Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

09-03-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2015:50

Zaaknummer

R. 4560/14.145

Inhoudsindicatie

Klacht is gericht tegen de advocaat van de wederpartij. Klager komt geen klachtrecht toe; de klacht ziet op uitlatingen van verweerder over de persoon van klaagster. Klager is niet-ontvankelijk in de klacht. Verweerder heeft de aan hem toekomende vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt, overschreden.

Uitspraak

 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 27 juni 2014 met kenmerk K043 2014, door de raad ontvangen op 30 juni 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 12 januari 2015 in aanwezigheid van klagers met hun gemachtigde, mr. P., advocaat te T., alsmede verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van het dossier zoals dat door de deken aan de raad is toegestuurd.

 

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.

2.1 Verweerder staat de wederpartij van klagers bij in een geschil tussen partijen.

2.2 In een op 26 november 2013 uitgebrachte dagvaarding in kort geding, waarbij klagers als gedaagden gedagvaard zijn, is als productie 10 opgenomen een mail van 9 februari 2012 van verweerder aan zijn cliënte. In deze e-mail refereert verweerder aan klaagster als “een takkewijf”.

2.3 In de dagvaarding zelf is voorts onder paragraaf 20 opgenomen als door gedaagden te voeren verweer:

“Mogelijk dat een verweer zou kunnen luiden dat gedaagde sub 2 geestesziek is.”

Gedaagde sub 2 is klaagster.

2.4 Bij brief van 17 februari 2014 hebben klagers zich bij de deken beklaagd over verweerder.

 

3 KLACHT

a) De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder zich in de dagvaarding in kort geding, alsmede in een van de producties onnodig grievend tegenover klaagster heeft uitgelaten.

 

4 VERWEER

4.1 Verweerder is afgegaan op de mededelingen van zijn cliënten. Er was geen verweer van klagers bekend. Verweerder had ook geen verweer kunnen opnemen. Achteraf bezien was dat waarschijnlijk beter geweest. Verweerder heeft geen spijt van hetgeen hij geschreven heeft.

4.2 De door verweerder overgelegde productie 10 bij de dagvaarding betreft correspondentie tussen hem en zijn cliënt. Het staat verweerder vrij om in die correspondentie uitlatingen over wederpartijen te doen.

4.3 De door verweerder gebezigde bewoordingen gaan niet de aan verweerder toekomende grenzen van vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen te buiten.

 

5 BEOORDELING

5.1 De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

Ontvankelijkheid klager

5.2 De Advocatenwet heeft niet voor een ieder een klachtrecht in het leven geroepen, maar slechts voor diegenen die door een handelen of nalaten van een advocaat rechtstreeks in zijn of haar belangen getroffen is of kan worden.

5.3 Nu de klacht de uitlatingen van verweerder betreft aan de persoon van klaagster en niet van klager, komt klager in dezen geen klachtrecht toe.

5.4 Klager is derhalve niet ontvankelijk in zijn klacht.

Inhoudelijke beoordeling

5.5 Vaste jurisprudentie is dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt en dat deze vrijheid niet ten gunste van een tegenpartij mag worden beknot. Deze vrijheid is echter niet absoluut en vindt haar beperking onder meer hierin dat de advocaat zich ten processe – of elders – niet onnodige grievend mag uitlaten over de wederpartij van zijn cliënt.

5.6 De raad oordeelt dat verweerder door als denkbaar te verwachten verweer te stellen dat klaagster geestesziek is, de aan verweerder toekomende vrijheid overschreden heeft. Verweerder heeft immers niet vastgesteld dat de geponeerde stelling juist is. Daarenboven was het verweerder niet bekend welk verweer gevoerd zou worden, zodat verweerder had kunnen volstaan met dat te vermelden. Het door verweerder opgenomen ‘verweer’ was derhalve onnodig. De uitlatingen omtrent de geestesgesteldheid van klaagster oordeelt de raad als onnodig grievend.

5.7 Met betrekking tot de correspondentie tussen advocaat en cliënt geldt dat verweerder in beginsel de vrijheid heeft om dergelijke bewoordingen te gebruiken. Anders dan verweerder stelt, is deze correspondentie niet vertrouwelijk gebleven, maar heeft verweerder deze zelf als productie bij de dagvaarding gevoegd.

5.8 De raad oordeelt net zoals ten aanzien van de in de dagvaarding zelf opgenomen bewoordingen dat het benoemen van klaagster als “takkewijf” onnodig grievend is.

5.9 De klacht is derhalve gegrond.

 

6 MAATREGEL

 Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding acht de raad de

hierna te melden maatregel passend en geboden. De raad komt tot deze maatregel omdat verweerder kennelijk de intentie had om klaagster te grieven en op geen enkele spijt heeft betuigd (ook niet nadat de deken een onderdeel van de klacht gegrond had geacht).

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart klager niet-ontvankelijk;

verklaart de klacht van klaagster gegrond;

legt verweerder de maatregel op van berisping.

 

Aldus gewezen door mr. G.A.F.M. Wouters, voorzitter, mrs. P.S. Kamminga, J.H.M. Nijhuis, L.Ph.J. baron van Utenhove, C.A. de Weerdt, leden, bijgestaan door mr. A.H. van Haga als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van

9 maart 2015.

griffier voorzitter                     

 

Deze beslissing is in afschrift op 10 maart 2015 per aangetekende brief verzonden aan:

- klagers

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten Den Haag

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- verweerder

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan, ten aanzien van de niet-ontvankelijk verklaring hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten Den Haag

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl