Rechtspraak
Uitspraakdatum
16-11-2015
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2015:295
Zaaknummer
150042
Inhoudsindicatie
Verzoek aanwijzing advocaat ex artikel 13 Advocatenwet voor juridische bijstand in verband met een ten onrechte gestelde diagnose van een psychische stoornis. Deken heeft verzoek terecht afgewezen. Klager heeft niet duidelijk gemaakt welke inspanningen hij heeft verricht om zelf een advocaat te vinden en niet is gebleken dat een procedure moet worden gevoerd met verplichte bijstand van een advocaat, die tevens enige kans van slagen heeft. Afwijzing van het beklag.
Uitspraak
Beslissing
van 16 november 2015
in de zaak 150042
naar aanleiding van het beklag van:
klager
tegen:
de deken
1 HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET
Klager heeft bij de deken, verder te noemen ‘de deken’, een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Bij brief van 6 augustus 2015 heeft de deken dit verzoek afgewezen. In een klaagschrift gedateerd 24 augustus 2015 heeft klager zich beklaagd over het feit dat de deken zijn verzoek heeft afgewezen.
2 HET GEDING BIJ HET HOF
2.1 Het klaagschrift is op 25 augustus 2015 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van de deken;
- de brief van klager van 10 september 2015.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 5 oktober 2015, waar klager is verschenen.
3 BEOORDELING
3.1 Klager heeft aanwijzing van een advocaat verzocht voor juridische bijstand in verband met een ten onrechte gestelde diagnose van een psychische stoornis. De deken heeft het verzoek afgewezen, omdat klager ondanks verzoeken daartoe niet heeft duidelijk gemaakt welke inspanningen hij heeft verricht om zelf een advocaat bereid te vinden hem bij te staan, onvoldoende feiten en omstandigheden heeft aangevoerd, waaruit kan worden afgeleid dat de deken bevoegd is om een advocaat aan te wijzen en ook niet is gebleken dat een procedure moet worden gevoerd met verplichte bijstand van een advocaat, die tevens enige kans van slagen heeft.
3.2 Op grond van de inhoud van het dossier deelt het hof het oordeel van de deken dat klager niet heeft voldaan aan de eisen die artikel 13 Advocatenwet stelt aan een verzoek om aanwijzing van een advocaat. Ook ter zitting van het hof is dit niet gebleken. Het beklag tegen de beslissing van de deken dient te worden afgewezen.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van de deken van 6 augustus 2015 ongegrond.
Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. A.D.R.M. Boumans, D.J. Markx, H.J. de Groot en D.J.B. Wolff, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2015.
griffier voorzitter
De beslissing is verzonden op 16 november 2015.