Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

18-05-2015

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2015:150

Zaaknummer

7266

Inhoudsindicatie

Klager trok zijn beklag in maar handhaafde zijn bezwaren over de duur van de behandeling van het verzoek tot aanwijzing. Beklag ongegrond en over de bezwaren kan het hof niet oordelen.

Uitspraak

                                   

                               

Beslissing van 18 mei 2015

in de zaak 7266

naar aanleiding van het beklag van:

klager

tegen:

De Deken van de Orde van Advocaten

bij de Hoge Raad der Nederlanden

de deken

1    HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET

Klager heeft bij de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden, verder te noemen ‘de deken’, een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Bij brief van 14 augustus 2014 heeft de deken dit verzoek afgewezen. In een klaagschrift gedateerd 24 augustus 2014 heeft klager zich beklaagd over het feit dat de deken zijn verzoek heeft afgewezen.

2    HET GEDING BIJ HET HOF

2.1    Het klaagschrift is op 26 augustus 2014 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van de deken;

-    de brief van klager door het hof ontvangen op 10 maart  2015;

-    de brief van de deken aan het hof van 16 maart 2015.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 20 april 2015, waar geen van de partijen is verschenen.

3    FEITEN

3.1    Het volgende is komen vast te staan:

Klager heeft de deken aanwijzing gevraagd van een advocaat onder meer om mr. K. aansprakelijk te stellen. De deken heeft aan dit verzoek voldaan in die zin dat de deken een advocaat heeft aangewezen  om te onderzoeken of er grond is om mr. K. aansprakelijk te stellen.

Klager heeft bij brief, ontvangen op 10 maart 2015, zijn beklag tegen het niet aanwijzen van een advocaat ingetrokken, maar zijn klacht gehandhaafd over de duur van de behandeling door de deken.   

4    BEOORDELING

Omdat klager zijn verzoek/beklag heeft ingetrokken behoeft het hof daar niet meer op te beslissen. Voor zover verzoeker in zijn beklagschrift de vraag aan het hof voorlegt om een oordeel uit te spreken over de duur van de behandeling van het verzoek door de deken, overweegt het hof dat het hof daar in het kader van de beklagprocedure niet over kan oordelen. Overigens blijkt uit de stukken dat de deken na het verzoek van 10 augustus 2014 bij brieven van 14 augustus 2014 en  5 september 2014 heeft gereageerd en aan het verzoek heeft voldaan. Het beklag van klager is dan ook ongegrond.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van de Deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden van 14 augustus 2014 ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. G.W.S. de Groot, M. Pannevis, J.R. Krol en J.A. Schaap, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 mei 2015.