Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

06-02-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2015:33

Zaaknummer

OB 5 - 2015

Inhoudsindicatie

Getroffen rechtsmaatregelen en beslagen niet nodeloos, maar in het belang van cliënt getroffen c.q. gelegd.

Inhoudsindicatie

Advocaat mag een ten gunste van zijn cliënt gewezen uitvoerbaar verklaard vonnis ececuteren.

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 6 februari 2015

in de zaak OB 5 - 2015

naar aanleiding van de klacht van:

 

           

 

klager

 

tegen:

 

 

verweerder

 

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant van 7 januari 2015 met kenmerk 48/14/113K , door de raad ontvangen op 8 januari 2015, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken, alsmede van de brief van klager dd. 16 januari 2015.

 

1.           FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1         Klager is sedert 2009 verwikkeld in diverse civielrechtelijke procedures. Deze hebben betrekking op de levering van een door klager van de clienten van verweerder gekochte boerderij. Verweerder treedt in deze procedures op als advocaat van de wederpartij van klager.

 

2.           KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerder rechtstreeks telefonisch contact heeft gehad met de rechter, en dit niet vooraf met advocaat van klager heeft besproken, noch is hiervoor toestemming verleend;

2.    verweerder onjuiste beslagen heeft gelegd op grond van onjuiste informatie aan de rechtbank;

3.    verweerder volstrekt roekeloos heeft gehandeld door:

a.    tot executie over te gaan terwijl hoger beroep was ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank dd. 15 december 2010, wetende dat er geen dwangsommen waren verbeurd en wetende dat klager de koopsom, de notaris- en kadasterkosten en overdrachtbelasting noch uit eigen middelen noch uit eigen geleende middelen kon voldoen;

b.    beslag te leggen op de aandelen van 3 BV’s van klager terwijl er geen dwangsommen waren verbeurd;

c.    beslag te leggen op 2 privé woningen op grond van onjuiste informatie aan de rechtbank terwijl er geen dwangsommen waren verbeurd;

d.    executoriaal beslag te leggen op 3 percelen te G., terwijl er geen dwangsommen waren verbeurd;

e.    executoriaal derdenbeslag te leggen onder X,Y en Z terwijl er geen dwangsommen waren verbeurd;

f.      bovenvermelde door verweerder gelegde conservatoire/executoriale (derden) beslagen niet door te halen.

 

 

3.            VERWEER   

3.1         Verweerder heeft in de procedures tegen klager steeds de belangen van zijn clienten behartigd. Verweerder heeft daarbij steeds het standpunt van zijn clienten naar voren gebracht en de feiten gepresenteerd zoals zijn clienten (onderbouwd) vonden dat deze daadwerkelijk waren.

3.2         Verweerder wordt in juli 2014 verweten dat hij eind 2010 rechtstreeks contact met de rechter contact heeft gehad. Deze klacht, evenals de meeste overige klachten, is tardief en dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard. Verweerder betwist overigens rechtstreeks contact met de rechter de hebben gehad.

3.3         Verweerder heeft steeds de door zijn clienten aan hem verstrekte informatie aan de rechter gepresenteerd. Indien klager van mening was dat ten onrechte conservatoir beslag was gelegd op basis van onjuiste informatie dan had hij in een executie kort geding opheffing kunnen vorderen. Hij heeft dit niet gedaan. Clienten betwisten de stellingen van klager over het juridische geschil.

3.4         De vennootschap van klager werd op 15 december 2010 veroordeeld tot nakoming van de overeenkomst. Dus tot afname van het gekochte op straffe van verbeurte van een dwangsom en daarnaast het betalen van de koopprijs ad € 990.000,- en proceskosten. Het enkele feit dat klager hoger beroep aantekende tegen het vonnis brengt nog niet met zich mee dat de clienten van verweerder zich dienden te onthouden van executiemaatregelen. Het executeren van een vonnis isniet zonder meer onrechtmatig en levert geen misbruik van recht op. Het oordeel of beslagen al dan niet terecht zijn gelegd is voorbehouden aan de civiele rechter. De belangen van de clienten van verweerder waren groot en een adequate belangenbehartiging bracht het leggen van beslagen en het niet doorhalen daarvan met zich mee.

 

4.           BEOORDELING

Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de Advocatenwet zoals deze tot 1 januari 2015 gold bedoeld.

