Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

20-04-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2015:116

Zaaknummer

15-073A + 15-074A

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaten over kwaliteit dienstverlening. Advocaten handelden overeenkomstig opdracht en professionele standaard. Kennelijk ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 20 april 2015

in de zaak 15-073A en 15-074A

naar aanleiding van de klacht van:

Mevrouw

thans zonder bekende woon- of verblijfplaats

Klaagster

tegen:

mevrouw mr.

advocaat te Amsterdam

Verweerster in zaak 15-073A

en

de heer mr.

advocaat te Amsterdam

Verweerder in zaak 15-074A

tezamen ook als 'verweerders' aangeduid

De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam van 19 maart 2015, met kenmerk 4014-0793, door de raad ontvangen op 19 maart 2015, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1 FEITEN

1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

1.2 Verweerders hebben klaagster bijgestaan in het contact leggen met de gemeente Zeist teneinde de registratie van klaagster te wijzigen.

1.3 Op 6 oktober 2014 heeft verweerster een opdrachtbevestiging aan klaagster gestuurd. De brief bevat onder meer de volgende passages:

"De door mij in verband met de opdracht te verrichten werkzaamheden beogen tot het resultaat te leiden, dat de GBA registratie aangepast zal worden door de gemeente Zeist, waarna u een geldig paspoort kan aanvragen en evt. bij een andere Gemeente kan inschrijven."

en

"Financiële afspraken

1. U komt in aanmerking voor gefinancierde rechtsbijstand. Zodra de hoogte van de eigen bijdrage door de Raad voor Rechtsbijstand bekend is gemaakt, zult u hier een nota van ontvangen.

2. Naast de opgelegde eigen bijdrage via de Raad voor Rechtsbijstand zijn er belast en onbelaste verschotten. Verschotten zijn de voor u door mij gedane uitgaven, zoals griffierecht, deurwaarderskosten en uittreksel GBA e.d. Mochten deze kosten door mij betaald worden, ontvangt u een nota daarvoor en dient u deze kosten aan mij teug te betalen.

3. Er wordt verzocht om een voorschot van € 500,00. Dit voorschot kan gestort worden op [bankrekeningnummer]. Mocht u een toevoeging krijgen dan worden daarop de eigen bijdragen en evt. andere kosten in mindering gebracht. Het resterende deel zal aan u worden teruggegeven."

1.4 Klaagster heeft de opdrachtbevestiging ondertekend.

1.5 Verweerster heeft de gemeente Zeist, alwaar klaagster laatstelijk stond ingeschreven, verzocht de registratie (te weten "uitgeschreven: vertrek onbekend waarheen") te wijzigen.

1.6 Bij brief van 27 november 2014 heeft de gemeente Zeist bericht dat klaagster inderdaad sinds 4 maart 2010 niet meer ingeschreven staat in de Basisregistratie Personen van de gemeente Zeist. Uit adresonderzoek is geen nieuw adres gekomen. De gemeente Zeist zet in de brief uiteen dat bovengenoemde registratie op een uittreksel administratief vertaald wordt in 'uitschrijving wegens emigratie', nu geen bekend adres in Nederland meer beschikbaar is. De gemeente geeft aan de registratie niet aan te passen nu geen nieuw adres bekend is. De gemeente adviseert klaagster zich in te schrijven in de gemeente in Nederland waarin zij de meeste dagen per week verblijf houdt. Is dat niet mogelijk omdat zij geen verblijf in Nederland houdt, dan is er een aantal aangewezen gemeenten waarin klaagster kan worden ingeschreven.

1.7 Verweerders hebben dit advies met klaagster gedeeld.

1.8 De Raad voor de Rechtsbijstand heeft een toevoeging toegekend en bepaald dat er een eigen bijdrage is.

1.9 Bij (mail)brieven van 31 oktober 2014 en 3 november 2014, met bijlagen, heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerders.

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerders tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat

a) zij de opdrachtovereenkomst niet zijn nagekomen;

b) verweerster ondanks een toezegging daartoe geen kopie van het arrest van het Hof Den Haag met rekestnr. 326 H98 aan klaagster heeft toegezonden;

c) zij hebben verzuimd "het bewijsdossier [van klaagster] inzake schending van artikel 15 UVRM, over [te] dragen aan Agentschap UNHCR te Den Haag”;

d) zij de zaak tegen de Staat der Nederlanden opzettelijk afhouden van de rechter;

e) zij zonder een beëindigingsbeschikking van de Raad voor Rechtsbijstand het procesdossier tegen de Staat der Nederlanden hebben gesloten;

f) zij niet in het belang van klaagster hebben gehandeld, maar ter financiële bevoordeling van zichzelf;

g) zij zich schuldig hebben gemaakt aan mishandeling en financieel misbruik van klaagster;

h) verweerder klaagster heeft afgeperst voor een bedrag van € 500.-

3 VERWEER

3.1 Verweerders hebben gemotiveerd aangevoerd dat de klacht in alle onderdelen ongegrond moet worden verklaard.

4 BEOORDELING

4.1 De Advocatenwet is met ingang van 1 januari 2015 gewijzigd. Op klachten die tegen advocaten zijn ingediend vóór 1 januari 2015 blijven echter ingevolge artikel IVA van de Wet positie en toezicht advocatuur de paragrafen 4, 4a en 4b van de oude Advocatenwet, zoals deze luidden tot 1 januari 2015, van toepassing. De onderhavige klacht is bij de deken ingediend vóór 1 januari 2015 en wordt daarom door de raad van discipline behandeld en beoordeeld op grond van het oude recht. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

