Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

17-09-2012

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3483

Zaaknummer

6296

Inhoudsindicatie

Verzoek tot aanwijzing van een advocaat door de deken afgewezen. Eerdere advocaat volgde aanwijzingen van klager niet precies op en klager vond zelf advocaat. Beklag ongegrond.

Uitspraak

                                   

Beslissing van 17 september 2012

in de zaak 6296

naar aanleiding van het beklag van:

klager

tegen:

De Deken van de Orde van Advocaten

in het arrondissement Amsterdam

de deken

1    HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET

Klager heeft een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat. Bij brief van 13 december 2011 heeft de Deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten, verder te noemen ‘de deken’, geweigerd een advocaat aan te wijzen als zijn advocaat voor een zaak waarin vertegenwoordiging dan wel bijstand van een advocaat verplicht is. In een klaagschrift gedateerd 5 januari 2012 heeft klager zich beklaagd over het feit dat de deken heeft geweigerd een advocaat aan te wijzen.

2    HET GEDING BIJ HET HOF

2.1    Het klaagschrift is op 10 januari 2012 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    het dossier van de deken;

-    de antwoordmemorie van de deken van 15 februari 2012;

-    een brief van klager aan het hof van 27 januari 2012;

-    een brief van klager aan het hof van 13 februari 2012;

-    een brief van klager aan het hof van 13 juni 2012;

-    een brief van klager aan het hof van 15 juni 2012.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 6 juli 2012, waar zowel klager als de deken zijn verschenen.

3    FEITEN

3.1    Het volgende is komen vast te staan:

3.2    Op verzoek van klager heeft de deken op 6 januari 2011 een advocaat aangewezen om klager bij te staan in een reeds aanhangig gemaakte hoger beroepprocedure bij het gerechtshof te Amsterdam over een geschil tussen klager en zijn voormalig werkgever. De deken heeft klager hiervan bij brief van 6 januari 2011 op de hoogte gesteld.

3.3    Bij brief van 28 september 2011 heeft de aangewezen advocaat klager gemotiveerd uiteengezet waarom het doorzetten van het hoger beroep in zijn ogen niet zinvol was net zo min als het entameren van een nieuwe procedure. Dit advies was in overeenstemming met het advies dat een andere advocaat, die klager aanvankelijk zelf had ingeschakeld, reeds op 16 november 2010 aan klager had gegeven. 

3.4    Op 2 december 2011 heeft klager de deken wederom benaderd met het verzoek een nieuwe advocaat aan te wijzen die hem zou kunnen bijstaan in de procedure in hoger beroep. Dit verzoek is door de deken bij brief van 13 december 2011 afgewezen op de grond dat het door klager gewenste hoger beroep op basis van het advies van bedoelde door de deken aangewezen advocaat alsmede op basis van het advies van de door klager zelf ingeschakelde advocaat, als onvoldoende kansrijk moest worden gekwalificeerd.   

4    BEOORDELING

4.1    Naar het oordeel van het hof heeft de deken op goede gronden geweigerd aan klagers verzoek tot het (andermaal) aanwijzen van een advocaat te voldoen. Voor de vraag of zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 13 lid 1 van de Advocatenwet is niet beslissend of de rechtszoekende een advocaat kan vinden die bereid is precies datgene te doen wat de rechtzoekende van hem verlangt. Met de deken is het hof van oordeel dat de omstandigheid dat klager het niet eens is met het procesadvies van de hem toegewezen advocaat niet zonder meer meebrengt dat een andere advocaat moet worden aangewezen. 

4.2    Klager heeft ter zitting van het hof verklaard dat hij, na ontvangst van het afwijzende bericht van de deken, op eigen gelegenheid een advocaat bereid heeft gevonden om ten behoeve van het hoger beroep bij het gerechtshof te Amsterdam een memorie van grieven in te dienen en zijn belangen in het geding te behartigen. Voor het geven van een bevel aan de deken om alsnog een advocaat aan te wijzen is derhalve geen plaats. Al hetgeen klager verder naar voren brengt behoeft dan ook geen bespreking.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

wijst het beklag van klager tegen de beslissing van de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam van 13 december 2011 af.

Aldus gewezen op 6 juli 2012 door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. W.M. Poelmann, J.S.W. Holtrop, W.K. van Duren en W.J. van Andel, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.G.J. Hendrix, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 september 2012.