Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

05-10-2018

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2018:188

Zaaknummer

180178

Inhoudsindicatie

Art. 13-beklag. Verzoek om aanwijzing advocaat. Klager is op vrijwillige basis reeds bijgestaan door een advocaat om de gewenste gegevens over zijn kinderen te verkrijgen, maar dit is niet gelukt. Klager voldeed niet aan de eisen: klager is geen belanghebbende en geen wettelijk vertegenwoordiger van de kinderen. De advocaat schatte een procedure verder kansloos in. Bij het hof zijn door klager geen feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit zou kunnen blijken dat de procedure wel enige kans van slagen zou hebben noch zijn die gebleken. Het ontbreken van een kans van slagen is voldoende grond voor de weigering tot aanwijzing van een advocaat. Beklag tegen beslissing van de deken is ongegrond.

Uitspraak

BESLISSING                                   

van 5 oktober 2018

in de zaak 180178

naar aanleiding van het beklag van:

klager

tegen:

de deken

1    HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET

Klager heeft bij de deken een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Per brief van 5 juni 2018 heeft de deken dit verzoek afgewezen. In een klaagschrift gedateerd 20 juni 2018 heeft klager zich beklaagd over het feit dat de deken zijn verzoek heeft afgewezen.

2    HET GEDING BIJ HET HOF

2.1    Het klaagschrift is op 21 juni 2018 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-     de brief van de deken van 19 juli 2018.

2.3    De zaak is door het hof in raadkamer behandeld op 7 september 2018.

3    FEITEN

3.1    Het volgende is komen vast te staan.

3.2    Klager heeft de deken op 11 december 2017 verzocht om aanwijzing van een advocaat, waarna hij erop gewezen is dat hij eerst zelf moest proberen een advocaat te vinden. Op 5 februari 2017 heeft klager aangegeven dat hij geen advocaat heeft kunnen vinden, waarna een bespreking op het bureau van de orde heeft plaatsgevonden. Er was op dat moment sprake van drie problemen.

3.3    Eén van de problemen betrof de [Stichting]. In deze kwestie is klager eerder bijgestaan door een advocaat. Deze advocaat heeft de deken desgevraagd laten weten dat zij voor klager geprobeerd heeft op vrijwillige basis het dossier van zijn kinderen te verkrijgen van [Stichting]. Dat is niet gelukt. Klager voldeed niet aan de eisen; hij was geen belanghebbende in het onderzoek en ook geen wettelijk vertegenwoordiger van de kinderen. De advocaat kon verder niets voor klager betekenen omdat zij een eventuele procedure kansloos achtte. Klager had zelf ook een klachtenprocedure bij [Stichting] gevoerd waarbij zijn klacht ongegrond is verklaard.

3.4    De deken heeft het verzoek tot aanwijzing van een advocaat voor deze kwestie afgewezen omdat de advocaat die klager in deze zaak heeft bijgestaan een procedure kansloos achtte.

4    BEOORDELING

4.1    In zijn verzetschrift heeft klager tegen de beslissing van de deken aangevoerd dat  hij het niet terecht vindt dat zijn verzoek om toewijzing van een advocaat is afgewezen. De overige door klager aan de deken voorgelegde problemen worden in het verzetschrift niet genoemd zodat deze geen behandeling behoeven.

4.2    Uit artikel 13 Advocatenwet volgt dat de deken een verzoek tot aanwijzing van een advocaat slechts wegens gegronde redenen kan afwijzen. Het hof is van oordeel dat deze gegronde redenen hier aanwezig zijn.

4.3    Uit het dossier blijkt, zoals hiervoor onder 3.3 is weergegeven, dat klager zelf al getracht heeft om de gegevens van zijn kinderen te verkrijgen, in ieder geval middels een klachtenprocedure, dat is niet gelukt. De advocaat die hem in het verleden in deze zaak heeft bijgestaan heeft dit eveneens namens hem nog op vrijwillige basis geprobeerd, maar ook dat is niet gelukt. Klager voldeed niet aan de eisen; hij was geen belanghebbende in het onderzoek en ook geen wettelijk vertegenwoordiger van de kinderen. Zij zag geen verdere mogelijkheden om klager te helpen omdat zij een procedure als kansloos inschatte. Het hof komt dit advies niet onjuist of onredelijk voor.

4.3    Klager heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit zou kunnen blijken dat de door hem gewenste procedure wel enige kans van slagen zou hebben. Ook overigens is daarvan niet gebleken. Het ontbreken van een kans van slagen in de door klager gewenste procedure is een voldoende gegronde reden om aanwijzing van een advocaat te weigeren. Het verzet van klager tegen de beslissing van de deken wordt ongegrond verklaard.

 

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van de Deken van 5 juni 2018 ongegrond.

Aldus gewezen door mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, voorzitter, mrs. T. Zuidema en M. Pannevis, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2018.

griffier    voorzitter      

De beslissing is verzonden op 5 oktober 2018.