Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

20-02-2017

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2017:47

Zaaknummer

124/13

Inhoudsindicatie

Verzet tegen voorzittersbeslissing. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast. Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden

van 20 februari 2017

in de zaak 124/13

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 1 september 2014 op de klacht van:

 

klager

tegen:

mr. [     ] in zijn hoedanigheid van voormalig deken van de orde van advocaten

verweerder

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief van 21 september 2013 en 4 november 2013 heeft klager een klacht ingediend bij de plaatsvervangend voorzitter (hierna: de voorzitter) van de raad van discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden tegen verweerder in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten in het arrondissement Noord-Nederland.

1.2    Bij beslissing van 6 november 2013 heeft de voorzitter van de raad de klacht verwezen naar de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Gelderland voor de instructie van de onderhavige klacht.

1.3    De deken van de orde van advocaten in het arrondissement Gelderland heeft de klacht bij brief van 1 augustus 2014 (ontvangen op 4 augustus 2014) naar de raad gestuurd met de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1.4    Bij beslissing van 1 september 2014 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 5 september 2014 is verzonden aan klager.

1.5    Bij brief van 16 september 2014 door de raad ontvangen op 17 september 2014, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.6    Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 9 december 2016. Klager noch verweerder waren daarbij aanwezig.

1.7    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede het verzetschrift van klager d.d. 16 september 2014 en een per fax verzonden brief van klager die op 6 december 2016 is ontvangen, waarop als datum staat 9 december 2016.

 

2    FEITEN EN KLACHT

2.1    Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.

 

3    VERZET

3.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2    De voorzitter is buiten zijn bevoegdheid getreden; zijn overwegingen zijn van rechtswege nietig.

3.3    Ten onrechte heeft de voorzitter de bevoegdheid van de deken niet onderzocht. De deken is een bestuursorgaan in de zin van Algemene wet bestuursrecht (Awb). De deken openbaart zich niet als zodanig en is derhalve onbevoegd. De voorzitter heeft daarmee ten onrechte geen rekening gehouden.

 

4    BEOORDELING

4.1    De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

4.2    De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden ongegrond bevonden.

4.3    Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. A.E. Zweers, voorzitter, mrs. N.H.M. Poort, G.J. van der Veer, leden en bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 20 februari 2017.

 

griffier                            voorzitter

 

Verzonden d.d. 20 februari 2017.