Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-07-2016

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2016:162

Zaaknummer

160179

Inhoudsindicatie

Beslissing van de voorzitter dat klager niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, omdat klagers klacht door de raad van discipline gegrond is verklaard en klager niet de mogelijkheid heeft om beroep in te stellen tegen de beslissing van de raad om geen maatregel op te leggen (artikel 56 lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet).

Uitspraak

Beslissing

van de plaatsvervangend voorzitter van

het Hof van Discipline

van 11 juli 2016

in de zaak 160179

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerder

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

De plaatsvervangend voorzitter van het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden (verder: de raad) van 30 mei 2016, nummer 15-485, aan partijen toegezonden op 30 mei 2016, waarbij het verzet van klager tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad ten aanzien van klachtonderdeel b van 23 november 2015 gegrond is verklaard, klachtonderdeel b gegrond is verklaard en aan verweerder geen maatregel is opgelegd.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 23 juni 2016 ter griffie van het hof ontvangen.

3    DE BEOORDELING

Het beroep van klager richt zich tegen de beslissing van de raad aan verweerder geen maatregel op te leggen. Volgens het bepaalde in artikel 56 lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet kan de klager, die de klacht heeft ingediend die tot de beslissing van de raad heeft geleid, van die beslissing hoger beroep instellen indien zijn klacht geheel of ten dele ongegrond is verklaard. Nu klagers klacht door de raad in zijn geheel door de raad gegrond is verklaard - en dus niet geheel of ten dele ongegrond - kan klager niet van die beslissing in hoger beroep komen. Dat de raad heeft geoordeeld aan verweerder geen maatregel op te leggen geeft klager niet de mogelijkheid om beroep tegen dit onderdeel van de beslissing in te stellen. Klager is mitsdien niet ontvankelijk in zijn beroep.

 BESLISSING

De plaatsvervangend voorzitter van het Hof van Discipline:

verklaart klager niet ontvankelijk in zijn beroep tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 30 mei 2016 onder nummer 15-485, waarvan beroep.

Aldus beslist door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, plaatsvervangend voorzitter en in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2016.

Plaatsvervangend voorzitter

Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen na verzending van het afschrift schriftelijk verzet worden gedaan bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van veertien dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient Uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

Verzet dient te worden ingesteld door middel van een verzetschrift, waarin de gronden voor het verzet zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

Het verzetschrift dient in zevenvoud te worden ingediend.

Het Hof van Discipline is gevestigd te Den Haag aan de Kneuterdijk 1.

Het postadres van het Hof van Discipline is: Postbus 85452, 2508 CD Den Haag.

Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 088 2053777.

De beslissing is verzonden op 11 juli 2016.