Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-05-2015

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2015:118

Zaaknummer

L 255 - 2014

Inhoudsindicatie

Vergissing ten aanzien van een zaaksaanduiding in een brief aan de wederpartij valt de advocaat tuchtrechtelijk niet aan te rekenen. Bovendien niet is gebleken dat de onjuiste zaaksaanduiding tot nadeel van klaagster heeft gelid.

Inhoudsindicatie

Advocaat heeft voldaan aan de opdracht om de zaak door middel van een conceptdagvaarding  in beweging te brengen. De onjuistheid van de dagvaarding is niet komen vast te staan, nu de zaak niet heeft geleid tot een rechterlijke uitspraak.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond

Uitspraak

Beslissing van 11 mei 2015

in de zaak L 255-2014

 

naar aanleiding van de klacht van:

 

 

klaagster

 

 

tegen:

 

 

                  

verweerster

 

 

 

 

 

1          Verloop van de procedure

 

1.1      Bij brief aan de raad van 17 september 2014 met kenmerk DOK 14-068 , door de raad ontvangen op 19 september 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg de klacht ter kennis van de raad gebracht.

 

1.2      De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 23 maart 2015 in aanwezigheid van klaagster, de echtgenoot van klaagster en verweerster . Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

 

1.3      De raad heeft kennisgenomen van:

-       de brief van de deken van 17 september 2014, met bijlagen.

 

                                     

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

 

2.1      Klaagster heeft op 11 juli 2003 een agentuurovereenkomst gesloten met de Duitse reisorganisatie X. De agentuurovereenkomst is door X op 23 maart 2012 beeindigd per 30 september 2012. Partijen verschilden van mening over de goodwillvergoeding.

 

2.2      Klaagster exploiteerde  tevens reisbureau Y; dit naast de onderneming waar de agentuur op betrekking had.. Beide zaken stonden per 1 juni 2003 ingeschreven in het Handelsregister. Reisbureau Y was de hoofdvestiging.

 

2.3      Klaagster heeft zich eind september 2013 tot verweerster gewend met het verzoek de zaak van haar vorige advocaat over te nemen. De zaak was blijven hangen in de correspondentiefase. Klaagster wenste op korte termijn over te gaan tot dagvaarding van X.

 

2.4      Verweerster heeft klaagster per e-mail dd. 7 oktober 2013 de bevindingen van de Duitse advocaat medegedeeld en gemeld dat de kans bestond dat de Nederlandse rechter onbevoegd was. Verweerster adviseerde klaagster om de dagvaardingsprocedure  voor de Nederlandse rechter vooralsnog door te zetten, omdat de zaak daardoor in een stroomversnelling zou kunnen raken. Verweerster heeft vervolgens per e-mail dd. 9 oktober 2013 een conceptdagvaarding aan klaagster toegezonden.

 

2.5      Per e-mail dd. 10 oktober 2013 heeft verweerster een conceptdagvaarding aan de advocaat van de wederpartij van klaagster toegezonden. Verweerster heeft de conceptdagvaarding nogmaals bij brief dd. 15 oktober 2013 aan de advocaat van de wederpartij toegezonden. In de aanhef van deze brief stond de naam van het reisbureau Y vermeld. De advocaat van de wederpartij heeft bij brief dd. 16 oktober 2013 bericht dat zijn cliënte de door klaagster aangekondigde procedure met vertrouwen tegemoet zag. Hij gaf voorts aan dat niet de Nederlandse rechter maar de Duitse rechter te Baden-Baden de bevoegde rechter was.

 

 

3          KLACHT

 

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerster aan de advocaat van de wederpartij van klaagster een brief heeft geschreven zonder die brief tevoren met klaagster door te nemen, waardoor de vermelding van een verkeerde vennootschap in de aanhef van die brief niet kon worden gecorrigeerd;

2.    verweerster in de dagvaarding voor de Nederlandse rechter een berekeningsmethode naar Duits recht heeft gehanteerd. Dit was onjuist aangezien er een uitgebreide berekening gemaakt had moeten worden op basis van klantenbestanden (vaste klanten en verloop ervan etc.) uitgaande van de laatste 12 maanden vóór het einde;

3.    pas op 29 april 2014 een klachtenregeling aan klaagster is toegezonden, terwijl zij verweerster op 7 maart 2014 al om toezending daarvan had gevraagd.

 

 

4          VERWEER

 

4.1      Verweerster achtte zich niet gehouden om klaagster een kopie van de brief dd. 15 oktober 2013 aan de advocaat van haar wederpartij toe te zenden. Deze brief was identiek aan de op 10 oktober 2013 aan de advocaat van de wederpartij van klaagster verzonden e-mail, waarvan verweerster reeds een kopie aan klaagster had toegezonden. Het enige verschil is dat in de aanhef van de brief de naam van reisbureau Y in plaats van de naam van klaagster was vermeld. De naam in de aanhef is niet maatgevend. Deze wijkt wel vaker af van de naam van partijen. Klaagster heeft door de aanhef geen schade geleden. Het was een vaststaand feit dat klaagster beroepsmatig actief is als reisagent. Zij had beide vestigingen op 6 juni 2003 al ingeschreven in het Handelsregister.

