Rechtspraak
Uitspraakdatum
30-10-2017
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2017:208
Zaaknummer
170235
Inhoudsindicatie
Artikel 13 Advocatenwet-beklag
Inhoudsindicatie
Het hof is van oordeel dat de deken op goede gronden het verzoek van klager heeft afgewezen. De door klager overgelegde stukken bieden geen enkel aanknopingspunt voor aansprakelijkheid van de tandarts. Weliswaar beroept klager zich op een verklaring van een andere tandarts, maar die verklaring is niet overgelegd. De door klager gewenste procedure moet dus als kansloos worden beoordeeld. Volgt ongegrondverklaring van het beklag.
Uitspraak
Beslissing
van 30 oktober 2017
in de zaak 170235
naar aanleiding van het beklag van:
klager
tegen:
de deken
1 HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET
Klager heeft bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam, verder te noemen ‘de deken’, een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Per brief van 5 juli 2017 heeft de deken dit verzoek afgewezen. Bij brief van 11 augustus 2017 heeft klager zich beklaagd over die beslissing van de deken.
2 HET GEDING BIJ HET HOF
2.1 Het klaagschrift is op 15 augustus 2017 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de brief van de deken van 20 juli 2017.
2.3 De zaak is door het hof in raadkamer behandeld op 22 september 2017.
3 FEITEN
Het volgende is komen vast te staan:
Klager wenst zijn voormalige tandarts aansprakelijk te stellen in verband met letsel aan zijn gebit na behandeling in april 2009. Hierover heeft klager zich op 28 mei 2013 beklaagd bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, dat de klacht bij beslissing van 11 februari 2014 als kennelijk ongegrond heeft afgewezen, onder meer overwegende dat bij mondonderzoek door de leden-tandarts van de NMT alleen is geconstateerd dat sprake is van natuurlijke slijtage, alsmede van restauraties die niet door de tandarts waren uitgevoerd. Het beroep dat klager bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg heeft ingesteld is verworpen.
4 BEOORDELING
Artikel 13 lid 2 van de advocatenwet bepaalt dat de deken een verzoek tot aanwijzing van een advocaat alleen wegens gegronde redenen kan afwijzen. Het hof is van oordeel dat de deken op goede gronden het verzoek van klager heeft afgewezen. De door klager overgelegde stukken bieden geen enkel aanknopings-punt voor aansprakelijkheid van de tandarts. Weliswaar beroept klager zich op een verklaring van een andere tandarts, maar die verklaring is niet overgelegd. De door klager gewenste procedure moet dus als kansloos worden beoordeeld. Het beklag dient ongegrond te worden verklaard.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam van 5 juli 2017 ongegrond.
Aldus gewezen door mr. P.M.A. de Groot-van Dijken, voorzitter, mrs. L. Ritzema, G.W.S. de Groot, G.J.L.F. Schakenraad en J.H.J.M. Mertens-Steeghs, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2017.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 30 oktober 2017.