 

4.1         Op de klacht kan met toepassing van artikel 46 g van de Advocatenwet door de voorzitter worden beslist.

4.2         De klacht heeft betrekking op gedragingen van verweerder in de periode 2010 - 2012. Klager heeft zich hierover in juli 2014 bij de deken beklaagd. De voorzitter is van oordeel dat klager weliswaar lang heeft gewacht met het indienen van zijn klacht, maar vindt deze termijn, mede in aanmerking nemende de omstandigheid dat op het moment van indiening van de klacht, de procedures tussen klager en de clienten van verweerder nog steeds aanhangig waren, niet zodanig lang dat de klachten niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard.

4.3         De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij  de beoordeling van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De voorzitter zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

 

4.4         In het eerste onderdeel van de klacht wordt verweerder verweten dat hij zich rechtstreeks tot de rechter heeft gewend. Nu dit door verweerder wordt betwist en door klager geen concrete feiten en omstandigheden zijn gesteld waaruit de juistheid hiervan kan volgen, kan dit onderdeel van de klacht niet tot gegrondheid leiden.

 

4.5         Ten aanzien van de overige onderdelen van de klacht overweegt de voorzitter het volgende. Het is de taak van een advocaat om de belangen van zijn client zo goed mogelijk te behartigen. Het staat een advocaat vrij om in overleg met en in het belang van zijn clienten over te gaan tot het treffen van die rechtsmaatregelen die hij in het belang van zijn cliënt nodig acht waaronder begrepen het veilig te stellen van de rechten van zijn clienten middels het leggen van beslag.

 

4.6         Klager heeft zich in de klachtonderdelen 2 tot en met 9 beklaagd over de door verweerder namens zijn clienten gelegde beslagen. De door klager overgelegde grote hoeveelheid producties hebben betrekking op de diverse civiele procedures tussen klager en de clienten van verweerder. Het is evident dat klager zich niet kan vinden in de door verweerder namens zijn clienten daarin verwoorde stellingen en de door verweerder namens zijn clienten getroffen (executie)maatregelen. De tuchtrechter is niet bevoegd een oordeel uit te spreken over civielrechtelijke geschillen tussen partijen. Indien klager van oordeel was dat ten onrechte beslagen zijn gelegd, had het op zijn weg gelegen de hem daartoe ter beschikking staande rechtsmaatregelen te treffen.

 

4.7         Het is begrijpelijk dat de gelegde beslagen klager niet welgevallig waren en dat hij hierdoor in zijn belang is getroffen. Dit betekent nog niet dat de door verweerder namens zijn clienten getroffen rechtsmaatregelen en gelegde beslagen nodeloos waren en dat hij daarbij de grens heeft overschreden tot waar hij   bij de behartiging van de belangen van zijn clienten jegens klager kon gaan.

 

4.8         Het door klager bij brief dd. 16 januari 2015 overgelegde arrest van het gerechtshof dd. 16 december 2014 maakt dit niet anders. Enerzijds heeft het gerechtshof het vonnis van de rechtbank dd. 15 december 2010 alleen vernietigd voor zover daarbij een dwangsom is opgelegd en is klager voor het overige in het ongelijk gesteld, anderzijds betekent het feit dat het gerechtshof heeft geoordeeld dat door de rechtbank ten onrechte een dwangsom is opgelegd, niet dat het verweerder in de periode 2010-2012 niet vrij stond om over te gaan tot executie van het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde vonnis van de rechtbank dd.15 december 2010, waaronder het leggen van beslagen.

 

4.9         De voorzitter is van oordeel dat verweerder als advocaat van de wederpartij van klager heeft gehandeld binnen de grens die hem jegens klager vrijstond en zal de klacht in alle onderdelen als kennelijk ongegrond afwijzen.

 

 

 

 

BESLISSING

 

De voorzitter:

 

wijst de klacht in alle onderdelen als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 6 februari 2015.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 10 februari 2015

 

per gewone en per aangetekende post verzonden aan:

- klager

 

per gewone post verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant.

 

Ingevolge artikel 46h lid 1 van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, Postbus 3115, 4800 DC Breda (fax: 076-5490569) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge­lijk.

 

Het verzetschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij de raad van discipline:

 

a.         Per post

Het verzetschrift dient samen met de beslissing waarvan verzet in tweevoud, per post te    worden toegezonden aan de griffie van de raad.

Het postadres van de griffie van de raad van discipline is:

Postbus 3115, 4800 DC Breda

 

b.        Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Lage Mosten 7, Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u vooraf telefonisch contact op te nemen met de griffie van de raad. Het telefoonnummer van de raad van discipline is : 076-54 90 568.

 

c.         Per fax

Het faxnummer van de raad van discipline is 076 – 54 90 569. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het verzetschrift samen met een afschrift van de beslissing waarvan verzet in tweevoud per post te worden toegezonden aan de griffie van de raad van discipline.