Rechtspraak
Uitspraakdatum
20-08-2018
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2018:155
Zaaknummer
180073
Inhoudsindicatie
Art. 13-beklag. Niet ontvankelijk in beklag wegens overschrijding zes weken-termijn uit art. 13 lid 3 Advocatenwet. Geen (valide) argumenten gesteld of gebleken die de termijnoverschrijding verschoonbaar zouden kunnen maken.
Uitspraak
BESLISSING
van 20 augustus 2018
in de zaak 180073
naar aanleiding van het beklag van:
klaagster
gemachtigde:
[de gemachtigde]
tegen:
de deken
1 HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET
[Gemachtigde] heeft namens klaagster, zijn echtgenote, bij de deken, verder te noemen ‘de deken’, een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Bij brief van 10 januari 2018 heeft de deken dit verzoek afgewezen. In een klaagschrift gedateerd 24 januari 2018 heeft [gemachtigde] zich beklaagd over het feit dat de deken het verzoek van klaagster heeft afgewezen.
2 HET GEDING BIJ HET HOF
2.1 Het klaagschrift is op 5 maart 2018 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de brief van de gemachtigde van klaagster van 16 maart 2018 met bijlage;
- de brief van de gemachtigde van klaagster van 3 april 2018 met bijlage;
- de brief van de deken van 4 april 2018 met bijlagen;
- de brief van de gemachtigde van klaagster van 17 april 2018;
- de brief van de gemachtigde van klaagster van 26 april 2018;
- de brief van de deken van 30 april 2018;
- de brief van de gemachtigde van klaagster van 12 mei 2018;
- de brief van de gemachtigde van klaagster van 24 mei 2018;
- de brief van de gemachtigde van klaagster van 20 juni 2018;
- de brief van de gemachtigde van klaagster gedagtekend 21 mei 2018 en per e-mail door het hof ontvangen op 21 juni 2018.
2.3 In de brief van 20 juni 2018 bericht de gemachtigde van klaagster onder meer dat de door het hof geplande zitting “vanuit de klachtgronden beroep, als ingetrokken worden beschouwd waardoor (de gemachtigde voor) [gemachtigde] eerder voorzienend is geageerd tegen voornoemd disfunctioneren van de rechtspraak zelf en is/wordt (als in beginsel met de klacht voorzocht) alsnog met spoed om een eerlijke meer voorafgestemde tijds-/plaatsbehandeling op korte termijn (mede) volgens voornoemde behandelpunten voorzocht’.
2.4 Het hof heeft besloten de behandeling van het beklag op 22 juni 2018 ter zitting van het hof doorgang te laten vinden en heeft de gemachtigde van klaagster op 21 juni 2018 daarover bericht.
2.5 De zaak is door het hof behandeld op 22 juni 2018. De deken is met bericht van verhindering niet verschenen. Klaagster en haar gemachtigde zijn niet verschenen zonder bericht van verhindering. Na de behandeling is het onderzoek gesloten. Nadien ingekomen berichten worden daarom buiten beschouwing gelaten.
3 BEOORDELING
3.1 De beslissing van de deken is gedateerd 10 januari 2018 en op dezelfde dag aan klaagster verzonden. De termijn om tegen deze beslissing beklag te kunnen doen is zes weken (vgl. artikel 13 lid 3 Advocatenwet). Dat betekent dat klaagster uiterlijk 22 februari 2018 haar beklag schriftelijk kon instellen bij het Hof van Discipline.
3.2 Het beklag van klaagster is op 5 maart 2018 door de griffie van het hof ontvangen.
Er zijn geen (valide) argumenten gesteld of gebleken die deze termijnoverschrijding verschoonbaar zouden kunnen maken. Het gevolg is dat klaagster in haar beklag niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar beklag tegen de beslissing van de Deken van 10 januari 2018.
Aldus gewezen door mr. T. Zuidema, voorzitter, mrs. M.L. Weerkamp en E.L. Pasma, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E. Verwey, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 augustus 2018.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 20 augustus 2018.