Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

18-02-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2015:66

Zaaknummer

R. 4715/15.25

Inhoudsindicatie

Verweerder kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor eventueel tekortschieten van mr. G. Laatstgenoemde is een Turkse advocaat die in directe opdracht van klager werkzaamheden heeft verricht. Klager heeft daarvoor in de Turkse en Engelse taal gestelde volmachten getekend, waarin mr. G als behandelend advocaat  werd genoemd. Of mr G. zijn werkzaamheden correct en in overeenstemming met de Turkse wet- en regelgeving heeft uitgevoerd kan niet worden beoordeeld, maar dit kan gelet op het bovengenoemde uitgangspunt niet aan verweerder worden tegengeworpen. Omstandigheden waarom dit in casu anders zou zijn, zijn gesteld noch gebleken.

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

 

De voorzitter van de Raad van Discipline heeft kennis genomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam van 26 januari 2015 met kenmerk R 2015/11, door de raad ontvangen op 27 januari 2015 en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Verweerder heeft klager bijgestaan in verband met het afwikkelen van het Turkse deel van de nalatenschap van de overleden vader van klager.

1.3 De communicatie tussen klager en verweerder vond plaats in de Nederlandse taal. Verweerder beheerst de Turkse taal, klager niet.

1.4 Bij aanvang van de zaak heeft klager op verzoek van  verweerder enkele in de Turkse taal gestelde documenten getekend.

1.5 Voor de werkzaamheden die in Turkije moesten worden verricht heeft verweerder mr. G, advocaat te Istanbul, ingeschakeld.

1.6 Klager heeft bij brief van 17 maart 2014 de bemiddeling van de deken ingeroepen in verband met onvrede over de wijze waarop de Turkse bankrekeningen werden afgewikkeld. In de loop van het bemiddelingstraject heeft klager enkele klachten geformuleerd.

 

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager is ontevreden over de kwaliteit van de dienstverlening van verweerder. Klager vindt dat de declaraties van verweerder excessief zijn en dat de informatievoorziening onvoldoende is.

 

3 VERWEER

3.1 Verweerder heeft beschreven hoe de contacten met klager zijn verlopen en welke afspraken in dat kader zijn gemaakt. Hij schetst dat alle activiteiten steeds helder zijn gecommuniceerd en dat deze steeds de instemming van klager hebben gehad.

3.2 Een deel van de activiteiten is uitgevoerd door mr. G., de Turkse advocaat, aan wie door klager een volmacht is verleend. Er is geen sprake geweest van handelingen die strijdig zijn met de belangen van klager.

 

4 BEOORDELING

4.1 De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

4.2 Voorop dient te staan dat de tuchtrechter gezien het bepaalde in artikel 46 Advocatenwet mede tot taak heeft de kwaliteit van de dienstverlening aan een cliënt te beoordelen indien deze cliënt daar over klaagt. Wel zal de tuchtechter rekening hebben te houden met de vrijheid die de advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt en met de keuzes – zoals over procesrisico en kostenrisico – waar de advocaat bij de behandeling van de zaak voor kan komen te staan. De vrijheid die de advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt en de keuzes waar hij voor kan komen te staan, zijn niet onbeperkt, maar worden begrensd door de eisen die aan de advocaat als opdrachtnemer in de uitvoering van die opdracht mogen worden gesteld en die met zich brengen dat zijn werk dient te voldoen aan datgene wat binnen de beroepsgroep als professionele standaard geldt.

4.3 Op basis van de stukken kan niet worden geconcludeerd dat verweerder tekort is geschoten in de behartiging van de belangen van klager. De activiteiten die hij heeft ontplooid zijn vooraf met klager besproken en komen redelijk voor. Op basis van het dossier kan evenmin worden geconcludeerd dat verweerder  tekortgeschoten is in zijn informatieverplichting jegens klager.

4.4 Verweerder kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor eventueel tekortschieten van mr. G. Laatstgenoemde is een Turkse advocaat die in directe opdracht van klager werkzaamheden heeft verricht. Klager heeft daarvoor in de Turkse en Engelse taal gestelde volmachten getekend, waarin mr. G als behandelend advocaat  werd genoemd. Of mr G. zijn werkzaamheden correct en in overeenstemming met de Turkse wet- en regelgeving heeft uitgevoerd kan niet worden beoordeeld, maar dit kan gelet op het bovengenoemde uitgangspunt niet aan verweerder worden tegengeworpen. Omstandigheden waarom dit in casu anders zou zijn, zijn gesteld noch gebleken. Dat mr. G. op initiatief van verweerder is ingeschakeld is daartoe in ieder geval onvoldoende, net zoals dat verweerder de Turkse taal beheerst en wellicht een grotere kennis dan de gemiddelde advocaat heeft van de wijze waarop in Turkije met juridische kwesties wordt omgegaan.

4.5 De tuchtrechter is niet bevoegd declaratiegeschillen te beslechten, tenzij sprake is van excessief declareren. Dit laatste kan op basis van de stukken niet worden vastgesteld.

4.6 Gelet op het vorenstaande zal de voorzitter de klacht kennelijk ongegrond  verklaren.

 

BESLISSING

De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr.  M.F. Baaij, voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 18 februari 2015.

griffier  voorzitter

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 19 februari 2015 per aangetekende post verzonden aan:

- klager 

en per gewone post aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam .

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Den Haag, Postbus 85850, 2508 CN Den Haag (fax: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.