 

4.2      Verweerster heeft met klaagster besproken dat mogelijk Duits recht van toepassing was en de Duitse rechter bevoegd. De agentuurovereenkomst gaf hierover niet volledig uitsluitsel. Om schot in de zaak te krijgen is er voor gekozen om een dagvaarding op te stellen naar Nederlands recht. In de dagvaarding is uitvoerig ingegaan op de relevante aspecten van een goodwillvergoeding. Verweerster heeft uitgebreid stil gestaan bij de meest recente jurisprudentie, volgens welke aansluiting diende te worden gezocht bij de Duitse berekeningsmethode. Verweerster heeft ten aanzien van een aantal begrippen nadere informatie ingewonnen bij een Duitse advocaat. Verweerster heeft klaagster hierover geinformeerd. Uiteindelijk is de dagvaarding niet aangebracht in Nederland. Verweerster heeft klaagster geadviseerd in Duitsland te procederen.

 

4.3      Verweerster heeft de klachtenregeling onmiddellijk in werking gesteld en de klachtenfunctionaris van haar kantoor, mr. H,  ingelicht. Verweerster heeft over het hoofd gezien om meteen een exemplaar van de klachtenregeling aan klaagster toe te zenden, waarvoor zij excuses heeft aangeboden. Verweerster kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de klachtafhandeling door de klachtenfunctionaris.

 

 

 

5.        BEOORDELING

 

  5.1     Per 1 januari 2015 is de gewijzigde Advocatenwet in werking getreden. De nieuwe Advocatenwet is van toepassing op klachten die op of na 1 januari 2015 zijn ingediend bij de deken. De onderhavige klacht is voor 1 januari 2015 ingediend bij de deken en wordt door de raad van discipline derhalve behandeld en beoordeeld op grond van de oude Advocatenwet, zoals die tot 1 januari 2015 gold. Waar in deze beslissing naar de Advocatenwet wordt verwezen, wordt de oude Advocatenwet bedoeld.

 

  Ad klachtonderdeel 1

  5.2     Vast staat dat verweerster in de brief dd. 15 oktober 2013 ten onrechte de naam van een andere vennootschap in de zaaksnaam heeft vermeld. Het had verweerster weliswaar gesierd indien zij, direct na de ontdekking van de fout, haar excuses daarvoor aan klaagster had aangeboden, maar de onjuiste zaaksaanduiding betreft een vergissing, die verweerster tuchtrechtelijk niet valt aan te rekenen.

   5.3    Bovendien is niet komen vast te staan dat de onjuiste zaaksvermelding tot nadeel van klaagster heeft geleid. Klaagster is ervan overtuigd dat de advocaat van de wederpartij door de brief van verweerster dd. 15 oktober 2013 op het spoor van de andere vennootschap is gebracht. De raad  begrijpt dat dit idee, nu de advocaat van verweerder een dag na de brief van verweerster is ingegaan op het bestaan van de tweede vennootschap van klaagster en de gevolgen daarvan, bij klaagster heeft postgevat, maar de juistheid van de stelling van klaagster is op grond van de aan de raad overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht niet komen vast te staan. Dat klaagster nog over een andere vennootschap beschikte is immers een vaststaand, in het Handelsregister geregistreerd en door de advocaat van de wederpartij op te vragen, gegeven. De raad zal klachtonderdeel 1 op grond van het bovenstaande ongegrond verklaren.

 

Ad klachtonderdeel 2

5.4   In het tweede onderdeel van de klacht beklaagt klaagster zich erover dat verweerster een onjuiste berekeningsmethode heeft gehanteerd. De zaak heeft uiteindelijk geleid tot een schikking, zodat er geen rechterlijk oordeel is gegeven over de wijze waarop de berekening tot stand had dienen te komen. De door verweerster opgestelde conceptdagvaarding was bedoeld om de zaak in beweging te brengen. Verweerster heeft hiermee voldaan aan de aan haar verstrekte opdracht. Nu de zaak niet heeft geleid tot een rechterlijke uitspraak is niet vast te stellen of de inhoud van de dagvaarding al dan niet onjuist was. De raad zal daarom ook het tweede onderdeel van de klacht ongegrond verklaren.

 

Ad klachtonderdeel 3

5.5   Klaagster heeft twee maanden na haar verzoek om toezending van het   klachtenreglement een afschrift daarvan ontvangen. De raad is van oordeel dat een termijn van twee maanden  onwenselijk lang is en verweerster dus sneller had moeten handelen. Dit niet tijdig handelen is echter niet zodanig ernstig, dat dit een verwijt oplevert dat tuchtrechtelijk zou moeten worden bestraft. De raad zal ook het derde onderdeel van de klacht ongegrond verklaren.

 

 

 

 

 

 

                        BESLISSING

 

 

De raad van discipline:

 

 

verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. W.H.N.C. van Beek, U.T. Hoekstra, H.C.M.  Schaeken en N. M. Lindhout-Schot , leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 11 mei 2015 .

 

 

             

                        griffier                                                    voorzitter                                 

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 12 mei 2015

 

 

per aangetekende brief verzonden aan:

-     klaagster

-     verweerster

-     de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Limburg

-     de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

 

 

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

 

-           klaagster

-              verweerster

-              de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Limburg

-              de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

 

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.         Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.         Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.         Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl