Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-11-2016

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2016:211

Zaaknummer

160175

Inhoudsindicatie

Beklag ex artikel 13 Advocatenwet. Ongegrond. Verzoek om aanwijzing van een advocaat heeft betrekking op een kansloze appelprocedure.

Uitspraak

Beslissing

van 21 november 2016   

in de zaak 160175

naar aanleiding van het beklag van:

klager

tegen:

de deken

1    HET VERZOEK ALS BEDOELD IN ART. 13 LID 1 ADVOCATENWET

Klager heeft bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement [naam], verder te noemen ‘de deken’, een verzoek ingediend tot aanwijzing van een advocaat zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Per brief van 31 mei 2016 heeft de deken dit verzoek afgewezen. In een klaagschrift gedateerd 21 juni 2015  heeft klager zich beklaagd over het feit dat de deken zijn verzoek heeft afgewezen.

2    HET GEDING BIJ HET HOF

2.1    Het klaagschrift is op 23 juni 2016 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de brief van de deken van 1 juli 2016;

-    het e-mailbericht van klager van 7 juli 2016;

-    de brief van de deken van 4 augustus 2016.

3    FEITEN

3.1    Het volgende is komen vast te staan:

Bij brief van 21 april 2015 heeft klager aan de deken om toewijzing van een advocaat gevraagd omdat hij zich niet kan verenigen met een beslissing van de kantonrechter van 17 maart 2016. In dat vonnis heeft de kantonrechter de vordering van klager (als eiser)  om de gemeente te veroordelen tot afgifte van een voor de schuldsaneringsregeling wettelijk vereiste verklaring  afgewezen  omdat die verklaring wel was afgegeven.  Klager is blijkens zijn toelichting van oordeel dat de overgelegde verklaring van de gemeente  een essentieel onderdeel mist, namelijk dat een minnelijk traject niet is geslaagd.

Klager heeft voorts per mail een 20 tal advocaten gevraagd of iemand deze zaak voor hem wilde behandelen, nu de advocaat die hem had bijgestaan in de procedure bij de kantonrechter dit weigerde omdat het verzoek in strijd met de waarheid zou zijn. Er was geen minnelijk traject aan het verzoek voorafgegaan, zodat de gemeente terecht die verklaring niet afgaf volgens de advocaat.

De deken heeft het verzoek afgewezen omdat het, kort gezegd, niet voldeed aan de wettelijke eisen.

 

4    BEOORDELING

Het hof deelt het standpunt van de deken. Een appelprocedure zou kansloos zijn nu er van een deugdelijke grondslag geen sprake is. Het per mail vrijblijvend een aantal advocaten benaderen kan niet aangemerkt worden als een serieuze poging zelf een advocaat te zoeken en overigens moet het hof constateren dat een appeltermijn reeds lang vestreken is.

   

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart het beklag van klager tegen de beslissing van de Deken van de Orde van Advocaten in het [naam] van 31 mei 2016 ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. A.R. Sturhoofd, J.R. Krol, C.A.M.J. Raymakers en G.J.L.F. Schakenraad, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Kikkert, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2016.

                              

griffier    voorzitter    

       

De beslissing is verzonden op 21 november 2016.