Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

24-08-2015

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2015:250

Zaaknummer

7514

Inhoudsindicatie

Artikel 13 Advocatenwet. Mr. M. heeft de zaak bestudeerd en een negatief procesadvies uitgebracht, gebaseerd op het afwijzende vonnis van de rechtbank en het feit dat zowel verjaring als het kansloze beroep op herroeping op grond van reeds eerder aangevoerd bedrog aan toewijzing van de vordering in appel in de weg staan. Het hof is van oordeel dat de deken het procesadvies van mr. M. tot uitgangspunt kon nemen en daarmee terecht het verzoek van klager heeft afgewezen omdat hij bijstand wenst voor een als kansloos aan te merken procedure.

Uitspraak

Beslissing

van 24 augustus 2015

in de zaak 7514

naar aanleiding van het beklag van:

klager

tegen:

de deken

1    HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET

Klager heeft bij de deken, verder te noemen ‘de deken’, een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Bij brief van 24 april 2015 heeft de deken dit verzoek afgewezen. In een klaagschrift gedateerd 7 mei 2015 heeft klager zich beklaagd over het feit dat de deken zijn verzoek heeft afgewezen.

2    HET GEDING BIJ HET HOF

2.1    Het klaagschrift is op 8 mei 2015 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van de deken;

-    de brief van klager aan het hof van 5 juni 2015;

-    de aanvullende pleitnota van klager.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 22 juni 2015, waar klager en de deken niet zijn verschenen.

3    FEITEN

3.1    Het volgende is komen vast te staan:

Klager heeft zich tot de deken gewend met het verzoek hem een advocaat aan te wijzen voor het voeren van een procedure in hoger beroep tegen mr. X. De rechtbank had de vordering van klager bij vonnis van 29 oktober 2014 afgewezen. Op verzoek van de deken heeft mr. M, advocaat te [plaats], de zaak bestudeerd en een dagvaarding op termijn uitgebracht. De deken heeft het verzoek van klager afgewezen, zich baserend op het advies van mr. M.

4    BEOORDELING

4.1    Artikel 13 Advocatenwet bepaalt dat de deken een verzoek tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 van de Advocatenwet slechts wegens gegrond redenen kan afwijzen.

4.2    Mr. M. heeft de zaak bestudeerd en een negatief procesadvies uitgebracht, gebaseerd op het afwijzende vonnis van de rechtbank en het feit dat zowel verjaring als het kansloze beroep op herroeping op grond van reeds eerder aangevoerd bedrog aan toewijzing van de vordering in appel in de weg staan.

4.3    Het hof is van oordeel dat de deken het procesadvies van mr. M. tot uitgangspunt kon nemen en daarmee terecht het verzoek van klager heeft afgewezen omdat hij bijstand wenst voor een als kansloos aan te merken procedure. Volgens vaste rechtspraak van hof is in dat geval sprake van een gegronde reden het verzoek af te wijzen. Het hof zal het beklag van klager dan ook ongegrond verklaren.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van de deken van 24 april 2015 ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. P.T. Gründemann, M. Pannevis, M.L.J.C. van Emden-Geenen, en J.A. Schaap, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 24 augustus 2015.

            

De beslissing is verzonden op 24 augustus 2015.