Rechtspraak
Uitspraakdatum
10-10-2018
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2018:228
Zaaknummer
18-631/DH/DH
Inhoudsindicatie
Voorzittersbeslissing. Klacht ziet er op dat de advocaat het algemene mailadres van de wederpartij heeft gebruikt. Dit mailadres werd genoemd in het briefhoofd van de wederpartij en die heeft geen bezwaar kenbaar gemaakt tegen gebruik van dit mailadres. Gelet daarop had verweerder geen nader onderzoek hoeven doen. Klacht kennelijk ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag
van 10 oktober 2018
in de zaak 18-631/DH/DH
naar aanleiding van de klacht van:
klager
tegen:
verweerder
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag (hierna: de deken) van 22 juni 2018 met kenmerk K053 2018 dk/ab, door de raad ontvangen op 30 juli 2018, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.
1.1 Klager is bestuurder van een vennootschap. Klager is in zijn hoedanigheid van bestuurder van de vennootschap en werkgever verwikkeld (geweest) in een arbeidsrechtelijk geschil met een medewerker, in de periode van begin 2017 tot en met begin 2018. Verweerder heeft in het geschil opgetreden als advocaat van de medewerker.
1.2 Klager is, voor zover voor de beoordeling van deze klacht van belang, bereikbaar via twee emailadressen. Klager is bereikbaar op het algemene emailadres van de vennootschap (info@[vennootschap].nl) en op zijn persoonlijke e-mailadres ([klager]@[vennootschap].nl).
1.3 In de brief van 24 februari 2017 heeft klager aan de medewerker gemeld dat haar dienstverband van rechtswege eindigt. Op de brief is het algemene e-mailadres van de vennootschap vermeld.
1.4 De medewerker heeft verweerder om bijstand verzocht. Verweerder heeft vervolgens op 16 maart 2017 een reactie gestuurd op de brief van 24 februari 2017. De reactie is (als bijlage) gezonden naar het algemene e-mailadres van de vennootschap.
1.5 Klager heeft op 24 maart 2017 schriftelijk gereageerd. In het briefhoofd staat het algemene e-mailadres van de onderneming.
1.6 Verweerder heeft namens de medewerker een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank. Een afschrift van dit verzoekschrift heeft hij op 24 april 2017 als bijlage naar het algemene e-maladres van de vennootschap gezonden.
1.7 Tussen (in ieder geval) 12 mei 2017 en 1 augustus 2017 heeft verweerder (ook) e-mails gezonden naar het persoonlijke e-mailadres van klager.
1.8 Op 24 januari 2018 en 20 februari 2018 heeft verweerder e-mails gezonden naar het algemene e-mailadres.
1.9 Bij brief van 9 maart 2018 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerder.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
a) hij privacy gevoelige informatie naar het algemene e-mailadres van de vennootschap heeft gezonden. Dat e-mailadres is eveneens toegankelijk voor andere werknemers binnen de vennootschap;
b) hij door zijn handelwijze schade heeft toegebracht aan de bedrijfsvoering van klager.
2.2 Klager heeft klachtonderdelen a) en b) als volgt onderbouwd. Verweerder heeft de wederpartij van klager vertegenwoordigd en in die hoedanigheid vanaf maart 2017 meermalen met klager gecorrespondeerd via het persoonlijke e-mailadres van klager. Vanaf eind december 2017 heeft verweerder meermalen met klager gecorrespondeerd middels gebruikmaking van het algemene e-mailadres van de vennootschap. De berichten naar dat laatste e-mailadres waren ook toegankelijk voor werknemers van klager. Door privacy gevoelige informatie te versturen naar het algemene mailadres heeft verweerder op een respectloze en storende wijze gehandeld, aldus klager. Hoewel klager zijn bezwaar aan verweerder kenbaar heeft gemaakt, heeft hij daarop geen reactie ontvangen. Volgens klager lag het op de weg van verweerder om te vragen naar het persoonlijke e-mailadres van klager.
3 VERWEER
3.1 Verweerder heeft, zakelijk weergegeven, aangevoerd dat hij op 16 maart 2017, 24 april 2017, 24 januari 2018 en op 20 februari 2018 berichten heeft gestuurd naar het algemene e-mailadres. Klager heeft aan hem niet kenbaar gemaakt dat het corresponderen naar het algemene mailadres onwenselijk was.
4 BEOORDELING
De klacht heeft betrekking op de handelwijze van verweerder als advocaat van de wederpartij. Uitgangspunt is dat die advocaat een ruime mate van vrijheid geniet om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem (in overleg met zijn cliënt) goeddunkt. Deze vrijheid is niet absoluut, maar kan onder meer worden beperkt doordat de advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij niet onnodig of evenredig mag schaden zonder redelijk doel.
Ten aanzien van klachtonderdeel a)
4.1 Dit klachtonderdeel gaat in de kern om de vraag of het op de weg van een advocaat ligt om, zodra hij per e-mail met een (weder)partij gaat communiceren, onderzoek moet doen naar het e-mailadres.
4.2 De voorzitter is van oordeel dat een advocaat zich ervan moet vergewissen dat het te gebruiken e-mailadres het juiste is. Van een advocaat kan echter niet worden verwacht dat hij voorafgaand aan het verzenden van de eerste e-mail onderzoekt wie aan de zijde van de ontvanger van de e-mail kennis kan nemen van het bericht.
4.3 In het briefhoofd van de door de medewerker aan verweerder verstrekte brief staat het algemene e-mailadres van de vennootschap. De voorzitter is van oordeel dat verweerder ervan uit mocht gaan dat hij dit e-mailadres kon gebruiken. Klager heeft er naar aanleiding van de (eerste) e-mail(s) van verweerder niet op gewezen dat gebruik van het algemene e-mailadres onwenselijk is in verband met het vertrouwelijke karakter van de correspondentie. Verweerder hoefde zich er daarom niet van bewust te zijn dat medewerkers van klager kennis konden nemen van de berichten die verweerder naar het algemene e-mailadres heeft gezonden. Dit betekent dat niet onbegrijpelijk is dat verweerder het algemene e-mailadres is blijven gebruiken en dat verweerder niet heeft gehandeld zoals het een behoorlijk handelend advocaat niet betaamt. Klachtonderdeel a is kennelijk ongegrond.
Ten aanzien van klachtonderdeel b)
4.4 Klager heeft dit klachtonderdeel niet feitelijk onderbouwd. Gelet daarop wordt ook dit klachtonderdeel kennelijk ongegrond verklaard.
Slotsom
4.5 Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht in alle klachtonderdelen, met toepassing van artikel 46j van de Advocatenwet, dan ook kennelijk ongegrond verklaren.
BESLISSING
De voorzitter verklaart de klacht, met toepassing van artikel 46j van de Advocatenwet, kennelijk ongegrond.
Aldus beslist door mr. M.P.J.G. Göbbels, voorzitter, met bijstand van mr. D.L. van Lijf als griffier op 10 oktober 2018.