Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

31-08-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2015:183

Zaaknummer

L 275 - 2014

Inhoudsindicatie

Het gedurende 3 maanden in het geheel niet reageren op e-mails en telefoontjes van cliënten en deze in onzekerheid laten verkeren over de vervaldatum van een verweertermijn, past een behoorlijk advocaat niet en is tuchtrechtelijk verwijtbaar.

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond. Berisping.

Uitspraak

 

Beslissing van  31 augustus 2015

in de zaak L 275-2014

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

                     

 

 

     

     klaagster

 

 

                      tegen:

 

                    

                      

                      verweerder

 

 

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 21 oktober 2014 met kenmerk DOK 14-037, door de raad ontvangen op 23 oktober 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 1 juni 2015 in aanwezigheid van klaagster . Verweerder is niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-     het klachtdossier;

-     een faxbrief van verweerder d.d. 1 juni 2015.

 

 

 

 

 

2          FEITEN

2.1      Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting onweersproken is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.2      Verweerder heeft klaagster bijgestaan in een civiele procedure in kort geding bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag en in hoger beroep tegen diens vonnis d.d. 23 april 2013 bij het gerechtshof Den Haag. Op de rolzitting van het gerechtshof d.d. 13 november 2013, is de zaak op verzoek van partijen geroyeerd in afwachting van de uitkomst van tussen hen te voeren schikkingsonderhandelingen. Klaagster heeft in de betreffende zaak een door verweerder op 14 november 2013 gefactureerd voorschot van € 2.000,- voldaan. Bij e-mail d.d. 23 december 2013 heeft de wederpartij een schikkingsvoorstel van klaagster van de hand gewezen en aangekondigd dat zij de zaak weer op de rol zou laten plaatsen.

2.3      Bij e-mail d.d. 24 december 2013 heeft verweerder aan klaagster medegedeeld dat in de zaak verweer moest worden ingediend en voorgesteld om na de feestdagen de draad verder op te pakken. Bij e-mail d.d. 31 december 2013 heeft klaagster aan verweerder verzocht om te laten weten wanneer het verweerschrift uiterlijk moest worden ingediend. Bij uitblijven van een reactie van verweerder heeft klaagster dit verzoek bij e-mail d.d.  20 januari 2014 herhaald en aan verweerder verzocht om een (concept) verweerschrift op te stellen. Bij e-mail d.d. 4 februari 2014 heeft klaagster wederom bij verweerder gerappelleerd en zich beklaagd over het uitblijven van een reactie van zijn zijde. Bij e-mail d.d. 2 maart 2014 heeft klaagster opnieuw gevraagd waarom verweerder geen enkele vorm van reactie meer gaf en meegedeeld dat zij zich tot de Orde van Advocaten zouden wenden indien zijn reactie wederom zou uitblijven. Klaagster heeft zich hierop tot de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg gewend. Bij e-mail d.d. 5 maart 2014 heeft verweerder aan klaagster laten weten dat hij niet veel aan de zaak was toegekomen en een voorstel gedaan om te komen tot een gesprek over de strategie en kansen in de zaak. Klaagster heeft zich vervolgens tot een andere advocaat gewend.

 

3          klacht

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat hij langer dan twee maanden niet heeft gereageerd op e-mails en telefoontjes van klaagster.

 

4          VERWEER

4.1      Erkend wordt dat vanwege tijdelijke persoonlijke omstandigheden niet is gereageerd op de e-mails van klaagster d.d. 20 januari 2014 en 4 februari 2014. De e-mail d.d. 2 maart 2014 is beantwoord op 5 maart 2014. Dat klaagster tussentijds heeft geprobeerd om telefonisch contact op te nemen is niet bekend, maar kan niet worden uitgesloten. Er liepen in de betreffende periode geen verweertermijnen.

