDELING
4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. Hoezeer de raad begrip heeft voor de gevoelens van klaagster in de emotionele zaak die door klaagster bij verweerster was aangebracht voor een second opinion, is van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerster geen sprake.
4.2 Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. A.E. Zweers, voorzitter, mrs. G.E.J. Kornet, M.A. Pasma, N.H.M. Poort, H.Q.N. Renon, leden en bijgestaan door mr. M.M. Goldhoorn als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 november 2016.
griffier voorzitter