Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

01-05-2017

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2017:86

Zaaknummer

16-1160/DB/OB/d

Inhoudsindicatie

Gehandeld in strijd met de Voda door in 2013 en 2015 onvoldoende opleidingspunten te behalen en het tekort niet tijdig te hebben ingehaald. Dekenbezwaar gegrond. Waarschuwing.

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van 1 mei 2017

in de zaak 16-1160/DB/OB/d

 

naar aanleiding van het bezwaar van:

 

 

de deken

 

 

tegen:

 

 

 

verweerder

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 20 december 2016 met kenmerk nr. 48|16|159K heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant, hierna: “de deken”, zijn bezwaar ter kennis van de raad gebracht.

1.2      Het bezwaar is behandeld ter zitting van de raad van 6 maart 2017 in aanwezigheid van de deken, vergezeld van mevrouw X., adjunct-secretaris van de orde van advocaten in het arrondissement Oost-Brabant, en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-           de brief van de deken d.d. 20 december 2016;

-           de nagekomen brief met bijlagen van verweerder d.d. 16 februari 2017, door de raad ontvangen op 21 februari 2017;

-           het door verweerder ter zitting van de raad overgelegde certificaat van de door hem op 2 februari 2017 gevolgde cursus.

 

2          FEITEN

          Voor de beoordeling van het bezwaar wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan:

2.1     In het jaar 2013 heeft verweerder in totaal zes opleidingspunten behaald.

2.2     In het jaar 2014 heeft verweerder in totaal 29 opleidingspunten behaald.

2.3     In het jaar 2015 heeft verweerder in het geheel geen opleidingspunten behaald.

2.4     In het jaar 2016 heeft verweerder 38 opleidingspunten behaald.

2.5     Bij e-mailberichten d.d. 4 november 2015 en 14 juni 2016 heeft de deken verweerder erop geattendeerd dat verweerder te weinig opleidingspunten had behaald.

2.6     Bij e-mailbericht d.d. 21 oktober 2016 heeft de deken verweerder erop gewezen dat er in opeenvolgende jaren sprake was van een tekort aan opleidingspunten. De deken heeft verweerder daarbij een dekenbezwaar in het vooruitzicht gesteld en hem uitgenodigd om de deken nader te informeren over bovengenoemde tekortkoming.

2.7     Bij e-mailbericht d.d. 23 juni 2016 heeft verweerder de deken bericht dat het niet behalen van opleidingspunten het gevolg is van een onjuiste interpretatie van de regelgeving zijnerzijds. Verweerder heeft toegezegd de totale achterstand aan opleidingspunten over de jaren 2013, 2014 en 2015 in 2016 in te halen.

2.8     In verband met het voorgenomen dekenbezwaar heeft de deken verweerder uitgenodigd voor een dekenaal gesprek dat heeft plaatsgevonden op 1 november 2016. Tijdens dit gesprek heeft verweerder nogmaals erkend dat het niet behalen van het voorgeschreven aantal opleidingspunten zijn fout is en dat hij geen argumenten ter rechtvaardiging van deze fout kan aanvoeren.

 

                                     

3          BEZWAAR

3.1      Het bezwaar houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij:

                 heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in hoofdstuk 4 (Vakbekwaamheid van de advocaat) van de Verordening op de Advocatuur (Voda), in het bijzonder het bepaalde in artikel 4.4, inhoudende dat een advocaat ten minste twintig opleidingspunten per jaar behaalt, door in 2013 slechts zes opleidingspunten te behalen, vervolgens in 2014 29 opleidingspunten te behalen en in 2015 in het geheel geen opleidingspunten, zodat over de jaren 2013, 2014 en 2015 een tekort van 25 opleidingspunten is ontstaan.

 

 

4          VERWEER

4.1     Verweerder erkent dat hij te weinig opleidingspunten heeft behaald. Dit is het gevolg van een onjuiste interpretatie van de regelgeving zijnerzijds. Verweerder dacht dat hij voldoende reservepunten had. Feiten of omstandigheden ter rechtvaardiging van deze fout zijn er volgens verweerder niet.  

 

5          BEOORDELING

 

5.1     Artikel 4.4 lid 1 Voda bepaalt dat een advocaat elk kalenderjaar ten minste twintig opleidingspunten behaalt. Artikel 4.5 lid 1 bepaalt voorts dat, indien een advocaat niet voldoet aan het bepaalde in artikel 4.4, eerste lid, hij uiterlijk binnen twaalf maanden na afloop van het desbetreffende kalenderjaar het tekort aan opleidingspunten dient in te halen, hetgeen volgens het bepaalde in artikel 4.5 lid 3 Voda onverlet laat dat de deken een dekenbezwaar kan indienen op grond van artikel 46f van de Advocatenwet.

 

5.2     Vaststaat dat verweerder in 2013 en 2015 onvoldoende opleidingspunten heeft behaald en het ontstane tekort ook niet tijdig heeft ingehaald. Derhalve staat vast dat verweerder heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in hoofdstuk 4 van de Voda. Aldus heeft verweerder niet gehandeld zoals het een behoorlijk advocaat betaamt. Het dekenbezwaar is derhalve gegrond.

 

 

6          MAATREGEL

6.1     Verweerder heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in hoofdstuk 4 van de Voda. De raad acht in dezen het opleggen van een waarschuwing passend.

 

 

7        KOSTENVEROORDELING

7.1.    De raad ziet eveneens aanleiding om verweerder overeenkomstig artikel 48, zesde lid, Advocatenwet te veroordelen in de kosten die ten laste komen van de Nederlandse Orde van Advocaten in verband met de behandeling van de zaak. Deze kosten worden vastgesteld op € 1.000,-- en moeten binnen vier weken na het onherroepelijk worden van deze beslissing aan de Nederlandse Orde van Advocaten worden betaald. Dit bedrag dient te worden betaald op rekeningnummer IBAN:NL85 INGB 0000 079000, BIC:INGBNL2A, t.n.v. Nederlandse Orde van Advocaten, Den Haag, onder vermelding van “kostenveroordeling” en het zaaknummer.

 

 

 

 

BESLISSING

De raad van discipline:

-        verklaart het bezwaar van de deken gegrond;

-        legt aan verweerder de maatregel van waarschuwing op;

-        veroordeelt verweerder tot betaling van de kosten die in verband met de behandeling van de zaak ten laste komen van de Nederlandse Orde van Advocaten vastgesteld op € 1.000,00 binnen 4 weken te voldoen aan de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

          Aldus beslist door mr. A.G.M. Zander , voorzitter, en mrs. J.C. van den Dries en J.B. de Meester ,  leden, bijgestaan door mr. T.H.G. van de Langenberg als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 1 mei 2017.

 

 

Griffier                                                            Voorzitter

 

 

mededelingen van de griffier ter informatie:

 

Deze beslissing is in afschrift op 1 mei 2017

 

verzonden aan:

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

-            het College van Toezicht van de Nederlandse Orde van Advocaten

-            de secretaris van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Van deze beslissing staat hoger beroep bij het Hof van Discipline open voor:

-            verweerder

-           de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

-          de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag

 

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres:

Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag

 

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is 088-2053777

 

c.       Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

 

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof:

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl