Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-08-2018

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2018:177

Zaaknummer

180209

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. Het hoger beroep is gericht tegen de ongegrondverklaring van het verzet van klager door de raad. Appelverbod (art. 46h lid 7 Aw). Het hoger beroep wordt afgewezen.

Uitspraak

BESLISSING                                   

van de voorzitter van

het Hof van Discipline

van 27 augustus 2018

in de zaak 180209

 

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

 

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

De voorzitter van het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch (verder: de raad) van 16 juli 2018, nummer 17-940/DB/OB, aan partijen toegezonden op 16 juli 2018. Hierin is het verzet van klager tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van 5 januari 2018 ongegrond verklaard. In die voorzittersbeslissing zijn van de klacht van klager tegen verweerder klachtonderdelen 1, 3 en 4 met toepassing van artikel 46j lid 1 sub b Advocatenwet kennelijk niet ontvankelijk verklaard en is klachtonderdeel 2 met toepassing van artikel 46j lid 1 sub c Advocatenwet kennelijk ongegrond verklaard.

 

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 7 augustus 2018 ter griffie van het hof ontvangen.

 

3    DE BEOORDELING

3.1    Artikel 46h lid 7 van de Advocatenwet bepaalt dat geen rechtsmiddel openstaat tegen een beslissing van de Raad van Discipline tot niet-ontvankelijkverklaring of ongegrondverklaring van het verzet, dat wordt gedaan tegen een beslissing van de voorzitter van die raad – inhoudende dat een klacht kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond dan wel van onvoldoende gewicht is afgewezen.

3.2    Dit betekent dat de Advocatenwet aan klager niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen van de bestreden beslissing van de raad.

 

BESLISSING

De voorzitter van het Hof van Discipline:

wijst af het hoger beroep van klager tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 16 juli 2018, gewezen onder nummer 17-940/DB/OB.

 

Aldus beslist door mr. T. Zuidema, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. L.E. Verwey, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2018.            

griffier                             voorzitter                   

 

Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen na verzending van het afschrift schriftelijk verzet worden gedaan bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van veertien dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient Uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

Verzet dient te worden ingesteld door middel van een verzetschrift, waarin de gronden voor het verzet zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

Het verzetschrift dient in zevenvoud te worden ingediend.

Het Hof van Discipline is gevestigd te Den Haag aan de Kneuterdijk 1.

Het postadres van het Hof van Discipline is: Postbus 85452, 2508 CD Den Haag.

Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 088 2053777.

De beslissing is verzonden op 27 augustus 2018.