Rechtspraak
Uitspraakdatum
18-12-2017
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2017:220
Zaaknummer
17-443/DB/OB
Inhoudsindicatie
Klager komt op 23 augustus 2017 in verzet van een op 14 juli 2017 gegeven voorzittersbeslissing. De termijn van 30 dagen was op dat moment al overschreden. De overschrijding van de termijn is niet verschoonbaar, aangezien klager de beslissing heeft ontvangen op het door hemzelf gebruikte e-mailadres.
Inhoudsindicatie
Verzet niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch
van 18 december 2017
in de zaak 17-443/DB/OB
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de [plaatsvervangend] voorzitter van de raad van discipline van 14 juli 2017 naar aanleiding van de klacht van:
klager
tegen:
verweerster
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 28 september 2016 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerster.
1.2 Bij brief aan de raad van 12 juni 2017 met kenmerk 48|16|137K, door de raad ontvangen op 13 juni 2017, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.3 Bij beslissing van 14 juli 2017 heeft de [plaatsvervangend] voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 14 juli 2017 is verzonden aan klager.
1.4 Bij e-mail van woensdag 23 augustus 2017 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 6 november 2017 in aanwezigheid van klager en verweerster.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het e-mailbericht van klager van 23 augustus 2017.
2 FEITEN
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komt klager in verzet niet op.
3 VERZET
De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in: klager stelt zich op het standpunt dat hij de beslissing van de voorzitter van 14 juli 2017 niet heeft ontvangen. Hij zou op 14 augustus 2017 een e-mail aan de stafjurist van de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant hebben gezonden en pas toen hebben vernomen dat er een beslissing was genomen. Met de beslissing van de voorzitter is klager het niet eens en klager vraagt dan ook om een nieuw onderzoek.
4 BEOORDELING
5 De beslissing van de voorzitter is gegeven op 14 juli 2017. Nog diezelfde dag is de beslissing per e-mail aan klager verzonden. In de beslissing wordt duidelijk vermeld dat een verzetschrift moet worden ingediend binnen 30 dagen na verzending van het afschrift van die beslissing. Op 14 juli 2017 is de beslissing verzonden. Dit betekent dat 30 dagen later, te weten op 14 augustus 2017, de termijn om verzet in te stellen is verstreken. Verweerder heeft pas per e-mail van 23 augustus 2017 verzet ingesteld en heeft derhalve de verzet termijn overschreden.
6 De Raad is van oordeel dat deze overschrijding van de verzet termijn niet verschoonbaar is, aangezien de beslissing per e-mail is verzonden aan het e-mailadres dat door klager zelf ook voor zijn correspondentie met de raad wordt gebruikt. Klager had derhalve tijdig van de beslissing kennis kunnen nemen en had zijn verzet binnen de daarvoor gestelde termijn moeten indienen. Nu de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn verzet.
BESLISSING
De raad van discipline wijst het verzet als niet-ontvankelijk af.
Aldus beslist door mr. M.T. van Vliet, voorzitter, mrs. A.L.W.G. Houtakkers en U.T. Hoekstra, leden, bijgestaan door mr. C.M. van den Reek , als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 18 december 2017.
Griffier Voorzitter
mededelingen van de griffier ter informatie:
Deze beslissing is in afschrift op 18 december 2017
verzonden aan:
- klager
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant
Op grond van artikel 46h lid 7 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.