Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-07-2016

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2016:161

Zaaknummer

160077

Inhoudsindicatie

Beklag ex artikel 13 Advocatenwet. Klager is niet-ontvankelijk, hoewel zijn beklag buiten de wettelijke termijn is ontvangen door de griffie, nu de beslissing van de deken geen melding maakt van de wettelijke termijn en klager niet beschikt over juridische bijstand bij het opstellen van zijn beklag. Het beklag is ongegrond, omdat klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat bijstand door een advocaat was voorgeschreven dan wel uitsluitend door een advocaat kon geschieden.

Uitspraak

Beslissing

van 11 juli 2016   

in de zaak 160077

naar aanleiding van het beklag van:

klager

tegen:

de deken

1    HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET

Klager heeft bij de deken, verder te noemen ‘de deken’, een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Per brief van 14 december 2015 heeft de deken dit verzoek afgewezen. In een klaagschrift gedateerd 9 maart 2016 heeft klager zich beklaagd over het feit dat de deken zijn verzoek heeft afgewezen.

2    HET GEDING BIJ HET HOF

2.1    Het klaagschrift is op 9 maart 2016 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de brief van de deken aan het hof van 25 april 2016;

-    het e-mailbericht van klager aan het hof van 1 mei 2016;

-    de brief van de deken aan het hof van 9 mei 2016;

-    e-mailbericht van klager aan het hof van 16 mei 2016.

3    FEITEN

3.1    Het volgende is komen vast te staan:

Naar aanleiding van diverse brieven, voor het eerst bij brief 9 oktober 2016, van klager waarin klager de deken heeft verzocht om aanwijzing van een advocaat op grond van artikel 13 Advocatenwet, heeft de deken bij brief van 14 december 2015 klager bericht hem niet van dienst te kunnen zijn.

3.2    Klager heeft deze brief opgevat als een (afwijzende) beschikking in de zin van artikel 13 lid 3 Advocatenwet en heeft beklag gedaan bij het hof op 9 maart 2016.

3.3    Bij brief van 25 april 2016 met bijlagen heeft de deken verzocht het beklag ongegrond te verklaren.

4    BEOORDELING

4.1   Met klager en de deken merkt het Hof de brief van de deken van 14 december 2015 aan als een beschikking waarbij het verzoek van klager om aanwijzing van een advocaat is afgewezen.

4.2    Het beklag van klager tegen de beslissing van de deken is eerst op 9 maart 2016 door de griffie van het hof ontvangen en derhalve buiten de termijn die de wet voorschrijft.

4.3    Nu echter de beslissing van 14 december 2015 geen melding maakt van de termijn van 6 weken voor beklag bij het hof en klager niet heeft beschikt over juridische bijstand bij het opstellen van zijn beklag, kan redelijkerwijs niet worden geoordeeld dat klager in verzuim is geweest en dient niet-ontvankelijkverklaring op die grond achterwege te blijven.

4.4    De deken heeft het verzoek afgewezen, omdat uit de brieven van klager niet viel af te leiden dat bijstand door een advocaat was voorgeschreven dan wel uitsluitend bijstand door een advocaat kon geschieden. Klager heeft ook in zijn beklag bij het hof niet aannemelijk gemaakt dat die bijstand voorgeschreven is dan wel uitsluitend door een advocaat kan geschieden. Het hof verklaart het beklag  dan ook ongegrond.

   

BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart het beklag van klager tegen de beschikking van de deken van 14 december 2015 ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. A.D.R.M. Boumans, A.J. Louter, G.R.J. de Groot en J. Italianer, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2016.

 

                         griffier                                voorzitter    

               

De beslissing is verzonden op 11 juli 2016.