Rechtspraak
Uitspraakdatum
12-11-2018
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2018:240
Zaaknummer
17-747/DH/RO
Inhoudsindicatie
Dekenonderzoek. Verweerder heeft strafdossier rechtmatig verkregen en zich terecht op zijn functionele verschoningsrecht en geheimhoudingsplicht beroepen.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Den Haag
van 12 november 2018 in de zaak 17-747/DH/RO
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 15 november 2017 op de klacht van:
klager
gemachtigde: mr. Z.
tegen:
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE EN FEITEN
1.1 Voor het verloop van de procedure, de relevante feiten en de klacht verwijst de raad naar de tussenbeslissing in deze zaak d.d. 28 mei 2018, waarbij de raad het verzet gegrond heeft verklaard en de deken in het arrondissement Rotterdam heeft opgedragen om te onderzoeken of verweerder het strafdossier op rechtmatige wijze heeft verkregen en of hij zich terecht beroept op zijn functionele verschoningsrecht en geheimhoudingsplicht.
1.2 Bij brief van 26 juni 2018 heeft de deken aan de raad bericht dat verweerder alle medewerking heeft verricht aan het door hem verrichte onderzoek en dat hij op basis van dat onderzoek geen enkele reden heeft om eraan te twijfelen dat verweerder het strafdossier rechtmatig heeft verkregen en zich terecht op zijn functionele verschoningsrecht en geheimhoudingsplicht heeft beroepen.
1.3 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om op de brief van de deken van 26 juni 2018 te reageren.
1.4 Klager heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
1.5 Bij brief van 28 juni 2018 heeft verweerder aan een lid van de raad verzocht zich te verschonen. De griffier van de raad heeft verweerder bij brief van 10 juli 2018 bericht dat dit verzoek wordt afgewezen.
1.6 Bij brief van 24 juli 2018 heeft verweerder aangegeven het niet eens te zijn met de afwijzing van zijn verzoek maar desalniettemin geen wrakingsverzoek te zullen indien. Voorts heeft hij in deze brief aangegeven zich te kunnen vinden in de conclusies van de deken en zijn verweren tegen de klacht onverkort te handhaven.
2 VERDERE BEOORDELING
2.1 Verweerder is overeenkomstig zijn aanbod in de gelegenheid gesteld om de deken vertrouwelijk te informeren over de wijze waarop hij de beschikking over het dossier heeft gekregen, teneinde de deken in staat te stellen zich een oordeel te vormen over de vraag of de verkrijgingswijze tuchtrechtelijk door de beugel kan of niet.
2.2 Gezien de bevindingen van de deken naar aanleiding van het door hem verrichte onderzoek, waarop door klager niet is gereageerd, concludeert de raad dat verweerder het strafdossier op rechtmatige wijze heeft verkregen en dat hij zich terecht op zijn functionele verschoningsrecht en geheimhoudingsplicht beroept. Klachtonderdeel a. is derhalve ongegrond.
2.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b. is de raad van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval.
2.4 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ten aanzien van klachtonderdeel b. geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar dit klachtonderdeel en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
Ten aanzien van klachtonderdeel a:
- verklaart de klacht ongegrond.
Ten aanzien van klachtonderdeel b:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. M.F. Baaij, voorzitter, mrs. P.O.M. van Boven-de Groot, J.G. Colombijn-Broersma, R. de Haan en T. Hordijk, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken in het openbaar op 12 november 2018.