4.2 De voorzitter stelt vast dat klaagster de klacht in haar mailbericht van 31 oktober 2014 aan de deken lijkt te hebben ingeperkt. Klaagster heeft daarin namelijk gesteld “dat er geen sprake is van een klacht o.b.v. tekortkoming van de advocaat, maar (….) vanwege Machtsmisbruik en economische fraude uitgeoefend via advocatenregistratie Raad voor de Rechtsbijstand”.

4.3 Hoe dit zij, de voorzitter is van oordeel dat voor geen van klaagsters – ernstige – verwijten aan het adres van verweerders aanknopingspunten te vinden zijn in het klachtdossier. Dit wordt als volgt toegelicht.

Ad klachtonderdeel a t/m e

4.4 De door klaagster geaccordeerde opdrachtbrief, bedoeld in 1.3, is er duidelijk over dat verweerder klaagster slechts zou bijstaan in de daarin beschreven kwestie, te weten nastreven dat de registratie bij de gemeente Zeist wordt aangepast zodat klaagster (onder meer) een paspoort kan aanvragen.  De wijze waarop verweerders deze opdracht hebben uitgevoerd voldoet naar het oordeel van de voorzitter aan de professionele standaard. Hoewel de uitschrijving in de gemeente Zeist niet ongedaan is gemaakt, zijn klaagster mogelijkheden aangereikt om zich in te schrijven in andere gemeenten. Uit het dossier is niet gebleken dat klaagster van verweerders verwachtte dat zij haar ook daarin bij zouden staan. Dat verweerders het dossier hebben gesloten is dan ook niet onbegrijpelijk.

4.5 Nergens blijkt uit dat verweerster heeft toegezegd een kopie van een arrest toe te zenden. Ook is niet duidelijk wat de relevantie van dat arrest is voor de opdracht en waarom het tuchtrechtelijk verwijtbaar zou zijn als verweerster geen kopie zou hebben verzonden.

4.6 Klaagster beklaagt zich erover dat verweerders niets hebben gedaan met haar “bewijsdossier inzake schending van artikel 15 UVRM”. Verweerders hebben terecht aangevoerd dat hun opdracht zich daartoe niet uitstrekte. Dit betoog vindt steun in de stukken van het klachtdossier en met name in de opdrachtbevestiging, bedoeld onder 1.3. Van een opzettelijk afhouden van de rechter is niet gebleken. Anders dan klaagster kennelijk meent, houdt het dominus litis-beginsel niet in dat een advocaat verplicht is, buiten zijn opdracht om, elke mogelijke procedure voor een cliënt te beginnen.

4.7 Alles afwegende is de voorzitter van oordeel dat verweerders zijn opgetreden in overeenstemming met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht.

4.8 De klachtonderdelen a t/m e zijn gelet op het voorgaande kennelijk ongegrond.

Ad klachtonderdeel f t/m h

4.9 Klaagster heeft in het geheel niet aannemelijk gemaakt dat verweerders niet in haar belang zouden hebben gehandeld, zichzelf financieel hebben bevoordeeld of financieel misbruik van klaagster zouden hebben gemaakt. Klaagster heeft niets aangevoerd om haar klacht dat sprake is van mishandeling ook maar enigszins te substantiëren. Ook over afpersing is niets meer in het dossier terug te vinden dan de blote stelling dat verweerder klaagster heeft afgeperst. Voor zover dat klachtonderdeel ziet op het vragen om een voorschot zoals in de opdrachtbevestiging opgenomen, heeft te gelden dat het vragen van een voorschot geoorloofd is en niet valt in te zien waarom dat afpersing zou zijn. Ook deze klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.

4.10 Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht, met toepassing van artikel 46g Advocatenwet, dan ook kennelijk ongegrond verklaren.

BESLISSING

De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

Aldus gewezen door mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, met bijstand van mr. L.H. Rammeloo als griffier op 20 april 2015.

 

Griffier  Voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 21 april 2015 per aangetekende post verzonden aan:

- klaagster

en per gewone post aan:

- klaagster

- verweerders

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klaagster en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam, Postbus 75265, 1070 AG Amsterdam (fax: 020-7954275). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet mogelijk.