 

5          BEOORDELING

5.1      Ter zitting heeft klaagster ter toelichting op de klacht medegedeeld dat zij een vergoeding wenst van de door haar geleden schade ten gevolge van verweerders handelen. De raad overweegt dienaangaande dat de tuchtrechter op grond van artikel 48b lid 1 van de Advocaten beperkte mogelijkheden heeft tot toekenning van schadevergoeding. In de klachtbrief heeft klaagster aangekondigd de geleden schade op verweerder te zullen verhalen. Dit is redelijkerwijs te beschouwen als een mededeling dat klaagster voornemens is hiertoe een civiele procedure in te stellen en niet als een verzoek om in het kader van de onderhavige klachtprocedure een schadevergoeding toe te kennen. Bij gebreke van inzicht in de aard en omvang van de schade zou dat ook niet mogelijk zijn. De raad zal daarom aan dit verzoek voorbijgaan.

5.2      De raad overweegt voorts dat de nieuwe Advocatenwet van toepassing is op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld. De raad overweegt hierna het volgende.

5.3      Een advocaat is gehouden de aan hem toevertrouwde belangen met de nodige voortvarendheid te behartigen. Van hem mag eveneens worden verwacht dat hij zijn cliënt op de hoogte houdt van de werkzaamheden die hij ten behoeve van die cliënt verricht.

5.4      De raad stelt in dit verband vast dat uit het dossier niet blijkt dat verweerder heeft gereageerd op klaagsters e-mail d.d. 31 december 2013, waarin zij hem verzocht om duidelijkheid te geven omtrent de verweertermijn in de zaak. Verweerder heeft daarnaast erkend dat hij niet heeft gereageerd op de rappellerende e-mails van klaagster d.d. 20 januari 2014 en 4 februari 2014. Dat klaagster in de betreffende periode ook meerdere keren tevergeefs heeft getracht om telefonisch contact te krijgen met verweerder, acht de raad aannemelijk nu dit correspondeert met de inhoud van de door klaagster aan verweerder verzonden e-mails. Daarbij wordt tevens overwogen dat klaagster ter zitting een van de betreffende telefoongesprekken heeft geadstrueerd aan de hand van een rekening van Vodafone en dat verweerder zelf heeft aangegeven dat het niet uitgesloten is dat klaagster hem telefonisch heeft geprobeerd te bereiken. Eerst op 5 maart 2014, nadat klaagster zich tot de plaatselijke Orde van Advocaten had gewend, heeft verweerder aan klaagster geantwoord.

5.5      Verweerder heeft door niet te reageren klaagster gedurende een periode van ruim twee maanden (31 december 2013 – 5 maart 2014) in onzekerheid gelaten over de benodigde werkzaamheden in de zaak, terwijl uit de inhoud van klaagsters e-mails  evident blijkt dat zij in de veronderstelling verkeerde dat het verweerschrift met spoed moest worden ingediend en zich zorgen maakte over de vervaldatum van de verweertermijn. Het in het geheel niet reageren op brieven en telefoontjes en het daarmee in onzekerheid laten van zijn cliënten past een advocaat niet en verweerder heeft derhalve tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Dat het ging om een inhoudelijk complexe zaak zoals verweerder heeft betoogd, doet daar niet aan af. Verweerder had immers ter beantwoording en geruststelling van klaagster eenvoudig kunnen volstaan met een kort antwoord en korte uitleg over hoe de procedure zou worden vervolgd. De raad zal de klacht derhalve gegrond verklaren.

 

6          MAATREGEL

6.1      Verweerder heeft, gelet op het bovenstaande, niet de zorgvuldigheid betracht die bij een behoorlijk rechtshulpverlening past. De raad acht de maatregel van berisping passend en geboden.

 

7        BESLISSING

7.1    De raad van discipline:

-          verklaart de klacht gegrond;

-          legt op de maatregel van berisping.

 

 

 

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen, voorzitter, mrs. J.C. van den Dries, J.J.M. Goumans, J.F.E. Kikken en L.R.G.M. Spronken , leden, bijgestaan door mr. A.M.T.A. Verhagen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 31 augustus 2015.

 

 

griffier                                                                         voorzitter                                  

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 1 september 2015

verzonden aan:

 

-        klaagster

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-        verweerder

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 85452, 2508 CD Den Haag

 

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het

Kneuterdijk 1, 2514 EM Den Haag

 

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

Het telefoonnummer van het Hof van Discipline is 088-2053777

 

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 088-2053701

Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

 

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof:

 

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl