Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

10-09-2018

ECLI

ECLI:NL:TADRARL:2018:214

Zaaknummer

18-553

Inhoudsindicatie

Naar het oordeel van de voorzitter valt niet in te zien in welke zin verweerder in deze een tuchtrechtelijk verwijt treft. Niet is gesteld of gebleken op grond van welke (rechts)regel een advocaat in het algemeen en verweerder in de door hem omschreven specifieke omstandigheden verplicht is om op de brieven van klaagster met daarin een aansprakelijkheidsstelling te reageren. Daar komt bij dat het klaagster vrij stond om de aansprakelijkheidsstelling van verweerder ter beoordeling voor te leggen aan de civiele rechter; dat is niet aan de tuchtrechter. Klacht kennelijk ongegrond.

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline

in het ressort Arnhem-Leeuwarden

van 10 september 2018

in de zaak 18-553

naar aanleiding van de klacht van:

 

klaagster

tegen

verweerder

 

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief, met bijlagen, van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Overijssel van 26 juli 2018 met kenmerk 51/18/018, door de raad ontvangen op 27 juli 2018.

 

1    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.

1.1    Bij brief van 19 juni 2015 heeft klaagster verweerder, en zijn besloten vennootschap, aansprakelijk gesteld en aangekondigd een tuchtrechtelijke klacht tegen hem in te dienen. Dit omdat tijdens de behandeling van een klachtzaak ter zitting van de raad op 29 mei 2015 tegen het kantoor van verweerder, de advocaat van het kantoor van verweerder geen schriftelijke machtiging kon overleggen en nadien ook niet alsnog een deugdelijke machtiging heeft overgelegd.

1.2    Bij aangetekende brief van 4 januari 2018 heeft klaagster verweerder, en zijn besloten vennootschap, in het kader van de aansprakelijkheidsstelling van 19 juni 2015 gesommeerd om daarop alsnog binnen een week inhoudelijk te reageren.

1.3    Verweerder heeft niet gereageerd.

1.4    Bij brief van 7 maart 2018 heeft klaagster bij de deken een klacht ingediend over verweerder.

 

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door:

niet te reageren op de brieven met aansprakelijkheidsstellingen van klaagster van 19 juni 2015 en 4 januari 2018, welk ontwijkingsgedrag in strijd is met de fatsoensnormen en evenmin past bij het gedrag zoals dat een advocaat betaamt.

 

3    VERWEER

3.1    Voor zover relevant komt het gemotiveerde verweer van verweerder bij de bespreking van de klacht aan de orde.

 

4    BEOORDELING

4.1    Verweerder stelt dat hij niet klachtwaardig heeft gehandeld door niet te reageren op de genoemde brieven van klaagster. Daartoe bestaat wat hem betreft ook geen verplichting, terwijl in de gegeven omstandigheden waarin klaagster al jarenlang buitensporig ‘proceslustig’ is gebleken jegens verweerder en zijn kantoor, reageren op aansprakelijkheidsstellingen reeds bij voorbaat zinloos was en is.

4.2    Naar het oordeel van de voorzitter valt niet in te zien in welke zin verweerder in deze een tuchtrechtelijk verwijt treft. Niet is gesteld of gebleken op grond van welke (rechts)regel een advocaat in het algemeen en verweerder in de door hem omschreven specifieke omstandigheden verplicht is om op de brieven van klaagster te reageren. Daar komt bij dat het klaagster vrij staat om de aansprakelijkheidsstelling van verweerder ter beoordeling voor te leggen aan de civiele rechter; dat is niet aan de tuchtrechter. Aldus ontbreekt een feitelijke grondslag voor een tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerder. Dat leidt ertoe dat de voorzitter de klacht kennelijk ongegrond zal verklaren.

 

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond.

 

Aldus beslist door mr. A.R. Creutzberg, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. M.M. Goldhoorn als griffier op 10 september 2018.

 

griffier         voorzitter

 

Verzonden d.d. 10 september 2018.