Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

28-08-2017

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2017:163

Zaaknummer

17-016/DB/OB

Inhoudsindicatie

Verzetbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij.

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond.

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van 28 augustus 2017 in de zaak 17-016/DB/OB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 16 februari 2017 op de klacht van:

 

klager

 

tegen:

 

         verweerder

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij ongedateerde brief, ontvangen op 24 juni 2016, aangevuld bij mail van 14 september en brief van 20 september 2016, heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.

1.2      Bij brief, met bijlagen, aan de raad van discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch (hierna: de raad) van 9 januari 2017 met kenmerk 48/16/091K, door de raad ontvangen op 10 januari 2017, heeft de deken  de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3      Bij beslissing van 16 februari 2017 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond               verklaard, welke beslissing op dezelfde dag is verzonden aan klager.

1.4      Bij brief, met bijlagen, van 8 maart 2017, door de raad ontvangen op 13 maart 2017, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5      Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 12 juni 2017 in aanwezigheid van klager en verweerder.

1.6      De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven. Verder heeft de raad kennisgenomen van bovengenoemd verzetschrift van klager. 

                            

2          FEITEN

2.1      Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op, behalve dat hij wat de vaststaande feiten betreft bezwaar heeft tegen de zin “Het betrof nota’s van de eenmanszaak van klager” onder 1.2 van de voorzittersbeslissing. De raad begrijpt dat klager deze formulering verwarrend vindt, nu hij heeft betwist dat de nota’s werkelijk van zijn eenmanszaak afkomstig zijn. De voorzitter heeft, ook blijkens de beoordeling van de klacht onder 4.2 van de beslissing, echter kennelijk met deze formulering slechts bedoeld feitelijk te beschrijven dat de naam van de eenmanszaak als afzender op de overgelegde nota’s staat. De raad gaat hierna van deze interpretatie uit.    

 

 

3          VERZET

3.1     De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter de klachtonderdelen 1) en 2) ten onrechte kennelijk ongegrond heeft verklaard. Klachtonderdeel 3) heeft klager ter zitting van de raad ingetrokken.

4          BEOORDELING

4.1      De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht, voor zover in verzet nog aan de orde, terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2      Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

 

BESLISSING

 

De raad van discipline:

 

verklaart het verzet ongegrond.

 

Aldus beslist door mr mr. J.D. Streefkerk, voorzitter, mrs. J.F.E. Kikken en J.D.E. van den Heuvel, leden, bijgestaan door mr. M.A.H. Verburgh als griffier en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2017.

 

 

 

Griffier                                            Voorzitter

 

mededelingen van de griffier ter informatie:

 

Deze beslissing is in afschrift op 28 augustus 2017

 

verzonden aan:

-           klager

-           verweerder

-           de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement

 

 

 

Op grond van artikel 46j lid 4 en 46h lid 7 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.