Rechtspraak
Uitspraakdatum
01-08-2017
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2017:164
Zaaknummer
17-455/DH/RO
Inhoudsindicatie
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen ex-kantoorgenoot kennelijk niet-ontvankelijk. Klager heeft geen rechtstreeks belang bij de vraag of de registratie van verweerster in de BAR al dan niet onjuist en onvolledig is c.q. was, en – zo ja – of verweerster daarvan een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.
Uitspraak
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag
van 1 augustus 2017
in de zaak 17-455/DH/RO
naar aanleiding van de klacht van:
klager
tegen:
verweerster
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam (hierna: de deken) van 13 juni 2017 met kenmerk R 2017/44 ml/cij/dh, door de raad ontvangen op 14 juni 2017, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.
1.1 Per 1 augustus 2016 is verweerster een dienstverband voor onbepaalde tijd aangegaan met het advocatenkantoor van klager. Per 1 november 2016 is de arbeidsovereenkomst beëindigd en heeft verweerster haar eenvrouwskantoor (opnieuw) ingeschreven.
1.2 Bij faxbericht van 13 februari 2017 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerster.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat haar registratie in de Beheer Advocaten Registratie (BAR) onvolledig en onjuist is c.q. was. Verweerster heeft gehandeld in strijd met de artikelen 1, 5, 9 en 17 van de Advocatenwet.
2.2 Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. De gegevens van verweerster die op het tableau staan, alsmede de gegevens over waar zij kantoor houdt, zijn onvolledig. Het e-mailadres dat op het tableau staat functioneert niet naar behoren. Dit blijkt uit het feit dat e-mails niet worden ontvangen. Daarnaast ontbreekt het faxnummer. Klager leidt hierdoor schade, aangezien er meer kosten gemaakt moeten worden om verweerster te bereiken in de diverse procedures die tegen haar worden gevoerd. Een behoorlijk advocaat dient de gegevens zorgvuldig door te geven en te zorgen voor een juiste inschrijving op het tableau. Een derde dient erop te kunnen vertrouwen dat de gegevens compleet en juist zijn. Verweerster is niet welwillend in het creëren van vertrouwen in de advocatuur.
3 VERWEER
3.1 Verweerster stelt zich op het standpunt dat de klacht ongegrond dient te worden verklaard. Toen zij met het kantoor van klager een dienstverband aanging, heeft zij haar gegevens in de BAR gewijzigd. Gebleken is echter dat het dienstverband door de handelwijze van klager na zeer korte tijd diende te worden beëindigd en dat verweerster per 1 november 2016 noodgedwongen haar eenvrouwskantoor weer moest inschrijven. Het sinds
1 november 2016 in de BAR geregistreerde e-mailadres is het juiste
e-mailadres. Dit e-mailadres wordt ook sinds die datum door klager gebruikt. Ook anderen, waaronder de Raad voor Rechtsbijstand, weten verweerster op dat e-mailadres te vinden, zodat geenszins sprake kan zijn van onvindbaarheid. Inderdaad is gebleken dat na ‘herinschrijving’ van verweersters eenvrouwskantoor onder het tabblad ‘Kantoorgegevens’ het oude e-mailadres was opgenomen, hetgeen aan haar aandacht was ontsnapt. Verweerster heeft deze gegevens aangepast.
4 BEOORDELING
4.1 Het klachtrecht is niet in het leven geroepen voor een ieder, doch slechts voor degene die door een handelen of nalaten van een advocaat rechtstreeks in zijn belang getroffen is of kan worden. Voor zover in het algemeen belang een tuchtrechtelijke toetsing is vereist, wordt het klachtrecht uitgeoefend door de deken.
4.2 De vraag of de registratie van verweerster in de BAR al dan niet onjuist en onvolledig is c.q. was, en – zo ja – of verweerster daarvan een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt, is in beginsel een zaak van algemeen belang. Hetgeen klager in dit geval heeft aangevoerd vult geen specifieke, klager betreffende, omstandigheden in die nopen tot de conclusie dat klager een eigen, rechtstreeks belang heeft bij de door hem ingediende klacht. Er was voor hem dan ook geen tuchtrechtelijke ingang.
4.3 De klacht is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
BESLISSING
De voorzitter verklaart de klacht, met toepassing van artikel 46j lid 1 aanhef en onder b Advocatenwet, kennelijk niet-ontvankelijk.
Aldus beslist door mr. M.P.J.G. Göbbels, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. N.M. van Trijp als griffier op 1 augustus 2017.
Deze beslissing is in afschrift op 1 augustus 2017 verzonden.