Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

29-09-2017

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2017:173

Zaaknummer

17-672/DB/LI

Inhoudsindicatie

Advocaat is niet verplicht een opdracht te aanvaarden. Geen advocaat-cliënt relatie tot stand gekomen. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  ’s-Hertogenbosch

van 29 september 2017

in de zaak 17- 672/DB/LI

 

naar aanleiding van de klacht van:

                       

klager

 

tegen:

 

 

verweerster

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg (hierna: de deken) van 22 augustus 2017 met kenmerk K17-063, door de raad ontvangen op 23 augustus 2017, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1             FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.

1.1.        Klager heeft zich begin 2016 bij het kantoor van verweerster gemeld. Verweerster heeft klager toen te woord gestaan. Zij heeft klager algemene informatie verschaft over het doen van aangifte en de mogelijkheid van een artikel 12 Wetboek van Strafvordering-procedure. Verweerster heeft klager toen te kennen gegeven zijn zaak niet te kunnen behartigen, omdat zij enkel strafzaken doet. Verweerster heeft bij brieven van 14 maart en -nadat klager zich wederom bij verweersters kantoor had gemeld- 15 april 2016 aan klager schriftelijk bevestigd hem in de door hem genoemde kwesties niet te kunnen bijstaan en hem verzocht in zijn correspondentie aan derden niet meer te vermelden dat zij als zijn advocaat optreedt.

1.2.        Verweerster heeft klager bij brieven van 11 en 26 mei 2017 andermaal bevestigd dat zij klager niet heeft bijgestaan en dat ook niet te zullen doen.

 

2             KLACHT

2.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerster weigert klager rechtshulp te verlenen

 

3             BEOORDELING

3.1      Klager verwijt verweerster dat zij weigert hem rechtshulp te verlenen. De inhoud van de klacht impliceert dat tussen klager en verweerster geen advocaat-cliënt relatie tot stand is gekomen, wat klager verweerster verwijt.

3.2      Een advocaat is niet gehouden een opdracht te aanvaarden. Verweerster heeft klager duidelijk gemaakt dat zij enkel strafrechtzaken behandelt en dat zij de opdracht om de zaak van klager te behandelen niet kan noch wil behandelen. Verweerster heeft klager er meermaals op aangesproken dat hij in zijn correspondentie met derden ten onrechte had vermeld dat verweerster  als advocaat van klager optrad.  Verweerster  heeft klager bij herhaling verzocht deze onjuiste berichtgeving aan derden te staken.

3.3      Nu verweerster gemotiveerd aan klager te kennen heeft gegeven dat en waarom zij hem niet wenste bij te staan en derhalve geen advocaat-cliënt relatie tot stand is gekomen -waartoe verweerster overigens ook niet kan worden verplicht- valt niet in te zien welk tuchtrechtelijk verwijt verweerster valt te maken.

3.4      Op grond van het voorgaande zal de voorzitter met toepassing van artikel 46 j Advocatenwet de klacht kennelijk ongegrond verklaren.

 

 

 

 

 

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter verklaart met toepassing van artikel 46j Advocatenwet:

 

de klacht kennelijk ongegrond

 

Aldus beslist door mr. M.M.T. Coenegracht, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 29 september 2017.

 

 

Griffier                                                                        Voorzitter

 

 

 

mededelingen van de griffier ter informatie:

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 29 september 2017

                                                                         

verzonden aan:

-              klager

-              verweerster

-               de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

 

 

 

Ingevolge artikelen 46j en 46h van de Advocatenwet kunnen klager, verweerder/verweerster en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg binnen dertig dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch,

Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift ( in tweevoud ), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven.

De termijn van dertig dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van dertig dagen is niet mogelijk.

 

                     Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

                     a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 1190, 4801 BD Breda

 

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd in het gerechtsgebouw, Sluissingel 20, Breda

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is

088-2053737

 

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.

 

 

Informatie ook op raadvandiscipline.nl