Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-05-2017

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2017:93

Zaaknummer

16-1058/DB/OB

Inhoudsindicatie

Advocaat heeft gemotiveerd uitgelegd waarom de cliënt in een zaak wegens een zakelijk belang niet voor een toevoeging in aanmerking kwam. In een andere zaak is de toevoegingsaanvraag weliswaar even blijven liggen, maar heeft de behandeling van de zaak geen vertraging opgelopen, aangezien gedurende de toevoegingsaanvraag door de advocaat wel werkzaamheden zijn verricht. Gelet op de omvang en de complexiteit van het dossier  geen sprake van dusdanig traag handelen, waarvan verweerder tuchtrechtelijk een verwijt dient te worden gemaakt. Dit geldt ook voor de termijn waarbinnen gereageerd is op de ingediende klacht.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van 8 mei 2017

in de zaak 16-1058/DB/OB

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

klager

 

tegen:

 

 

verweerder

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief van 22 september 2015 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht een klacht ingediend tegen verweerder. Aangezien verweerder kantoor houdt in Oss heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht bij brief van 19 november 2015 ter behandeling doorgestuurd naar de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Oost-Brabant.

1.2      Bij brief aan de raad van 14 november 2016 met kenmerk 48/15/150K , door de raad ontvangen op 15 november 2016, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 13 maart 2017 in aanwezigheid van klager en verweerder . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4      De raad heeft kennis genomen van:

-       de brief van de deken van 14 november 2016, met bijlagen.

 

2          FEITEN

          Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan.

2.1      Verweerder heeft klager in de periode mei 2011 tot  september 2015  in de volgende drie zaken bijgestaan:

1.    letselschadezaak;

2.    schadeclaim na ontbinding van een overeenkomst;

3.    schadeclaim tegen mr. X na gegrondverklaring van een klacht door de raad van discipline.

 

2.2     Verweerder heeft de eerste twee zaken overgenomen van de voormalige advocaat van klager. Klager heeft zelf een tuchtrechtprocedure gevoerd tegen mr. X. Verweerder heeft, na gegrondbevinding van de klacht door de raad van discipline, op verzoek van klager een schadeclaim tegen mr. X  ingediend.

 

3          KLACHT

 

3.1     De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.            verweerder ernstig nalatig is geweest bij de behartiging van de belangen van klager; afspraken en beloften niet is nagekomen;

2.            verweerder  tegenstrijdige belangen heeft behartigd;

3.            verweerder in deze klachtzaak in zijn antwoord met opzet onwaarheid heeft gesproken;

4.            verweerder (te) laat voor een toevoeging heeft gezorgd.

5.            verweerder de klacht die bij zijn kantoor is ingediend niet voortvarend heeft opgepakt

                                                                      

4          VERWEER

4.1       Verweerder heeft de letselschadeclaim naar behoren afgewikkeld. Het dossier is voor klager in positieve zin gesloten op 1 augustus 2014. Klager heeft een vergoeding voor materiele en immateriële schade ontvangen. De kosten voor rechtsbijstand van klager zijn door de verzekeraar van de wederpartij voldaan. De zaak is met instemming van klager correct en naar tevredenheid van klager afgewikkeld.

4.2       Verweerder heeft in de zaak betreffende de schadeclaim een negatief procesadvies gegeven. Het advies van verweerder dateert van 7 december 2011. Verweerder heeft anders dan het geven van advies geen toezeggingen aan klager gedaan. In het dossier betreffende de schadeclaims is geen toevoeging aangevraagd omdat het een claim betrof van klagers als ZZP-er/consultant/ondernemer. Dit is met klager besproken en akkoord bevonden.

4.3       Van enig bedrog of andere opzettelijke onwaarheden van de kant van verweerder is geen sprake. Verweerder heeft klager in de tuchtrechtprocedure tegen mr. X niet bijgestaan.

4.4       Verweerder heeft de aansprakelijkheidskwestie tegen mr. X medio 2014 in behandeling genomen. Verweerder heeft in deze zaak een toevoeging aangevraagd. De aanvraag is weliswaar even blijven liggen, maar verweerder heeft in afwachting van de toevoeging wel werkzaamheden verricht.  Uiteindelijk is de toevoeging  afgegeven, heeft klager de eigen bijdrage betaald en zijn hem geen verdere kosten in rekening gebracht. Verweerder heeft mr. X op 12 januari 2015 aansprakelijk gesteld.

4.5       Verweerder had mevrouw H bijgestaan in de echtscheidings-procedure tegen de heer I. Om die reden heeft verweerder klager niet bijgestaan in zijn zaak tegen mevrouw H.

4.6       Het is juist dat verweerder pas op 17 februari 2016 heeft gereageerd op de klachtbrief van klager van 1 september 2015. Verweerder heeft hiervoor zijn excuses aan klager aangeboden. 

