Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

09-01-2015

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2015:1

Zaaknummer

7270

Inhoudsindicatie

Wrakingsverzoek van de wrakingskamer wordt buiten behandeling gesteld. Wrakingsverzoek van gewraakten is ongegrond. Het feit dat een rechter bij een eerdere tuchtzaak tegen verzoeker betrokken is geweest waarbij aan hem een schorsing of schrapping is opgelegd, leidt niet tot de conclusie dat sprake is van vooringenomenheid. Verzoek ongegrond met bepaling dat een volgend verzoek niet meer in behandeling wordt genomen.

Uitspraak

                                   

Beslissing van 9 januari 2015

in de zaak 7270

naar aanleiding van het wrakingsverzoek van:

verzoeker

tegen:

mrs. P.M.A. de Groot-van Dijken, P.T. Gründemann,

W.A.M. van Schendel, G.J.L.F. Schakenraad

en C.A.M.J. Raymakers

leden Hof van Discipline

1    DE PROCEDURE

1.1    Bij beslissing van 3 september 2014 heeft de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (verder: de deken), onder nummer 4014-0643, een verzoek van verzoeker tot aanwijzing van een advocaat zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet met inachtneming van artikel 2:3 lid 1 Algemene Wet Bestuursrecht doorverwezen naar de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag.

1.2    Tegen deze beslissing van de deken is verzoeker in hoger beroep gekomen bij het Hof van Discipline. De zaak zou 10 november 2014 behandeld worden ter zitting van het Hof van Discipline door (plaatsvervangend) voorzitter mr. P.M.A. de Groot-van Dijken, en de leden mrs. P.T. Gründemann, W.A.M. van Schendel, G.J.L.F. Schakenraad en C.A.M.J. Raymakers.

1.3    Per e-mail van 10 november 2014 heeft verzoeker voornoemde voorzitter en leden gewraakt.

1.4    De behandeling van het wrakingsverzoek is gepland op de zitting van 15 december 2014 van de wrakingskamer van het hof (hierna te noemen: de wrakingskamer), bestaande uit voorzitter mr. J.C. van Dijk, en de leden mrs. A.B.A.P.M. Ficq, A.A.H. Zegers, J.R. Krol en N.H. van Everdingen.

1.5    Per e-mail van 17 november 2014 heeft verzoeker de voorzitter en leden  (althans de leden Ficq, Zegers en Van Everdingen) van de wrakingskamer gewraakt.

1.6    Per brief van 21 november 2014 heeft mr. De Groot-van Dijken mede namens de leden mrs. Gründemann, Van Schendel, Schakenraad en Raymakers laten weten niet in de wraking te berusten.

1.7    Ter zitting van de wrakingskamer d.d. 15 december 2014 is verzoeker niet verschenen.

 

2    BEOORDELING

2.1    Verzoeker heeft de voorzitter en de leden (althans de leden Ficq, Zegers en Van Everdingen) van de wrakingskamer gewraakt, onder meer stellende dat:

“als voorzitter van dijk optreedt die vooringenomen/racisme is naar Italie/Italiaanse politieke rechtssysteem en Italiaanse personen. (…) het hof geen onpartijdig en onafhankelijk gerecht is omdat de advocaatleden onder potentieel tuchtrechtelijk toezicht staan van de Raad van Discipline Den Bosch althans Zegers nu hij daar onder valt. Tevens valt hij door zijn vestigingsplaats direct/indirect onder het tuchtrecht van het Hof van Discipline/van dijk. (…) van Everdingen ook onder het toezicht staat van het hof van discipline/van dijk (…) er innige belangenverstrengelingen bestaan tussen van dijk als opperhoofd van het hof met Fikkie, werkzaam bij Hof den bosch en zegers advocaat werkzaam in de regio hof den bosch.”

2.2    De wrakingskamer overweegt dat een wrakingsverzoek deugdelijk gemotiveerd moet zijn ten aanzien van iedere rechter op wie het betrekking heeft. Nu het in overweging 2.1 omschreven wrakingsverzoek niet aan de minimale deugdelijke en concrete motiveringsvereisten voldoet - het betreft slechts algemene en deels onbegrijpelijke veronderstellingen - laat de wrakingskamer dit verzoek buiten behandeling.

2.3    Verzoeker heeft de kamer onder voorzitterschap van De Groot-van Dijken gewraakt, onder meer stellende dat:

“Van Schendel, de Groot-van Dijken eerder betrokken zijn geweest bij mijn schorsing en/of schrappingsuitspraken (…) het hof geen onpartijdig en onafhankelijk gerecht is omdat de advocaat-leden onder potentieel tuchtrechtelijk toezicht staan van de Amsterdamse rabbi, van R., althans Raymakers (…) Schakenraad onder potentieel toezicht staat van de Raad van Discipline te ’s-Hertogenbosch en hiermee hij direct contact heeft gezien zijn werkzaamheden bij het Hof Den Bosch als advocaat waar dus Grundemann en de Groot-van Dijken werkzaam zijn. Althans dat Schakenraad als advocaat onder potentieel toezicht staat van het Hof van Discipline en dus niet vrij is maar genegen/geneigd is zich te voegen naar de rechterlijke leden van van Schendel, de Groot-van Dijken en Schendel (…) er een nauw contact bestaat tussen Grundemann en de Groot-van Dijken omdat zij beiden als collega’s werkzaam zijn bij het Hof Den Bosch. Duidelijk is er sprake van innige belangenverstrengeling.”

2.4    De wrakingskamer overweegt dat het feit dat mrs. De Groot-van Dijken en Van Schendel zitting hebben gehad in kamers van het hof waarin andere zaken van verzoeker werden behandeld, geen vooringenomenheid in de litigieuze zaak impliceert. De overige aangevoerde gronden zijn - nu het slechts gaat om algemene en deels onbegrijpelijke  veronderstellingen - onvoldoende deugdelijk en concreet onderbouwd. Het wrakingsverzoek zal dan ook worden afgewezen.

2.5    Verzoeker heeft in zijn zaak nu tweemaal in korte tijd een onvoldoende deugdelijk onderbouwd wrakingsverzoek ingediend. De wrakingskamer leidt hieruit af dat verzoeker tracht het proces in zijn zaak te verstoren door misbruik te maken van het recht op wraking. Het hof zal daarom - op grond van artikel 56 lid 6 Advocatenwet juncto artikel 515 lid 4 Wetboek van Strafvordering - bepalen dat een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling zal worden genomen.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

-    stelt het wrakingsverzoek van 17 november 2014 van verzoeker tegen mrs. J.C van Dijk, A.B.A.P.M.Ficq, A.A.H.Zegers en N.H.van Everdingen buiten behandeling;

        

-    wijst af het wrakingsverzoek van 10 november 2014 van verzoeker, gericht tegen mrs. P.M.A. de Groot-van Dijken, P.T. Gründemann, W.A.M. van Schendel, G.J.L.F. Schakenraad en C.A.M.J. Raymakers, leden van het Hof van Discipline;

-    bepaalt dat een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling zal worden genomen.

Aldus gewezen door mr. J.C. van Dijk, voorzitter, mrs. A.B.A.P.M. Ficq, A.A.H. Zegers, J.R. Krol en N.H. van Everdingen, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 januari 2015.