Rechtspraak
Uitspraakdatum
22-08-2017
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2017:156
Zaaknummer
17-595/DB/OB
Inhoudsindicatie
Klacht kennelijk niet-ontvankelijk. Toereikende volmacht ontbreekt en klager heeft geen eigen belang.
Uitspraak
Beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch
van 22 augustus 2017
in de zaak 17-595/DB/OB
naar aanleiding van de klacht van:
klager
tegen:
verweerder
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant (hierna: de deken) van 8 augustus 2017 met kenmerk K17-050, door de raad ontvangen op 8 augustus 2017, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, van de volgende feiten uitgegaan:
1.1 Verweerder heeft de heer S, hierna: “S”, bijgestaan in een vreemdelingenzaak.
1.2 Bij brief d.d. 15 februari 2017 heeft klager bij de deken een klacht ingediend tegen verweerder. Bij deze brief was gevoegd een volmacht d.d. 18 december 2016 van S aan klager, inhoudend een volmacht om alle rechtshandelingen te verrichten aangaande de verblijfsrechtelijke c.q. op het bestuursrecht gebaseerde belangen van S.
1.3 Bij brief d.d. 22 februari 2017 heeft de stafjurist van het Bureau van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant de ontvangst van klagers brief bevestigd. De stafjurist heeft klager medegedeeld dat de toegezonden volmacht niet toereikend was en heeft hem verzocht om het bij de brief van de stafjurist gevoegde machtigingsformulier door S te laten ondertekenen en vervolgens te retourneren aan het Bureau.
1.4 Bij brief d.d. 15 maart 2017 heeft klager de stafjurist van het Bureau bericht dat S het machtigingsformulier niet wenste te ondertekenen.
1.5 Bij brief d.d. 13 april 2017 heeft de toenmalige deken klager bericht dat naar haar verwachting de tuchtrechter de klacht niet-ontvankelijk zou verklaren, zulks op grond van het ontbreken van een door S ondertekende machtiging en het zijdens klager ontbreken van een eigen belang bij de klacht. Bij brief d.d. 13 april 2017 heeft de stafjurist van het Bureau klager gevraagd of hij doorzending van de klacht aan de raad van discipline wenste. Bij brief d.d. 25 april 2017 heeft klager de stafjurist bericht dat hij inderdaad doorzending van de klacht naar de raad van discipline wenste.
1.6 Bij brief d.d. 3 augustus 2017 heeft verweerder een door S ondertekende verklaring d.d. 4 maart 2017 aan de deken toegezonden. In deze verklaring bevestigt S dat hij op 3 maart 2017 telefonisch aan verweerder heeft medegedeeld dat hij heeft geweigerd om klager te machtigen om namens hem een klacht in te dienen.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij:
de belangen van de heer S niet naar behoren heeft behartigd.
3 VERWEER
3.1 Klager heeft geen toereikende volmacht overgelegd en de heer S heeft zelfs verklaard dat hij klager helemaal geen toestemming heeft verleend om namens hem een klacht in te dienen. De klacht is niet-ontvankelijk. Verweerder heeft overigens ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.
4 BEOORDELING
4.1 Ontvankelijkheid
Uit de overgelegde stukken blijkt niet van een voor het indienen van een tuchtklacht toereikende volmacht van S aan klager. Blijkens de overgelegde stukken heeft S zelfs verklaard dat hij klager geen toestemming heeft gegeven voor het indienen van een klacht tegen verweerder. Voor zover het ervoor moet worden gehouden dat klager namens zichzelf klaagt, overweegt de voorzitter dat het klachtrecht niet in het leven is geroepen voor een ieder, doch slechts voor degenen die door een handelen of nalaten van een advocaat in zijn belang getroffen is of kan worden. Daarvan is in dezen niet gebleken. De voorzitter is van oordeel dat klager bij de ingediende klacht geen eigen belang heeft.
4.2 Voor zover klager meent dat met zijn klacht een algemeen belang is gemoeid, overweegt de voorzitter dat indien in het algemeen belang een tuchtrechtelijke procedure is vereist, het klachtrecht wordt uitgeoefend door de deken en dat klager niet bevoegd is om in het algemeen belang te klagen.
4.3 Op grond van het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
BESLISSING
De voorzitter verklaart:
de klacht met toepassing van artikel 46j lid 1 sub b Advocatenwet kennelijk niet-ontvankelijk.
Aldus beslist door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, met bijstand van mr. T.H.G. van de Langenberg als griffier op 22 augustus 2017.
Griffier Voorzitter
mededelingen van de griffier ter informatie:
Deze beslissing is in afschrift op 24 augustus 2017
verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West- Brabant
Ingevolge artikelen 46j en 46h van de Advocatenwet kunnen klager, verweerder en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch.
Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven.
De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.
Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:
a. Per post
Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad.
Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:
Postbus 1190, 4801 BD Breda
b. Bezorging
De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw, Sluissingel 20, Breda
c. Per fax
Het faxnummer van de raad van discipline is
088-2053737
Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.
Informatie ook op raadvandiscipline.nl