 

5          BEOORDELING

5.1      Klager verwijt verweerder de belangen van klager onvoldoende zorgvuldig ter hand te hebben genomen. Klager heeft niet betwist dat de letselschadezaak naar tevredenheid van en met een positief resultaat voor klager is geëindigd, zodat de raad het verloop van deze procedure bij de beoordeling van de klacht buiten beschouwing laat.

5.2      Uit de aan de raad overgelegde stukken en het ter zitting verhandelde is niet komen vast te staan dat verweerder in de zaak betreffende de ontbinding van een overeenkomst, anders dan het geven van een advies, toezeggingen aan klager heeft gedaan, welke door hem niet zijn nagekomen. Ook van toezeggingen om contact met de wederpartij op te nemen is niet gebleken. Het behoort tot de beleidsvrijheid  van een advocaat om, in overleg met zijn cliënt, de aanpak van en strategische keuzes in een zaak te bepalen. Verweerder is na beoordeling van deze zaak klaarblijkelijk tot een voor klager negatief advies gekomen. Het is de taak van een advocaat om zijn cliënt een reële inschatting van zijn kansen in een procedure te geven. Indien een advocaat geen mogelijkheden ziet een procedure met succes af te ronden, ligt het op de weg van die advocaat om zijn cliënt op de risico’s van het voeren van een procedure te wijzen dan wel het voeren van een procedure af te raden. Dat het negatief procesadvies klager niet welgevallig was, betekent niet dat verweerder ter zake een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. Voor zover klager zich hiermee niet kon verenigen, lag het op zijn weg zich tot een andere advocaat te wenden. Klager heeft evenmin concrete feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit blijkt dat verweerder in deze zaak heeft toegezegd om een toevoeging aan te vragen. Verweerder heeft gemotiveerd weergegeven dat klager in deze zaak niet voor een toevoeging  in aanmerking kwam, op grond waarvan geen toevoeging is aangevraagd.

5.3       Klager verwijt verweerder voorts dat hij in de zaak tegen mr. X zijn toezegging betreffende het aanvragen van een toevoeging niet is nagekomen. Uit de aan de raad overgelegde stukken is gebleken dat de aanvraag van een toevoeging weliswaar enige tijd is blijven liggen, maar dat dit niet heeft geleid tot vertraging in de werkzaamheden van verweerder. Verweerder heeft op 6 mei 2014 toegezegd in deze zaak een toevoeging te zullen aanvragen en op 11 juli 2014 een factuur voor de eigen bijdrage verstuurd. Op 13 oktober 2014 heeft een bespreking tussen klager ne verweerder plaatsgevonden, waarna klager op 12 november 2014 de door verweerder gevraagde onderbouwing heeft aangeleverd. Op 12 januari 2015 is een concept aansprakelijkstelling aan klager verzonden, welke na goedkeuring door klager aan mr. X is verzonden. Uit de door verweerder overgelegde urenspecificaties blijkt dat verweerder tijdens bovenvermelde periode steeds werkzaamheden heeft verricht. De raad komt op grond van de aan de raad overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht , daarbij de omvang en de complexiteit van het dossier  in ogenschouw nemende, tot het oordeel dat er geen sprake is van dusdanig traag handelen, waarvan verweerder tuchtrechtelijk een verwijt dient te worden gemaakt.

5.4       Evenmin is komen vast te staan dat verweerder zich in zijn reactie op de klachten van klager in de kwestie betreffende het opvragen van de memorecorder heeft schuldig gemaakt aan bedrog. Verweerder heeft klager in de tuchtzaak tegen mr. X niet bijgestaan, wat door klager ook is erkend. 

5.5       Vast staat dat verweerder enkele maanden heeft gewacht alvorens op de klachten van klager te reageren. Verweerder heeft hiervoor zijn excuses aangeboden. Hoewel het wenselijk is dat een klacht voortvarend in behandeling wordt genomen, is een deze geen sprake van een dusdanig lange termijn welke verweerder tuchtrechtelijk dient te worden aangerekend.

5.6       De raad is op grond van al het bovenstaande van oordeel dat de klacht in alle onderdelen ongegrond is.

 

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond;

 

Aldus beslist door mr.  G.J.E. Poerink , voorzitter, mrs. L. R.G.M. Spronken en J.J.F.E. Kikken , leden, bijgestaan door mr. I. Huysmans-van Opstal,     als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 8 mei 2017.

 

 

Griffier                                                            Voorzitter

 

 

mededelingen van de griffier ter informatie:

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 8 mei 2017

 

verzonden aan:

-            klager

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Braba nt   

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

-            de secretaris van de Nederlandse Orde van Advocaten

-            het College van Toezicht van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Van deze beslissing staat hoger beroep bij het Hof van Discipline open voor:

-            klager

-            verweerder

-          de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

-          de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag

 

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres:

Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag

 

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is 088-2053777

 

c.       Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

d.         Per e-mail

Het e-mailadres van het Hof van Discipline is: griffie@hofvandiscipline.nl .

 

Tegelijkertijd  met de indiening per e-mail dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post, voorzien van een originele handtekening, te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

 

Informatie ook op www.hofvandiscipline.nl