Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

18-05-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2015:126

Zaaknummer

15-002NH

Inhoudsindicatie

Niet-ontvankelijke klacht tegen eigen advocaat. De klacht dat zou zijn verzuimd hoger beroep in te stellen is tardief.

Uitspraak

Beslissing van 18 mei 2015

in de zaak 15-002 NH

naar aanleiding van de klacht van:

de heer mr.

mevrouw

p/a

klagers

tegen:

de heer mr.

advocaat te

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 12 januari 2015 met kenmerk 14-182, door de raad ontvangen op 16 januari 2015, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 10 maart 2015 in aanwezigheid van verweerder. Klagers zijn met bericht van verhindering niet ter zitting verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in §1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad en van de stukken 1 tot en met 17 van de bij die brief gevoegde inventarislijst.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.2 Verweerder heeft klagers bijgestaan in jegens hen ingestelde civielrechtelijke procedures waarin onder meer verwijdering van (internet)publicaties over de heer D. werd gevorderd.

2.3 Bij kortgedingvonnis van 8 april 2010 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Alkmaar (hierna: de voorzieningenrechter), voor zover hier van belang, geoordeeld dat klagers onrechtmatig jegens de heer D. hebben gehandeld en de vorderingen van de heer D. grotendeels toegewezen. Klagers werden onder meer – op straffe van een dwangsom – veroordeeld tot het verwijderen en verwijderd houden van de in geding zijnde (internet)publicaties.

2.4 Verweerder is namens klagers een kortgedingprocedure gestart betreffende de executie van voormeld vonnis van de voorzieningenrechter van 8 april 2010.

2.5 Bij kortgedingvonnis van 3 juni 2010 heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van klagers afgewezen. Verweerder heeft namens klagers hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van 3 juni 2010.

2.6 Bij brief van 10 juni 2014 hebben klagers zich bij de deken beklaagd over verweerder.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij, hoewel klagers dat hem hebben verzocht, heeft verzuimd hoger beroep in te stellen tegen het kortgedingvonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Alkmaar van 8 april 2010.

4 VERWEER

4.1 Verweerder stelt zich primair op het standpunt dat de klacht tardief is en daarom niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Voor zover de klacht ontvankelijk zou zijn, meent verweerder dat deze ongegrond dient te worden verklaard. Klagers hebben hem niet verzocht hoger beroep in te stellen tegen de uitspraak van 8 april 2010. Zij hebben hem wel verzocht hoger beroep in te stellen tegen het kortgedingvonnis van 3 juni 2010, dat de executie van het vonnis van 8 april 2010 betrof.

5 BEOORDELING

5.1 De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

5.2 Bij de beoordeling van de vraag of een klacht over een advocaat nog tijdig is ingediend dienen van geval tot geval twee belangen te worden afgewogen, te weten: enerzijds het ten gunste van de klager wegende maatschappelijk belang dat het optreden van een advocaat door de tuchtrechter kan worden getoetst; anderzijds het belang dat een advocaat heeft bij toepassing van het beginsel van rechtszekerheid. Dit beginsel houdt onder meer in, kort gezegd, dat een advocaat zich niet na een als onredelijk te beschouwen lange tijd nog bij deken en tuchtrechter moet verantwoorden voor zijn optreden van destijds (zie bijv. HvD 12 februari 1996, no. 2096, Advocatenblad 1997, blz. 92).

5.3 De termijn om hoger beroep in te stellen tegen het kortgedingvonnis van 8 april 2010 verliep op 6 mei 2010. De klacht van klagers is meer dan vier jaar na afloop van deze termijn bij de deken ingediend. Daarmee is sprake van een zeer ruim tijdsverloop tussen het gestelde nalaten om hoger beroep in te stellen en het indienen van de klacht. Klagers hebben gesteld dat zij niet direct na afloop van de beroepstermijn op de hoogte waren van het feit dat geen hoger beroep was ingesteld, maar dat dit hun pas duidelijk werd na een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van oktober 2011 en een daarop gevolgde toelichting van hun huidige advocaat in december 2011. Die stelling acht de raad  onaannemelijk. Klager sub 1 is zelf jurist en uit het dossier volgt dat hij iedere stap van zijn advocaat nauwgezet volgde. Uit het dossier blijkt dat klagers en verweerder in de periode direct na het vonnis van 8 april 2010 alleen hebben gecorrespondeerd over het instellen van de kortgedingprocedure omtrent de executie van het vonnis van 8 april 2010. Klagers hebben bij e-mail van 17 mei 2010 over dat (nieuwe) kort geding aan verweerder te kennen gegeven: “Wij willen echt met één dagvaarding gelijk orde op zaken stellen.” Vervolgens is door hen gecorrespondeerd over hoger beroep tegen het vonnis van 3 juni 2010. In die periode moet voor klagers duidelijk zijn geweest dat geen hoger beroep was ingesteld tegen het vonnis van 8 april 2010. De raad is daarom van oordeel dat de klacht tardief is en dat een zwaarder gewicht toekomt aan het belang van verweerder bij rechtszekerheid. De klacht is niet-ontvankelijk.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht niet-ontvankelijk.

Aldus gewezen door mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, mrs E.C. Gelok, N.M.N. Klazinga, K. Straathof en J.J. Trap, leden, bijgestaan door mr. S.H. van den Ende als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 18 mei 2015.

Griffier Voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 18 mei 2015 per aangetekende brief verzonden aan:

- klagers

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland    

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klagers 

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl